zaterdag 28 maart 2009

Fluitconcours

Vandaag deed ik met een hoboïst en een fluitiste mee aan het Nationaal Fluitconcours in Ittervoort, Limburg (overigens zonder kans te kunnen maken op prijzen aangezien de laatste van ons conservatorium had gedaan). Eindelijk ook eens de dwarsfluit in de andere registers gezien: er bestaan belachelijke geknikte kachelpijpen die subcontrabasdwarsfluiten worden genoemd. Een zwaar 'Oemp' beschrijft het geproduceerde geluid wel zo'n beetje. Populair en erg gewild in orkesten zijn blijkbaar fluiten van PVC ('elektrapijp') met messing. Stukken goedkoper, voor solo-spel minder geschikt, maar in ensembles blijkbaar een geluid dat veel genoegen geeft. Lange wachtlijsten hierdoor bij de fabrikant. Dat de meer gangbare instrumenten duur zijn is duidelijk, maar als je echt een mooi geluid wilt is het een bekende keuze om mondstuk, kopstuk of kleppen van goud te maken en kun je het op de spits drijven. 18-Karaats materiaal bijvoorbeeld, zodat je fluit zo'n 20.000 euro kan gaan kosten. Even duur als een modale concertvleugel.

Toch blijft het hoofdzakelijk een vrouweninstrument, bleek maar weer: onder de ca. 60 fluiters 1 uitzondering. Vreemd toch weer dat het afsluitende (professional-)concert door een man werd gegeven.