dinsdag 31 maart 2009

Zie je ik hou van je

Zie je ik hou van je,
ik vin je zoo lief en zoo licht --
je oogen zijn zoo vol licht,
ik hou van je, ik hou van je.

En je neus en je mond en je haar
en je oogen en je hals waar
je kraagje zit en je oor
met je haar er voor.

Zie je ik wou graag zijn
jou, maar het kan niet zijn,
het licht is om je, je bent
nu toch wat je eenmaal bent.

O ja, ik hou van je,
ik hou zoo vrees'lijk van je,
ik wou het helemaal zeggen --
Maar ik kan het toch niet zeggen.

Herman Gorter

maandag 30 maart 2009

Jacques de Vaucanson (1709 - 1782)

Deze Fransman uit de Verlichting wordt gezien als de man die de allereerste robots maakte. Vanaf zijn jeugd had hij al een fascinatie voor mechanieken en doorzag hij ze uiteindelijk altijd volledig, enkel door observatie: na talloze keren als kind in de kerk te zijn geweest en in een achterkamer een klok te hebben gezien, was hij in staat hem thuis na te bouwen. Hij was een eenzame jongen met de grootste ideeën: toen hij na het overlijden van zijn vader voor zijn opvoeding in een klooster belandde moest hij niets te maken hebben met andere mensen en bouwde op zevenjarige leeftijd een bootje dat mechanisch aangedreven de kloostervijver kon oversteken.

Zijn grootste uitvindingen zijn er drie en maakte hij op latere leeftijd. De eerste twee zijn musicerende poppen die hij in een visioen zich moet hebben voorgesteld. Niks geen flauwekul van ingebouwde fonografen: dit was het echte werk. Er moest met wieltjes en gewichtjes leven worden gemaakt. De fluitspelende poppen moesten een fluit bespelen zoals een mens dat deed en dus werd het een constructie van negen blaasbalgjes voor verschillende blaasintensiteiten. De lippen konden vervormen, de poppen hadden een metalen tong en hij ging zelfs zo ver een mensenhuidlaag aan te brengen op de vingers, zodat die de juiste druk konden uitoefenen op de fluitgaatjes.

De andere uitvinding was een mechanische eend die graantjes kon eten, slikbewegingen maakte met de nek, kon flapperen met de vleugels en zijn voedsel ter plekke verteerde: de uitwerpselen kwamen er meteen weer uit. Vaucanson beschreef een reservoir waar de granen een chemische reactie zouden aangaan en zo verteerd zouden worden. Hier, echter, hield hij het publiek mee voor de gek. Er ging helemaal niets door een spijsverteringskanaal: Robert-Houdin ontdekte dat de uitwerpselen zwartgeschilderde stukjes brood waren die uit een aparte ruimte in de eend kwamen.

Maar beroemd was hij al lang. Voltaire noemde hem een Nieuwe Prometheus en gaf aan dat 'als die schijtende eend er niet was geweest, niets ons zou herinneren aan de glorie van Frankrijk'.

zondag 29 maart 2009

Dichtertje

'De duivel hattem leelijk te pakken. Hij was een zwak dichtertje, kindsch werti ervan. Hij bleef fatsoenlijk van zwakte. Dat was weer zoo iets raars, waar God vroeger nooit over gedacht had, fatsoenlijk was fatsoenlijk en daarmee uit. 't Dichtertje wist niet op wie hij verliefd moest worden. Als hij in twee wetende ogen had gekeken, zag hij er dadelijk weer twee. Hij was zoo zwak, zoo lekker zwak. Maar als i 't vijfentwintigste meisje zag, voelde-n-i zoo iets raars in z'n hersens. Hij had al eens in 't voorbijloopen op 't terras van een café een stoeltje omgeschopt van kwaadaardigheid. Want hij wist wel, dat ze niets wisten, dat ze dom giechelden, alleen al als i z'n hoed voor hen af nam, of strak keken, omdat ze stonken van burger-juffrouwen-ingebeeldheid. En toch kon-i 't niet laten. En dan moest i vluchten naar ergens waar geen vrouwen waren en dan maakte-n-i zich kwaad op God en den duivel tegelijk en zei datti idioot werd en datti nog eens met open mond jaren lang kwijlen zou, een leeren slabbetje voor, zonder datti 't zelf wist. Maar den volgenden dag keeki weer en dacht daarbij: "Mon âme prend son élan vers l'infini." '

Op 29 april a.s. gaat op het Bredewegfestival in Amsterdam een operaversie van Nescio's Dichtertje in première. Met muziek van Harke Jan van der Meulen, libretto en regie van Marianne Kuijper. Een straatopera, dus geen heel orkest en een cast van beroemde zangers, maar een vocaal kwartet ondersteund door piano, contrabas, slagwerk en accordeon. Voorzien van filmbeelden van het Amsterdam van Nescio. Hier (iets) meer informatie.

zaterdag 28 maart 2009

Fluitconcours

Vandaag deed ik met een hoboïst en een fluitiste mee aan het Nationaal Fluitconcours in Ittervoort, Limburg (overigens zonder kans te kunnen maken op prijzen aangezien de laatste van ons conservatorium had gedaan). Eindelijk ook eens de dwarsfluit in de andere registers gezien: er bestaan belachelijke geknikte kachelpijpen die subcontrabasdwarsfluiten worden genoemd. Een zwaar 'Oemp' beschrijft het geproduceerde geluid wel zo'n beetje. Populair en erg gewild in orkesten zijn blijkbaar fluiten van PVC ('elektrapijp') met messing. Stukken goedkoper, voor solo-spel minder geschikt, maar in ensembles blijkbaar een geluid dat veel genoegen geeft. Lange wachtlijsten hierdoor bij de fabrikant. Dat de meer gangbare instrumenten duur zijn is duidelijk, maar als je echt een mooi geluid wilt is het een bekende keuze om mondstuk, kopstuk of kleppen van goud te maken en kun je het op de spits drijven. 18-Karaats materiaal bijvoorbeeld, zodat je fluit zo'n 20.000 euro kan gaan kosten. Even duur als een modale concertvleugel.

Toch blijft het hoofdzakelijk een vrouweninstrument, bleek maar weer: onder de ca. 60 fluiters 1 uitzondering. Vreemd toch weer dat het afsluitende (professional-)concert door een man werd gegeven.

vrijdag 27 maart 2009

Een spiegel van hout

Israëlisch interactief kunstenaar Daniel Rozin maakte een aantal dynamische kunstwerken die analoge instrumenten doen vermoeden, maar die stiekem digitaal zijn. De opvallendste zijn spiegels die van materialen zijn gemaakt die je niet in eerste instantie reflecterend zou willen noemen. Hout bijvoorbeeld: door middel van 835 stukjes pijnbomenhout die onder een verschillende hoek het opvallende licht met een andere intensiteit weerkaatsen wordt er een beeld geconstrueerd van de waarnemer. Een verborgen camera in het midden geeft steeds aan elk stukje hout door hoe het zich moet oriënteren. Hier te zien. Stiekem eerder dus een monitor in plaats van een spiegel, maar je bent gauw geneigd anders te denken.

Nog mooier is Eye Contact van Rafael Lozano-Hemmer. Hier wordt de vaak voorkomende foto die opgebouwd is uit duizend kleinere foto'tjes dynamisch gemaakt: je camerabeeld wordt opgebouwd uit kleine mensjes die je aankijken en steeds in een andere positie gaan staan om het beeld goed te krijgen. Die staat hier.

donderdag 26 maart 2009

Het neefje van Beethoven

Nadat zijn broer Karl overleden was aan tuberculose wilde Ludwig van Beethoven koste wat kost de voogdij krijgen over zijn zoon, eveneens Karl geheten. Zijn schoonzus en kersverse weduwe Johanna was in zijn ogen een zeer immoreel mens van wie zijn neefje ver vandaan moest worden gehouden. Een moeizame serie rechtszittingen was nodig om uiteindelijk het oordeel geveld te krijgen dat de componist ook daadwerkelijk de supervisie kreeg.

Beethoven was de laatste persoon op aarde die een kind bij z'n volle verstand zich vader zou wensen. De portretten spreken boekdelen: die boze blikken zijn van een getroebleerde, vaak driftige kerel die gekweld werd door steeds maar erger wordende doofheid en het isolement dat daar bij hoorde, gekoppeld aan een constant gebrek aan geld. Een man die voor een groot deel van zijn leven amper zelf rond kon komen van zijn toondichterschap, laat staan dat hij een extra mond kon voeden. Daarbij kwam dat hij met zijn neefje de muzikale toekomst van de naam Beethoven wilde verzekeren en hem tegen zijn zin op de les van etudenduivel Carl Czerny bracht. Woedend was hij toen de jongen meldde dat hij in plaats van de kunstrichting in te slaan liever in militaire dienst wilde en menig maal moest hij hem bij zijn moeder wegslepen, bij wie hij veel liever wilde zijn dan bij het genie.

Op 20-jarige leeftijd kon Karl van Beethoven de emotionele chaos die in hem was ontstaan niet meer aan. Als ware romanticus kocht hij een pistool en met het verpanden van zijn horloge een tweede. Daarna klom hij de heuvel in Baden op om zelfmoord te plegen bij de ruïnes van Rauhenstein. Met het eerste pistool schoot hij mis. De kogel van het tweede schampte zijn slaap. Toen hij daarna gevonden werd diende hij zich alsnog aan bij het leger. Drie maanden daarna stierf Beethoven.

woensdag 25 maart 2009

See for one second sea (2)

Luuk Wilmering schrijft:

Beste David Dekker,

de multipel SEE FOR ONE SECOND SEA is een boekje van ca. 16 bladzijden. Het boekje bevat twee 16mm filmstroken van elk 24 beeldjes (= 1 seconde). Het eerste strookje toont een close-up zwart/witopname van mijn oog ('SEE') en het tweede strookje toont een beeldvullende zwart/witopname van de branding ('SEA'). Voorin de multiple staat een wereldkaart met een opdracht voor de lezer, waar ter wereld deze zich ook maar bevindt. Mocht je er nog meer over willen weten dan hoor (lees) ik het wel.

Met hartelijke groet, Luuk Wilmering

See for one second sea

Vorig jaar was ik in de Hallen in Haarlem voor de Gummbah-tentoonstelling, die zoals het museum toeliet niet heel groot was waardoor er nog genoeg tijd over was voor de andere zalen. In een daarvan vonden we een kast met grappige multiples: kunstwerken waarvan een serie exemplaren wordt gemaakt en die je soms ook kunt bijbestellen: boeken, maar ook speciaal snoepgoed (in Zwitserland zag ik de Nietzsche-Will-To-Power-chocoladereep). De naam van de kunstenaar vergat ik, maar afgelopen weekend vond ik de museumfolder terug in de papierberg die ik altijd bij me meen te moeten dragen. Zoals dat dan tegenwoordig zo prettig kan leverde het googelen van de naam de website van de beste man op met de volledige inhoud van de multiple-kast, waaronder een zwerverspakket en een Kuifje-album ("Een beetje in de war") met totaal onlogische tekstballonnetjes. Waar het me echter om ging was See for one second sea, dat de gedachte behelst naar het strand te gaan, met je ogen dicht de duinen over te steken, voor 1 seconde je ogen open te doen om ze vervolgens weer te sluiten en om dan weer weg te gaan, de gedachte en het beeld van de zee met je mee dragend. Het boekje stelt een uitvouwbaar kaartje voor van de wereld, waarop staat aangegeven waar je dit allemaal kunt doen: overal pijltjes richting oceaan. Ik zie nu ook iets bijgevoegd wat lijkt op een stukje filmstrook. Dat herinner ik me niet meer. Eens even kijken of we er nog achter kunnen komen wat dat is.

www.luukwilmering.nl

dinsdag 24 maart 2009

Horror

voor z.h. gregorius VII

savonds gaat heer horror uit
(hij pienkt aan de ladies, hij pienkt aan de poem)
waarom geeft het witte kappersruit
heer horror niet de spiegels van een duit
aan de ene zij de zee de 1 de dier
aan de andre zij 1 kromme officier

heer horror weet niet wat hem overkamt
de bleke tanden van de ouwer maan, hij is gekaart
en daar tikt hij van de blanke schoppen
twee vergulde negerkroppen
en zijn keel is schroever van de aas
hij bezingt de boorbaan van de muis

op een hoek bedekt hij met de kinderdoeken
al de afgelapte bedelstoepen
iemand komt hem roepen: eet u kaas?
ja ik draag de korsten van een dwaas
ja ik draag te korten van een maar
koopbaar ben ik door mijn strooien haar

dan vliegt (foei) 1 negerschedel door het raam
de tondeuze doezelt aan zijn naam
horror rorror razer raar
ik ben zwaar belegen waar
in mijn zak de moederkoeken
dragen strakgetrokken broeken
1 en al is officier
en mijn huid staat op een kier
maar uit alles speelt een kruis
horror rosser racer ruis
horror jij komt niet meer thuis

Lucebert

maandag 23 maart 2009

Georges Auric (1899 - 1983)

Georges Auric was het lid van de Groupe des Six dat zich onderscheidde door voornamelijk incidentele muziek te schrijven: muziek die bedoeld is voor op de achtergrond bij bijvoorbeeld toneelstukken. Twee mensen die een artistieke supervisie van de Groupe werd toegedicht waren Erik 'Vexations' Satie en Jean Cocteau (typische foto onder) - en de laatste werd regisseur, door wie Auric veel filmmuziek zou gaan schrijven. Naast met Cocteau werkte hij ook veel samen met andere filmmakers en waarschijnlijk doordat hij hiermee een relatief groot publiek bereikte kreeg Auric het voor elkaar dat zijn muziek regelmatig op de no. 1 in hitparades terechtkwam. Zijn bekendste werk is waarschijnlijk een gezongen walsje uit de film Moulin Rouge (met diva Zsa Zsa Gábor), waar een populaire transcriptie van werd gemaakt. Voor Jean Cocteau schreef hij onder andere een fraaie soundtrack van La Belle et la Bête (flarden waarvan hier te horen). Cocteau gaf hem ook de opdracht om de muziek te maken bij een van zijn andere projecten, genaamd Les Mariés de la Tour Eiffel. Auric kreeg dat werk echter niet op tijd af, waarop de filmmaker besloot het een gezamenlijke productie van Les Six te laten worden. Dat liep helaas (het zou toch een historische productie zijn geworden) niet helemaal zoals gepland - waarover binnenkort meer.

zondag 22 maart 2009

Fritz Wotruba (1907 - 1975)

Vorig jaar zag ik werk van Wotruba in museum Beelden aan Zee in Scheveningen (overigens sowieso aanbevolen). Het bekendste deel van zijn werk bestaat uit beelden waarvan steeds meer onderdelen een kubusvorm gingen aannemen (maar het mocht geen kubisme heten, leerden we. Hij stond het niet toe.) Was een veelzijdig man: hij maakte voornamelijk standbeelden van mensenlichamen, torso's, maar hield zich ook bezig met reliefs op de zijkanten van gebouwen en ontwierp helemaal aan het einde van zijn leven ook een kerk. Hij leefde voor het grootste deel in Wenen en maakte daar kennis met onder andere componist Alban Berg en schrijver Robert Musil, maar besloot te vertrekken toen de Tweede Wereldoorlog zich aandiende. Hij ging voor zeven maanden samen met zijn vrouw naar Zwitserland, waar ook Musil uiteindelijk voor koos. Van hem maakte Wotruba een portret in brons.

Hij ontwierp ook een aantal operasets: onder andere producties van Stravinsky's Oedipus Rex en Wagners Ring des Nibelungen in Berlijn (onderste afbeelding: Götterdämmerung). Karakteristiek bleven die reliefpanelen met uitgehouwde, gestapelde blokken. Mooi werk - hier is er nog meer van.

zaterdag 21 maart 2009

Benadeelde-instrumentenconcerten

Je hebt heel veel concerten voor piano of viool met orkest, daarna komt een gebied van cello-, trompet-, hoorn- of hoboconcerten die net wat minder talrijk zijn (maar waar genoeg bekend werk tussen zit), dan heb je nog een paar overbekende concerten voor instrumenten die nog steeds niet hun zegje hebben mogen doen (zoals een harpconcert van Händel), maar er blijven toch nog altijd wat instrumenten over die eigenlijk nooit eens in de schijnwerpers kunnen staan. Speel vooral geen tuba als je een grote naam als solist wilt verkrijgen.

Maar bestaan ze nou überhaupt? Zijn er wel concerten voor benadeelde instrumenten die (vanwege dynamische beperking?) zelden op de voorgrond staan? Hindemith hielp een handje mee: hij schreef een sonate voor vrijwel elk instrument. Ook voor tuba, ook voor contrabas. Maar met pianobeleiding - niet met orkest.

Maar jawel, ze zijn er zeker, gelukkig:

Gordon Jacob schreef een paukenconcert.

Domenico Dragonetti schreef er een voor contrabas.

En Ralph Vaughan Williams hielp ons aan een tubaconcert.

En er zijn er meer. Goed, misschien niet het allerhoogste dat ooit in muziekland bereikt is en waar een contrabas voor gebruikt wordt lijkt ook grotendeels wel op een cello te kunnen. Maar laten we niet zeuren: hebben die arme drommels ook eens wat. Heel goed.

vrijdag 20 maart 2009

Claude Nicolas Ledoux (1736 - 1806)

Ledoux was een architect wiens meest uitzonderlijke ideeën veel overeenkomsten hadden met die van Boullée, die ik eerder noemde: opnieuw van die grandioze, statige, en niet altijd eenvoudig uit te voeren bouwwerken. Voor een groot deel beïnvloed door Rousseau zag hij de architect als de meester der maatschappij: de gebouwen die de architect ontwierp vormden het centrum daarvan.

Zijn bekendste werk is een project dat hij zich voorstelde als een ideale, zichzelf onderhoudende stad. Hij kreeg de opdracht om de gebouwen te ontwerpen bij de zoutwinningsplaats in Arc-et-Senans, bij het bos Chaux. Zoals dat dan blijkbaar altijd bij hem moest gaan blies hij dit project flink op en kwam hij met een voorstel dat vanwege de hoge kosten niet in de vorm die hij zich voorstelde werd uitgevoerd en vanwege de Franse revolutie slechts half afkwam. Overigens staat het in z'n huidige vorm wel gewoon op de Werelderfgoedlijst.

In de versie die hij voor ogen had stelde het een utopische stad voor waarin elk gebouw een aspect van een mensenleven ondersteunde. Zo stelde hij zich een gebouw voor waarin mensen geschillen konden uitpraten zonder dat daar een rechter voor nodig was (het gebouw werd op deze manier zélf de rechter), een door Boullée geïnspireerde, ondergrondse en daardoor duistere begraafplaats en een gebouw waarin jonge mensen sexuele voorlichting ontvingen en aangezet, geprikkeld werden tot het hebben van geslachtsgemeenschap. Bekijk de structuur (onderstaande afbeelding) en het zal duidelijk zijn dat de vorm de functie enigszins verraadt.

donderdag 19 maart 2009

Fonografen

Niet elke fonograaf was een apparaat met een reusachtige toeter: ook destijds was voorzien in de behoefte om privé van muziek te kunnen genieten. Er bestonden kleine handfonograafjes die je mee kon nemen als voorloper van transistorradiootje; de allerkleinste modellen waren ingebouwd in een horloge en kon je bij je oor houden. iPod in het begin van de twintigste eeuw, volledig mechanisch. Maar het sloeg niet aan. Je had ook fonograafpoppen met stemmen, die gebruik maakten van een ronddraaiend wasrolletje in de buik. Geen speelgoed.

Eigenlijk zou iemand bij wijze van kunstwerk eens moeten proberen een hedendaags hip instrument na te maken, maar dan met primitieve middelen. Bijvoorbeeld een iPhone. Dat wordt dan dus een fonograafje ingeschroefd in zo'n ouderwetse telefoon die je in de hand houdt, waarbij je nog in het toestel moet spreken in plaats van in de hoorn. Ook ingebouwd is een klein telegraaftoestel waarmee je je e-mail in Morse-code kunt ontvangen en dat je kunt inpluggen wanneer je langs een telegraafpaal loopt. Bijbehorende accessoires zijn onder andere een duur, Italiaans lederen hoesje voor de wasrolletjes, een Leidse fles voor draadloze verbinding (eenvoudig opnieuw op te laden middels de bijgeleverde koperstrips en een netje citroenen) en een bus magnesiumflitspoeder voor het eveneens geïmplementeerde fototoestel (met zo'n balg en zo'n zwarte lap). En dan een reclameposter in Jugendstil, met veel vrolijke mensen erop en natuurlijk een citaat van Thomas 'patentendief' Edison. Iets als: 'It really works!'

Ja, dat wordt mooi.

woensdag 18 maart 2009

Georges Perec (1936 – 1982)

Komende maand verschijnt bij De Arbeiderspers eindelijk een Nederlandse vertaling van Georges Perecs lipogram 'La Disparition': een boek waarin nergens de letter e voorkomt. Ik was in de veronderstelling dat zo'n vertaling niet mogelijk was en dat we ons moesten troosten met de Engelse, die de slimme titel 'A Void' draagt, maar Guido van de Wiel is er in geslaagd: binnenkort is er ook ' 't Manco'. Dat wordt interessant.

Elk werk van Perec (altijd vrolijk op de foto) lijkt een experiment op zich: na het e-loze werk kwam 'Les Revenentes' (Engels: 'The Exeter Text: Jewels, Secrets, Sex') met juist alleen maar de e als klinker. Die wil Van de Wiel ook gaan vertalen (beoogde titel: 'De Wedergekeerden'). Ander werk met prachtige achtergrondgedachten: 'Les Choses', een roman met alle aandacht voor de voorwerpen die erin voorkomen en juist helemaal niet voor de hoofdpersonen, 'Cantatrix Sopranica', een wetenschappelijk nep-artikel over de schreeuwreactie die je ontlokt bij sopranen wanneer je ze bekogelt met tomaten, en zijn bekendste werk 'La vie mode d'emploi' ('Het leven, een gebruiksaanwijzing'), met als ondertitel 'romans': een bundel met honderden teksten die de geschreven werken van de inwoners van een monumentaal pand in Parijs voorstellen. Boodschappenlijstjes, verhalen en schaakproblemen. Het werk met de meest absurde titel wordt echter 'Quel petit vélo à guidon chromé au fond de la cour?' ('Wat voor brommertje met verchroomd stuur achter op de binnenplaats?', Engels: 'Which moped with chrome-plated handlebars at the back of the yard?'), een novelle waarvan de tekst nagenoeg korter is dan het bijgeleverde overzicht van de erin gebruikte stijlfiguren. Wees gerust: de titel slaat nergens op.

Ik moest maar eens wat van hem gaan lezen.

dinsdag 17 maart 2009

Nachtwacht

De kap buigt koud over beton
En tijd hangt ingeblikt in klokken
Verkrampt bewegend soms met schokken;
Dit barre eiland heet station

Achter een zwarte horizon
Zijn alle treinen nu vertrokken
Ofwel ze liggen tegen blokken
Hier languit naast een leeg perron.

Geen mens te zien. Het lijkt verdomd
Of nooit meer iemand komen zal
Nu ook het licht dooft in de hal
En alle leven hier verstomt.

Ik wacht op niets en niemandal:
Er is geen kijk op dat ze komt.

Driek van Wissen

maandag 16 maart 2009

Schaakpiano

Oh ja, waarom niet. Een schaakpiano.

Vandaag werd me deze portie Wat-zullen-we-nou-krijgen getipt door een vriend en ik ben er erg blij mee. Hij is te zien in de Hallen in Haarlem en hij is van Guido van der Werve. Hij bedacht dat de zijde van een schaakbord acht vakjes heeft, precies het aantal witte toetsen in een octaaf op de piano. En de vakjes zijn zwart en wit, opnieuw net als de pianotoetsen. Dus maakte hij een schaakspel waarbij elke keer als een stuk verzet wordt er een toon hoorbaar is. Van der Werve speelde met een grootmeester een partij schaak die de soundtrack vormt van een groter kunstwerk, waarbij hij in een film drie problemen met oneindigheid aankaart: het tellen van het aantal sterren aan de hemel, het beruchte Koningsgambiet bij het schaken (moet ik ook nog even van uitzoeken wat dat inhoudt) en het stemmen van een piano.

Opnieuw kunnen we net als bij het Solresol ons afvragen: maar als we nou eens in retrospect gaan kijken wat voor schaakpartijen er door dit instrument beschreven worden als je muziekstukken speelt die al geschreven zijn? Als dan blijkt dat de partij die de Vijfde van Beethoven beschrijft gespeeld is op een woensdag, word ik gek. In de tussentijd: John Cage, eat your heart out.

zondag 15 maart 2009

Vexations

Binnenkort in het Muziekgebouw aan 't IJ: Vexations van Erik Satie. Een werk waarvan zowel de bedoelde uitvoering als de betekenis in nevelen is gehuld. De achtergrond: Satie schreef een paar maten muziek en schreef er onder: 'Om dit motief 840 maal achtereen voor zichzelf te spelen, is het goed om zich van tevoren, en in de diepste stilte, door ernstige onbeweeglijkheid voor te bereiden'.

Wel, daaruit concludeerden mensen dat het dan ook maar 840 keer gespeeld moest worden. Maar waarom dan in 's hemelsnaam 840 keer? Hoe snel moest het worden gespeeld? Welke dynamiek wordt er gevraagd? Moet het eigenlijk wel op een piano worden uitgevoerd? Waar slaat dit op?

Meerdere theorieën: Satie zou een mantra hebben willen schrijven. Of: Satie zou de saaiheid hebben willen uitdrukken. Of: Satie zou zich tegen de unendliche Melodie van Wagner willen afzetten en een stuk willen maken dat net zo lang doorging, en net zo goed nergens op uitkwam.

Duidelijkheid is er nooit gekomen, maar dat het intrigeert blijkt maar weer: 4 april gaan 10 pianisten in Amsterdam er weer aan zitten. Uitvoeringen gaan meestal vergezeld van een persoon met een tellertje naast de piano. Als je wilt kun je gelukkig gewoon komen en gaan wanneer je wilt (en het is ook nog eens gratis). Voor wie 1/840e Vexations alvast wil horen om zich daarna in stilte en door ernstige onbeweeglijkheid voor te bereiden: kijk hier.

zaterdag 14 maart 2009

Das Boot

Ik heb vaak een tweede keer kijken nodig om te kunnen zeggen dat ik een goede film gezien heb. Gisteravond zag ik opnieuw Das Boot van Wolfgang Petersen. Op een enkeling na hoor ik er om me heen eigenlijk nooit iemand over, maar ik vind nu dat hij meer aandacht verdient dan hij lijkt te krijgen.

Het onderwerp is altijd wel bekend: een Duitse U-boot in de Tweede Wereldoorlog. Die moet Engelse konvooien torpederen, geleid door een kapitein (Jürgen Prochnow) die zo z'n twijfels heeft of Engeland wel te verslaan is. Een oorlogsverslaggever probeert alles met foto's vast te leggen. Wat ik nog niet wist: Lothar-Günther Buchheim, schrijver van het boek en de vervolgen Die Festung en Der Abschied was die persoon in de echte Boot. Eerdere (Amerikaanse) pogingen om de film te maken faalden en de huidige versie staat bekend als een van de beste Duitse films ooit. Claustrofobisch werkt het feit dat je het grootste deel van de film eigenlijk niets anders ziet dan het interieur van de onderzeeër, in de Director's Cut nog een uur langer. Wat me gisteren ook nog opviel was hoe goed de compositie van de bemanningsleden in de verschillende groepshots telkens is - in kleine ruimtes moet je wat uithalen om er geen zooitje van te maken.

vrijdag 13 maart 2009

Georg Baselitz

Eergisteren hoorde ik over hem: een expressionistisch schilder die het meeste naam heeft gemaakt met schilderijen op zijn kop. Hij werd in 1938 geboren als Hans-Georg Kern en gebruikte een pseudoniem dat naar zijn geboorteplaats verwijst. In eerste instantie ging het bij hem om het lelijke in de mens, iets wat me aan cartoonist Gummbah deed denken. Naderhand werd het onderwerp minder belangrijk en ging het hem door de schilderijen ondersteboven te schilderen (dat zou niet slechts een kwestie van op zijn kop ophangen zijn) meer om wat de voorstelling an sich doet en niet om wat er nu precies is afgebeeld. In een tussenperiode produceerde hij ook Frakturen, waarbij het onderwerp in stukjes verspreid ligt over het doek. Hij zou als neo-expressionist een van de best betaalde kunstenaars van dit moment zijn.

donderdag 12 maart 2009

Rach 5

Ergens vorig jaar ontdekte ik dat er opnames bestaan van een Vijfde Pianoconcert van Rachmaninoff. Het bestaan daarvan heeft de componist zelf niet mogen meemaken: het is een recente transcriptie van zijn Tweede Symfonie, waar ook al een twee-pianoversie van bestond. Alexander Warenberg werkte het vierdelige stuk om naar een driedelig concert voor piano en orkest, en maakte daarbij af en toe gebruik van flarden Pianoconcert I-IV.

Kleinzoon Alexandre Rachmaninoff gaf toestemming voor opname en publicatie van de bladmuziek. Vanuit het oogpunt van het experiment en als je weet hoe het klinkt valt er ook niets tegen in te brengen - maar wat ik van z'n grootvader weet is dat hij al lang blij was dat die Tweede Symfonie eindelijk eens een succesvolle was. Hoewel hij stuk voor stuk wat mij betreft prachtige werken voor symfonieorkest schreef (met als zwanenzang-hoogtepunt de Symfonische Dansen) ging het destijds maar moeizaam met de receptie. Zijn Eerste ging in première met een dronken dirigent. Nee, de preludes, die wilden ze horen. Die pianoconcerten, die deden het veel beter. Dat nu uitgerekend zijn succesvolle symfonie alsnog wordt omgewerkt zou hij misschien maar moeilijk kunnen verkroppen.

Nou goed, het gaat om wat voor muziek er uit voortkomt. Laatst was Rach 5 te horen in het Concertgebouw, met Anna Federova als soliste. Te laat voor kaartjes: nog maar 1 plek met uitermate slecht zicht, praktisch achter de kast van het orgel. Even wachten dus nog. Voor wie in de tussentijd geïnteresseerd is: de opname is inmiddels weer verkrijgbaar bij de betere drogist. Vort!

woensdag 11 maart 2009

De Cycloop van Tinguely

Het levenswerk van Jean Tinguely (1925-1991), een van de bekendste namen in het veld van de kinetische kunst, is een 22 meter hoge constructie die De Cycloop wordt genoemd. Hij staat bij Fontainebleau in het departement Essonne, ongeveer een uur rijden van Parijs. Tussen vier eiken staat een dynamisch gevaarte met een spiegelglazen gezicht en een bewegend goudgeel oog, dat het zonlicht bundelt. Tinguely werkte eraan met zijn vrouw Niki de Saint-Phalle en bevriende kunstenaars, voor een periode van tien jaar. Het monster gromt: grote kogels rollen door zijn ingewanden, katrollen zijn bezig met takelen en metaal schuift over metaal. En op zijn hoofd is, in de vorm van wat een treinwagon lijkt, een kunstmatig meer aangelegd, dat het blauw van de lucht weerkaatst - een hommage van Tinguely aan, daar is-ie weer: Yves Klein. De cycloop ontwaakt in mei en is dan tot oktober te bezoeken.

Er blijkt een bijzondere documentaire over de reus gemaakt te zijn, waarbij niet als een toerist de constructie wordt vastgelegd, maar gefilmd wordt vanuit vreemde hoeken: met de camera gemonteerd op de kogels die door hun banen glijden en vanuit de boomtoppen, ingezoomd op het oog. Hier te vinden.

dinsdag 10 maart 2009

Limerick

A sailor, by storm and by thunder
fell plat on his beck in 't fore-under.
He broke all his teeth
now he'll never say 'chees',
when a foto is taken - poor donder!

John O'Mill

maandag 9 maart 2009

Tunneltje

Bij een tunneltje in Noorwegen staat een webcam die de hele tijd in de gaten houdt wat er gebeurt. Meestal komt er niets doorheen. Dat tunneltje heeft heel veel fans gekregen (in Nederland onder andere op logs als dat van Wim de Bie) die regelmatig even kijken of er nog wat te zien is. Bieslog is gestopt, maar het tunneltje gaat door en de fans blijven trouw en blijven toenemen in getal.

zondag 8 maart 2009

De Dunne en de Dunne

Tegen het einde van zijn leven besloot Oliver Hardy eindelijk eens aan zijn gezondheid te gaan denken. Mocht ook wel: net als zijn partner voor het leven was hij fervent roker en aan dat gewicht (hij woog zo'n 150 kilo) mocht ook wel wat gebeuren. Tijdens deze periode verloor hij de helft van z'n lichaamsmassa en kon er echt niet meer van 'De Dikke en de Dunne' gesproken worden. Het mocht echter niet baten: hij kreeg kort erop meerdere beroertes waarvan hij in eerste instantie verlamd raakte en vervolgens in een coma terecht kwam. Stan Laurel, die volgens velen de creatievere en grappigere van het stel was, werd geveld door een hartaanval en moet humoristisch tot aan het einde zijn geweest. Dat wordt zelfs duidelijk in zijn grafschrift, dat hij zelf bedacht: 'If anyone at my funeral has a long face, I'll never speak to him again.'

Ik vond een filmpje waarin duidelijk wordt hoe Hardy eruit zag in zijn laatste maanden (er gebeurt niet echt iets, maar het lijkt een soort home video waarmee ze door ontbreken van geluid hun stomme-filmervaring voor een laatste keer konden laten zien. Het gaat om het begin).

Ziehier.

zaterdag 7 maart 2009

Intonarumori

Vroeger was de wereld stil en had je alleen de natuur - tegenwoordig leven we in een wereld met lawaai van allerlei machines. Luigi Russolo, 's werelds eerste futuristisch componist, zag de beperking van het bestaande muzikale systeem om alleen maar zuivere tonen en harmonieën te willen maken, en moedigde in zijn L'arte dei rumori aan om de oneindige mogelijkheden van lawaai te benutten in de muziek. Voor hem had elk lawaai een basistoon maar ontbrak het ritme: het onverwachte element hierin opende voor hem een wereld van harmonieën. Hij construeerde een set instrumenten waarmee het lawaai van de gemachineerde wereld te maken viel: de Intonarumori. Ze bestonden uit mechanisch aangedreven trillende snaren of metalen strips in klankkasten, die via grote toeters hun geluid de wereld in hielpen. Tijdens de Tweede Wereldoorlog gingen ze allemaal kapot bij een bombardement - maar de instrumenten zijn met behulp van de bouwtekeningen opnieuw geconstrueerd en er bestaan nog steeds opnamen van de oorspronkelijke exemplaren.

Beluister ze hier.

vrijdag 6 maart 2009

Barbershop

Barbershop is een soort lossere vorm van a capella zang: het ontleent zijn naam aan het feit dat het eerste barbershop quartet een viertal zangers was dat gospelliederen begon te zingen in de kapperszaak van hun vader (Mills Brothers, zie foto, hoewel die ook vaak nog een gitaar erbij gebruikten). Het draait allemaal om de klank van 'ringing chords' (voor de kenners: vaak is dit een dominant septiemakkoord), waarbij als alles goed gaat de boventonen van de vier stemmen gaan overlappen en je een versmelting van de geluiden krijgt, samen met een vijfde stem. Het gaat meestal om bekende, goed in het gehoor liggende liedjes die meestal door amateurs worden uitgevoerd - maar uiteraard zijn er kampioenschappen en daardoor uitschieters. Fantastisch om te horen en ongelooflijk leuk om te zien als je mensen hebt die wat kunnen.

Bijvoorbeeld als ze The Stars and Stripes Forever zingen.

donderdag 5 maart 2009

Hans von Bülow

De eerste bijdrage in een nieuwe categorie: Net niet bekende mensen. Mensen die veel te maken hadden met één of meerdere wél bekende personen en door vaak met die figuren genoemd te worden nu ook beroemd zouden kunnen zijn, maar die uiteindelijk toch enigszins in vergetelheid zijn geraakt. Vandaag: de dirigent Hans von Bülow (1830 - 1894).

Hij was heftig door Wagner beïnvloed en was een beroemd interpretator van diens muziek - en hij bleef Wagners muziek uitvoeren, zelfs nadat na de door hem geleide première van Tristan und Isolde de componist er voor koos om met Von Bülows vrouw, Cosima Liszt (de dochter van Franz), ervandoor te gaan - ze hadden dan ook al een tijdje een buitenechtelijke relatie.

Hij eiste van zijn orkestleden dat ze de muziek uit hun hoofd kenden en was notoir tactloos: hij moet een keer tegen een trombonist hebben opgemerkt dat "Uw geluid klinkt als de jus van roast-beef die door de goot spoelt." Toch waren het uiteraard die frivoliteit en strengheid die hem zo'n opvallende persoon maakten. Als autoriteit op zijn gebied gebruikte hij zijn invloed om de muziek van Tchaikovsky en Brahms, die hij persoonlijk kende, te promoten en er onder andere voor te zorgen dat Richard Strauss aan de slag kon als dirigent. En hij speelde een cruciale rol bij de compositie van Mahlers Tweede Symfonie: hoewel hij de handen op de oren hield toen de componist het eerste deel op de piano voor hem voorspeelde ("Als dit muziek moet zijn, dan begrijp ik niets van muziek!") en er weliswaar op die manier voor zorgde dat deze de partituur een tijd lang opzij legde, was het op zijn begrafenis dat Mahler een cantate hoorde, die hem het licht deed zien hoe hij de Finale op een grandioze manier kon afmaken.

Het rijtje grote componisten uit de 19e eeuw zou er dus al met al wel eens heel anders uit hebben kunnen zien als Von Bülow niet af en toe een helpende hand had toegereikt. En toch: écht bekend is-ie nu niet meer.

woensdag 4 maart 2009

Je eigen kleur blauw

Afgelopen zondag zag ik weer wat werk van Yves Klein (1928 - 1962). In Parijs bezocht ik eerder ook al een tentoonstelling met veel voorbeelden uit zijn oeuvre. De man was op vele vlakken bezig voordat hij zich in de kunstwereld bezig ging houden - zo was hij onder andere paardendresseur en een zwarte-bandjudoka. Net als een vergelijkbaar radicaal kunstenaar John Cage was hij beïnvloed door het Zen-boeddhisme, waar hij onder andere tijdens een verblijf in Japan mee in aanraking kwam. De waarde van het 'niets' die daarin tot uitdrukking komt zou zichtbaar blijven in zijn werk: dat waren in het begin monochrome schilderijen in elk hun eigen kleur, die door de galerijbezoeker in eerste instantie voor interieurontwerp werden aangezien. Hierop besloot Klein alleen nog maar met blauw te werken, waarvan hij een speciale versie ontwikkelde: International Klein Blue. Een levendige kleur die je vanwege technische beperkingen niet op de computer zichtbaar kunt maken (al doet deze website toch een poging). Alles werd blauw, van eenvoudige sponzen tot de Venus van Milo.

Het niets werd verder een waarde toegekend in 'Zone de Sensibilité Picturale Immatérielle', waarin de artiest letterlijk een gebied niets verkocht in ruil voor puur goud. Hij droeg certificaatboekjes bij zich die de kopers ontvingen als bewijs - wanneer de mensen besloten om die te verbranden wierp Klein de helft van het goud in de Seine, het overgebleven goud werd verwerkt in zijn goudpanelen die zouden volgen. Op deze manier had de koper daadwerkelijk het niets gekocht. Later werk van Klein waren onder andere de Cosmogonieën, waarin hij de kosmos in het doek ving door de regen en bliksem erop in te laten werken, zijn Peintures de Feu die hij maakte door vuur te vangen in een doek dat met een gasstraal was bewerkt, en zijn Anthropométries: afdrukken van mensenlichamen. De laatste werden soms gemaakt middels een performance waarbij naakte modellen hun lichaam met (uiteraard blauwe) verf bestreken en afdrukten op het papier, onder begeleiding van een door Klein gecomponeerde Monotone Symphonie : een stuk bestaande uit 1 noot die 20 minuten lang duurt, voor orkest.

dinsdag 3 maart 2009

Uitkomst-rijm

De bleke maan godslampte door de kille ruiten,
Ik handen in mijn zakte, pijpte in mijn mond,
Zo ruizerijmerde ik zonder Rijm, naar buiten,
'Geen muz','helaasde ik, 'die mij stof tot dichten zond.'

Ik straatopte. Maar 't heeft mijn stemming niet verbeterd;
Een enkeling klabakte voetstapsdreungedruis...
't Was zestien graden onder nul gethermometerd,
Een straatnimf gajemeede, 'k neende nors naar huis.

Of ik al hevig kachelcokesde, 't mocht niet baten,
Het warmekamerde, maar ach! mijn geest bleef koud.
'Moet g'ongeschrijfmachiend,' zuchtt' ik, ' uw epos laten?
Hebt gij geiedereweekt, dat gij thans staken zoudt?'

Ik was geërgernist en had het uitgejammerd,
Waar 'k niet te goeder uur gereddingd uit de brand.
Ja. Gij hadt zonder Rijm gegroeneamsterdammerd,
Had ik niet net op tijd nog gegrootnederland.

Charivarius (1921)

maandag 2 maart 2009

Gerard Nolst Trenité

Deze man staat bekend als een van de ergste taalpuristen van zijn tijd (eind 19e, begin 20e eeuw). Hij voerde het pseudoniem Charivarius ('charivari' betekent 'kabaal' in het Frans, wat al enigszins moet aangeven met wat voor iemand we hier te maken hebben). Het is aan hem dat we de term 'Tante Betje' voor rammelende zinsconstructies als: 'Het is een leuke camping en hebben we het heel gezellig' te danken hebben. Door hem is ook de de minder bekende term 'Tante Doortje' ingevoerd, voor zinnen die overbodig met 'door' beginnen - niet fout, maar hij vond het lelijk staan als je het de hele tijd doet. Hij schreef er uiteindelijk een boekje over: 'Is dat goed Nederlands?'. Met zijn gedichten en taalstukjes in de Groene Amsterdammer verwierf hij bekendheid en werd hij op den duur zo berucht dat men 'Charivarius vergeve ons' bij teksten ging vermelden om zichzelf in te dekken. Toch was hij ondanks al zijn kritiek op taalverloedering een heel geestige en multigetalenteerde man die bijvoorbeeld zijn eigen geschreven toneelstukken vermakelijk kon inleiden voor het publiek.

Om zichzelf op veilige basis te onderhouden was hij leraar Engels - en zijn beroemdste werk werd dan ook het komische gedicht The Chaos, waarin hij zo'n beetje alle onregelmatigheden in deze taal, wat uitspraak betreft, naar voren brengt. Lees dit werk hier.