donderdag 19 maart 2009

Fonografen

Niet elke fonograaf was een apparaat met een reusachtige toeter: ook destijds was voorzien in de behoefte om privé van muziek te kunnen genieten. Er bestonden kleine handfonograafjes die je mee kon nemen als voorloper van transistorradiootje; de allerkleinste modellen waren ingebouwd in een horloge en kon je bij je oor houden. iPod in het begin van de twintigste eeuw, volledig mechanisch. Maar het sloeg niet aan. Je had ook fonograafpoppen met stemmen, die gebruik maakten van een ronddraaiend wasrolletje in de buik. Geen speelgoed.

Eigenlijk zou iemand bij wijze van kunstwerk eens moeten proberen een hedendaags hip instrument na te maken, maar dan met primitieve middelen. Bijvoorbeeld een iPhone. Dat wordt dan dus een fonograafje ingeschroefd in zo'n ouderwetse telefoon die je in de hand houdt, waarbij je nog in het toestel moet spreken in plaats van in de hoorn. Ook ingebouwd is een klein telegraaftoestel waarmee je je e-mail in Morse-code kunt ontvangen en dat je kunt inpluggen wanneer je langs een telegraafpaal loopt. Bijbehorende accessoires zijn onder andere een duur, Italiaans lederen hoesje voor de wasrolletjes, een Leidse fles voor draadloze verbinding (eenvoudig opnieuw op te laden middels de bijgeleverde koperstrips en een netje citroenen) en een bus magnesiumflitspoeder voor het eveneens geïmplementeerde fototoestel (met zo'n balg en zo'n zwarte lap). En dan een reclameposter in Jugendstil, met veel vrolijke mensen erop en natuurlijk een citaat van Thomas 'patentendief' Edison. Iets als: 'It really works!'

Ja, dat wordt mooi.