woensdag 24 februari 2010

Testbeeldmuziek

Waarschijnlijk 's werelds beroemdste testbeeld verscheen voor het eerst bij de BBC in 1967 en staat bekend onder de naam 'Test Card F'. Naast de gebruikelijke vlakvulling stond pontificaal in het midden een foto van de dochter van een BBC-medewerker, die met haar pop Bubbles the Clown boter-kaas-en-eieren aan het spelen was op een schoolbord. Dat meisje (Carole Hersee) houdt nu feitelijk het wereldrecord van uren op tv zijn, na ruim 70.000 uur in beeld te zijn geweest.

Wat ik nog niet wist: tegenwoordig heb je altijd de radio op de achtergrond van een testbeeld, maar destijds maakte de BBC muziek speciaal voor bij testbeelden. 'Super easy listening music by the finest composers and musicians in Europe'. Die ultieme liftmuziek bereikte een cultstatus en er ontstonden ware muzak-klassiekers. En daar bestaan nu CD's en CD's vol van: onder andere hier onderaan de pagina te beluisteren en te bestellen. Voor wie de stilte vreest handig om thuis of op het werk (het liefst nét iets te zacht) aan te hebben staan. De vraag die nu ook bij me opkomt: waar koop je die CD's die ze altijd in Chinese restaurants draaien, met nummers als Bohemian Rhapsody in Oosterse stijl?

dinsdag 23 februari 2010

Liggen in de zon

Ik hoor het licht het zonlicht pizzicato
de warmte spreekt weer tegen mijn gezicht
ik lig weer dat gaat zo maar niet dat gaat zo
ik lig weer monomaan weer monodwaas van licht

Ik lig languit lig in mijn huid te zingen
lig zacht te zingen antwoord op het licht
lig dwaas zo dwaas niet buiten mensen dingen
te zingen van het licht dat om en op mij ligt

Ik lig hier duidelijk zeer zuidelijk lig zonder
te weten hoe of wat ik lig alleen maar stil
ik weet alleen het licht van wonder boven wonder
ik weet alleen maar alles wat ik weten wil.

Hans Andreus

maandag 22 februari 2010

The Mirrorstone

Het is volgens mij maar 1 keer zo geweest dat ik, toen ik klein was, na een bibliotheekbezoek het gevoel had dat ik een heel, héél erg bijzonder boek had gevonden en dat dat voor twee weken van mij was. Het is lang geleden, maar ik dacht er afgelopen week aan en vond het vrij snel terug - het was ook makkelijk zoeken, doordat het verhaal geschreven was door Michael Palin van het Monty Python-team, destijds mijn grote held die net als Phileas Fogg in 80 dagen de wereld rondging.

The Mirrorstone, ongetwijfeld destijds door mij gelezen als De Spiegelsteen. Een jongetje gaat net als Alice door een spiegel en komt in een magische wereld terecht. Hij stapt er echter niet zelf doorheen maar wordt door een oude, kwaadaardige man naar binnengetrokken. Die laat hem naar de bodem van de oceaan duiken om hem zijn geheime spiegelsteen terug te laten vinden. Wat het allemaal zo uniek maakte: hologrammen. Het was een van de allereerste boeken met hologrammen ingebed in de tekeningen. De keerzijde: het verhaal is me eigenlijk helemaal niet goed bijgebleven en de illustraties staan me veel duidelijker voor de geest. Je zat eigenlijk toch de hele tijd de pagina's schuin te houden en je wilt die diepte zien. Onder andere de boze ogen met bril van de oude man reusachtig in een raam. Doodeng.

En wat blijkt: Lord of the Rings-illustrator Alan Lee (die ook betrokken was bij het maken van de films) hielp ook mee aan het boek. Nu de twijfel: aanschaffen om iets van vroeger weer terug te krijgen - of het risico niet lopen en de herinnering bewaren?

woensdag 17 februari 2010

Schumanns middelvinger

Op 20-jarige leeftijd begon Robert Schumann ernstig te twijfelen aan zijn keuze om pianovirtuoos te willen worden. Hij was rechtenstudent en studeerde in die tijd tevens piano bij Friederich Wieck, de man die later zijn schoonvader zou worden. Daar zag hij dat de dochter van de laatstgenoemde (Schumanns toekomstige echtgenote Clara) eigenlijk al hard op weg was een succesvol concertant pianiste te worden, terwijl ze toch ruim negen jaar jonger dan hij was, en hij vergeleken daarmee nog helemaal nergens stond. Dat gaf hem zo zijn bedenkingen bij z'n eigen talent. Een misschien nog wel groter probleem dat hij in ongeveer dezelfde tijd in zijn dagboeken optekent was echter dat de middelvinger van zijn rechterhand de hele tijd maar zo vervelend stijf was. Hij kon niet zo vrij bewegen als de andere vier en zat daardoor de hele tijd in de weg.

Ik hoorde vaak het verhaal dat hij om dit probleem op te lossen eerst zelf een constructie bedacht: een touw dat met een gewichtje over een katrol hing trok zijn rechtermiddelvinger de hele tijd omhoog, zodat de andere vingers vrij konden bewegen. Ik ben er nu achter dat dat verhaal een fabeltje is, maar dat hij hulpstukken gebruikte om zijn probleem aan te pakken berust op waarheid: dokters beveelden hem warm het gebruik aan van een zogenaamde chiroplast: een bepaald soort klem die de desbetreffende vinger kon uitrekken en zo soepeler kon maken. Heerlijk aanhouden in bed en dan rustig wachten.

Wachten, inderdaad, maar wel op een beschadiging van je hand. Schumann jammerde en klaagde naderhand alles bij elkaar - bij zijn medische vrienden en bij zijn moeder, die het alles met lede ogen moest aanzien. Uiteindelijk treft hij dr. Kühl, die hem adviseert om zijn hand (ik heb dit werkelijk niet bedacht) in een dierenkarkas te steken: geniet van die heilzame warmte van het overleden dier en de geneeskrachtige werking van de daarin aanwezige lichaamssappen! Probleem erger geworden? Geen nood, een andere arts liet hem elektrische schokken ondergaan om de hand nog veel meer te belasten en het alleen maar erger te maken. Nee, een virtuoze klaviertijger word je op die manier niet. Een schrijver van interessante dagboeken - mja, dat wel.

zaterdag 13 februari 2010

The Adventures of Baron Munchausen

Deze week zag ik in de bioscoop The Imaginarium of Dr. Parnassus, de nieuwste productie van regisseur Terry Gilliam. Wat mij betreft gaat het met deze film weer de goede richting uit wat diens stijl betreft en ik meende ook meerdere (al dan niet bewuste) knipogen naar een van z'n eerdere films te herkennen, die ik zelf eigenlijk tot de mooiste reken die ik van hem gezien heb: The Adventures of Baron Munchausen, uit 1988.

Hierin wordt de historische figuur, waarvan de avonturen verzameld werden door Rudolf Erich Raspe, opnieuw tot leven gebracht in een verhaal waarin hij een door de Turken belegerde stad probeert te redden door op de meest exotische locaties (waaronder de maan) zijn buitengewone bedienden terug te vinden. Dit is een gezelschap bestaande uit de sneller dan een pistoolkogel lopende Berthold, de bovennatuurlijk sterke Albrecht, een formidabel horende Gustavus die tevens een geheel leger omver kan blazen en de scherpschutter Adolphus die verder dan normaal kan zien en nooit mist. De baron en zijn vrienden zijn echter na jaren van avontuur op leeftijd gekomen en het is maar de vraag of ze hun oude krachten nog terug kunnen winnen. Prachtig sprookje dat met veel humor en avontuurlijke muziek wordt verteld en heerlijk acteerwerk van hoofdrolspeler John Neville. Uiteraard ontbreken het aan de eigen haren optrekken uit het water en de rit op een kanonskogel niet.

vrijdag 12 februari 2010

Alles kan met de post

In de jaren '60 van de vorige eeuw ontstond in Amerika een kunststroming die gebruik maakte van het postsysteem: mail art. Als vader werd Ray Johnsson gezien, die binnen zijn New York School of Correspondence honderden collages, tekeningen en teksten heen en weer stuurde binnen een netwerk van mensen om hem heen: vrienden, maar ook onbekenden. Hij moedigde de persoon aan wie hij iets stuurde aan om zelf ook iets te bedenken en het hem dan vervolgens toe te sturen. Op die manier kwam kunst in de wereld met behulp van de post in plaats van dat je daar traditionele methoden voor gebruikte. De term werd uiteindelijk breder gebruikt voor kunstenaars die probeerden van alles en nog wat over de post te versturen. Mensen die die opvatting hadden meenden dan ook dat mail art begonnen was toen Cleopatra zichzelf in een opgerold tapijt bij Julius Caesar liet bezorgen. Eric Ericson uit Zweden startte met deze gedachten zijn project To Mr. Cheng: hij stuurde naar een meneer Cheng in Berlijn de raarste voorwerpen, alleen maar om te kijken of het aankomt. Je neemt gewoon het voorwerp, schrijft er het adres op, plakt voldoende postzegels en kijkt wat er gebeurt. In principe moet het in de brievenbus, maar anders gaan we even naar het postkantoor. Dus ook met: een stuk taart. Een pak speelkaarten, kaart voor kaart geadresseerd. En een skelet. Gek genoeg (of misschien ook wel niet) was dat laatste het allermoeilijkste.

Hier een aantal foto's van voorwerpen aan Mr. Cheng en hier foto's van Ray Johnssons collages.

donderdag 11 februari 2010

Magneetbeelden

Ik vond weer eens iemand die zich bezig houdt met kinetische kunst. Sachiko Kodama maakt dynamische sculpturen die gebruik maken van een ferrovloeistof: een bepaald soort oplossing van magnetische deeltjes die zich als zodanig op z'n eigen aparte manier gedraagt. Wordt eigenlijk al op veel gebieden nuttig toegepast: door NASA in telescopen, in harde schijven, maar ook bij medische beeldvorming om kanker te bestrijden. Kodama gebruikt het effect dat wanneer je een magneetveld aanlegt de vloeistof vervormt om beweeglijke torens te maken: eigenlijk krijg je op deze manier voorgeprogrammeerde, steeds veranderende beeldhouwwerken. Ziet er wat mij betreft eigenlijk vrij organisch uit: het wordt een raar soort van zwarte (vleesetende?) plant met dreigende uitsteeksels. Hier te zien; kijken hoe complex het in de toekomst nog gaat worden. Kleur erbij zou niet gek zijn.

vrijdag 5 februari 2010

Pedaalpiano

Uit 1843 komt de vroegste verwijzing naar een type piano dat inmiddels een zeldzaamheid is geworden: de pedaalpiano, waarbij ook met de voeten een klavier bespeeld kon worden. Inderdaad net als bij het orgel - de eerste pianomakers waren dan ook voor een groot deel orgelbouwers, dus eigenlijk niet heel gek dat dit ding ooit ontstaan is. Je had twee types: één waarbij voet- en handklavier samen hetzelfde hamersysteem gebruikten, en één waarbij je met het voetklavier een aparte set snaren bespeelde. Naast de 88 voorradige had je op deze manier nog 29 extra noten. Louis Schone was iemand die deze instrumenten maakte, onder andere voor Schumann en Mendelssohn. De klavecimbelvariant bestond ook.

Net als nu bij het silent systeem (waarbij je een chipset in je piano kunt laten inbouwen om het geluid ook via koptelefoon te kunnen luisteren) was ook het pedaalsysteem in te bouwen in de piano die je thuis had staan. Mendelssohn had een pedaalvleugel, maar Schumann gebruikte de uitbreiding liever op een gewone buffetpiano. Hoewel je het nu nooit meer hoort of ziet is het instrument in z'n tijd toch vrij populair geweest: naast de twee genoemde componisten schreven ook Liszt en Saint-Saëns werken voor pedaalpiano's. En uiteraard moest de geest van Charles-Valentin Alkan (over wie binnenkort meer, wát een rare kerel) ook weer het een en ander aan obscuurs opleveren: die schreef meerdere composities waarbij alléén het pedaalklavier werd gebruikt. Woordgrap voor het weekend: barstens vol voetnoten. Ha! Dank u! U bent een geweldig publiek.

Hier een mooi stuk van Schumann voor pedaalvleugel.

donderdag 4 februari 2010

Iris

Der eerwaarde jonkvrouwe Joanna C. B.

`Ik ben geboren uit zonnegloren
En een zucht van de ziedende zee,
Die omhoog is gestegen, op wieken van regen,
Gezwollen van wanhoop en wee.
Mijn gewaad is doorweven met parels, die beven
Als dauw aan de roos, die ontlook,
Wen de Dagbruid zich baadt en voor 't schuchter gelaat
Een waaier van vlammen ontplook. -

Met tranen in 't oog, uit de diepte omhoog,
Buig ik ten kus naar beneden:
Mijn lichtende haren befloersen de baren
En mijn tranen lachen tevreden:
Want diep in zee splijt de bedding in twee,
Als mijn kus de golven doet gloren...
En de aarde is gekloofd en het lokkige hoofd
Van Zefier doemt lachend naar voren.
Hij lacht... en zijn zucht blaast, mij arme, in de lucht
En een boog van tintlende kleuren
Is mijn spoor, als ik wijk naar het dromerig rijk,
Waar ik eenzaam om Zefier kan treuren.
Hij mint me als ik hém... maar zijn lach, zijn stem,
Zijn kus... is een zucht: wij zwerven
Omhoog, omlaag; wij wíllen gestaâg,
Maar wij kunnen nóch kussen, nóch sterven. -

De sterveling ziet mijn aanschijn niet,
Als ik uitschrei, hoog boven de wolken,
En de regenvlagen met ritselend klagen
Mijn onsterflijken weedom vertolken.
Dan drenkt mijn smart het dorstende hart
Van de bloem, die smacht naar mijn leed
En met dankenden blik naar mij opziet, als ik
Van weedom het wenen vergeet.
En dán verschijn ik door het 't nevelgordijn -
Dat mijn Zefier verscheurt, als hij vliegt -
Somber gekromd... tot de zonneschijn komt
En 't rag mijner wieken zich wiegt.
Dán zegt op aarde, wie mij ontwaarde:
"De goudene Iris lacht!"...
En stil oversprei ik vale vallei
Met een gloed van zonnig smaragd. -

Mijn handen rusten op de uiterste kusten
Der aarde als, in roerloos peinzen, -
Eén' bonte gedachte - ik mijn liefde verwachtte...
Die mij achter de zon zal doen deinzen. -
'k Zie 's nachts door mijn armen de sterren zwermen
En het donzige wolkengewemel
En de maan, die mij haat en zich koestert en baadt
In de zilveren lach van den hemel. -
Mijn pauwepronk... is de dos, dien mij schonk
De zon, om de stervling te sparen,
Wien mijn lichtloze blik zou bleken van schrik
En mijn droeve gestalte vervaren.
Nu omspan ik den trans met mijne armen van glans
Tot mij lokt Zefier's wapprend gewaad
En ik henenduister naar 't oord, waar de luister
Der lonkende zon mij verlaat. -

Ik ben geboren uit zonnegloren
En een vochtige zucht van de zee,
Die omhoog is gestegen, op wieken van regen,
Gezwollen van 't wereldse wee. -
Mij is gemeenzaam, wie even eenzaam
Het leven verlangende slijt
En die in tranen zijn Vreugde zag tanen...
Doch liefelijk lacht, als hij lijdt!' -

Jacques Perk

woensdag 3 februari 2010

Foto's van Van Gogh

Fjodor Buis maakte een serie foto's die verbeelden hoe Vincent van Gogh zou hebben kunnen fotograferen wanneer hij in een tijd met kleurenfilms had geleefd. Hij nam daartoe Van Goghs brieven door (die ik ook nog in de kast heb staan en nog steeds eens moet lezen) en bezocht plekken in Frankrijk waar Van Gogh leefde: Auvers-sur-Oise (waar dr. Gachet geschilderd werd, samen met de gele korenvelden), Arles (waar hij zijn oorlel afsneed en waar zijn beroemde slaapkamer en verlichte terras waren) en Saint-Rémy (waar hij zich in een inrichting liet opnemen en waar hij de sterrenhemel schilderde). Alleen in de inrichting kon Buis niet fotograferen, aangezien daar nog patiënten aanwezig waren. Hier de Van Gogh-foto's - mis ook op zijn site de portretten van Marten Toonder niet, in een dreigend Ierland.

dinsdag 2 februari 2010

Jean-Claude Risset

Risset (1938) is een componist die wetenschappelijke kennis van geluid direct toepast in de kunst. Hij heeft onder andere pionierswerk verricht binnen de computermuziek en was een van de eersten die erin slaagden het geluid van koperinstrumenten met een synthesizer te produceren. Het bekendst werd hij echter met zijn Rissetglissando, dat een continue vorm was van de discrete versie van dhr. Shepard. Dat glissando bestaat uit een geluidsfragment waarvan het einde aansluit op het begin en dat, wanneer je het op repeat afspeelt, de auditieve illusie opwekt van een steeds hoger (of lager) wordende toon. Doordat de boventonen van het geluid op den duur overlappen kun je het fragment blijven herhalen en de toon die je hoort zal steeds maar hoger of steeds maar lager worden. Hier is de neergaande variant, en hier wordt die gebruikt in zijn compositie Little Boy.

(Hij bedacht trouwens ook nog een Risset-ritme, dat een steeds maar sneller of steeds maar langzamer wordende puls voorstelt. Hoe het werkt: géén idee. Ongetwijfeld op eenzelfde manier.)