vrijdag 31 juli 2009

Lyonel Feininger

In Berlijn zag ik ook de Bauhaustentoonstelling die op dit moment in de Martin Gropius Bau te zien is. Die was zo groot dat het de grootste was die ooit is gehouden. Alle hoogtepunten moeten daarom wel zo'n beetje aan bod zijn gekomen en ik ontdekte er zelfs nog een artiest wiens werk ik redelijk snel kon waarderen: Lyonel Feininger. Geboren in Amerika, vrij snel geëmigreerd naar Duitsland en in het begin van zijn leven vooral werkzaam als karikaturist. Na 20 jaar in die branche te hebben gewerkt verder gegaan als schilder, en als maker van houtsnijwerken. Hij ontwierp onder andere een houtsnede die op de voorkant van het Bauhausmanifest zou pronken: een kathedraal waarop drie stralen (voor beeldhouwkunst, schilderkunst en architectuur) samenkomen. Na verloop van tijd was het echter ook voor hem zo ver: zijn kunst werd door de NSDAP als 'ontaard' gezien en aangezien zijn vrouw half-Joods was vertrok ook hij weer naar Amerika. Opvallend was de grote verscheidenheid van stijlen waarin hij werkte: met name zijn kubistische schilderijen vielen me op. Hier zijn er nog meer van te vinden.

donderdag 30 juli 2009

Het huis van Satie

Erik Satie werd geboren in Honfleur, een schilderachtig dorpje beroemd om de mooie haven, aan de Normandische kust in Frankrijk. Op zijn vierde verhuisde zijn familie naar Parijs en keerde hij niet meer naar de kust terug. Hij stierf uiteindelijk in Arcueil, een voorstad van de metropool, waarna zijn vrienden ontdekten dat hij zo mogelijk nog excentrieker was dan ze hadden vermoed: in zijn daarvoor nooit betreden werkkamer vonden ze talloze ongebruikte paraplu's, tekeningen van zijn hand van middeleeuwse gebouwen, meerdere piano's onder het stof (Satie componeerde blijkbaar nooit met een piano), zijn pakken die voor het grootste deel uit fluweel waren gemaakt (Satie stond tijdens een periode bekend als de Velvet Gentleman) en, op de raarste plekken verstopt, een aantal bijzonder vreemde composities (waaronder Vexations).

Vandaag hoorde ik dat zijn geboortehuis in Honfleur is omgebouwd tot een bijzonder museum, waarin zowel de excentriciteiten van de componist als de surrealistische stijl waarin zijn muziek geschreven is overdadig naar voren komen (hij was overigens ook bedreven als schilder van werken die in de laatstgenoemde stroming kunnen worden ingedeeld). Bezoekers krijgen een infrarood gestuurde helm op waarmee ze zijn muziek kunnen horen en lopen door een, als je de kritieken mag geloven, goed doordacht museum met een heel typische sfeer. Je loopt langs een reusachtige vliegende peer, ziet zwevende maatpakken en verzonken stoelen en vindt aan het einde van de wandeling een volledig witte kamer met een vleugel in dezelfde kleur, die uit zichzelf werk van Satie speelt.

Hier een filmpje waarin een goed deel van het museum wordt getoond (begint als homevideo, na 2 minuten wordt het interessant).

woensdag 29 juli 2009

Land des Schweigens und der Dunkelheit

Gisteravond zag ik deze mooie documentaire van Werner Herzog, wiens Grizzly Man een paar jaar terug nog in de bioscoop verscheen. Land of Silence and Darkness is een wat ouder werk, uit 1971, en beschrijft de memoires van Fini Straubinger, een Duitse vrouw die zowel doof als blind is.

Dit was confronterend. Ook al weet je dat ze niets kunnen horen en zien, het duurt echt enkele minuten voordat je doorhebt wat precies de leefomstandigheden voor dit soort mensen zijn. De documentaire toont veelvuldig hun manier van communiceren: met een tast-handschrift kunnen letters en woorden worden doorgegeven op de hand. Zo codeert het aanraken van de toppen van de vingers voor de vijf klinkers. We zijn onder andere getuige van een dag waarop doofblinden elkaar ontmoeten, waarbij elke gehandicapte een begeleider nodig heeft die hen met de tast doorgeeft wat er wordt gezegd en wat er gebeurt. De wereld waarin ze leven is er een van voelen: in de botanische tuin raken ze gefascineerd door de cactus, in de dierentuin wordt de slurf van de olifant en een spartelend aapje op schoot een belevenis.

Ontroerend was met name het laatste shot waarin een man de tuin opnieuw verkent en een boom omhelst, en de afsluitende woorden 'Wanneer nu een wereldoorlog zou uitbreken, zou ik er niets van merken' zouden je dan ook bepaald niet gedachteloos achter moeten laten.

dinsdag 28 juli 2009

Neue Nationalgalerie

Bovenstaande foto's maakte ik afgelopen zondag in Berlijn van de Neue Nationalgalerie, waar een tentoonstelling over de surrealisten te vinden was. Prachtig gebouw dat het laatste ontwerp was van Ludwig Mies van der Rohe, net als Moholy-Nagy aangesloten bij de Bauhausopleiding, waar hij directeur van de afdeling architectuur was. Mies van der Rohe ontwierp de grote zaal op de begane grond (zo'n 100 meter in het vierkant, te zien op de tweede foto) op zo'n manier dat het licht van buiten weerkaatst wordt door de vloer. De ruimte waar de collectie te bezichtigen is ligt hieronder en van daaruit kun je ook de aanliggende beeldentuin betreden. Het was het eerste gebouw dat werd gebouwd in het kader van de aanleg van het Kulturforum, in de buurt van Potsdamer Platz.

Mies van der Rohes Europese gebouwen (ook hij emigreerde vanwege de politieke ontwikkelingen in Duitsland naar Amerika) werden voor het grootste deel niet gebouwd. Vaak ging het net zoals in de Nationalgalerie om grote ruimtes met wanden van glas. Dit gebouw zou hij nog hebben kunnen zien: 1 jaar voor zijn dood in 1969 kwam het af. Zijn Amerikaanse ontwerpen waren wat dit betreft succesvoller in de zin dat ze sneller werden uitgevoerd - hij ontwierp onder andere wolkenkrabbers die nu als een prototype van hun soort gezien kunnen worden.

Stripgeluiden (2)

Aha!

Asterixboeken staan ook in hun volledigheid online. Dat stelt me in staat een mysterie op te lossen dat ik een paar maanden geleden opbracht: hoe vertaal je geluidswoorden in een strip? In 'Asterix op Corsica' ontploft een piratenschip door een sterk ruikende en explosieve Corsicaanse kaas. In de Nederlandse versie staat daar 'Vladababoemm!'; de vraag was nu wat dat in het Frans was.

Een pdf-versie van 'Asterix en Corse' bracht me uit de onwetendheid, maar niet voordat ik drie keer moest knipperen om te zien wat nu precies de verschillen waren. Er staat daar 'Vlabadabaoum!', dus de eerste 'ba' en 'da' zijn omgedraaid (een 'foutje'?), voor het verwachte 'ou' komt blijkbaar nog een extra 'a' (dat de ontploffing meertraps lijkt te maken) en het schip trilt ook iets minder na: in de Franse versie ontbreekt de dubbele 'm' aan het einde. Geluiden vertalen lijkt maar in 1 richting te kunnen.

De Franse versie vertelt ook dat je in het Frans op de deur klopt met 'Tomk, Tomk!', dat je in het water springt met 'Plouf!' en dat ezels balken met 'Hi-Han!'. Nou, kijk eens aan.

De wolken

Ik droeg nog kleine kleren, en ik lag
Lang-uit met moeder in de warme hei,
De wolken schoven boven ons voorbij
En moeder vroeg wat 'k in de wolken zag.

En ik riep: Scandinavië, en: eenden,
Daar gaat een dame, schapen met een herder -
De wond'ren werden woord en dreven verder,
Maar 'k zag dat moeder met een glimlach weende.

Toen kwam de tijd dat 'k niet naar boven keek,
Ofschoon de hemel vol van wolken hing,
Ik greep niet naar de vlucht van 't vreemde ding
Dat met zijn schaduw langs mijn leven streek.

- Nu ligt mijn jongen naast mij in de heide
En wijst me wat hij in de wolken ziet,
Nu schrei ik zelf, en zie in het verschiet
De verre wolken waarom moeder schreide -

Martinus Nijhoff

Met een ballon de ruimte in

Zoals de Britse astronoom Fred Hoyle al zei: de ruimte is helemaal niet ver weg - het is maar een uurtje rijden met de auto, wanneer je recht omhoog rijdt. Vier Spaanse scholieren en hun natuurkundeleraar besloten met een vergelijkbaar simpele manier het gebied rond de aarde te verkennen en kochten gewoon in de winkel een eenvoudige digitale camera (₤ 56,=) die ze aan een met helium gevulde ballon vastmaakten. Met een zendertje dat hen de coördinaten doorgaf konden ze via Google Earth de positie van de ballon volgen, om na het neerkomen van de camera (slechts 15 km verderop) de geheugenkaart eruit te kunnen halen en te zien wat voor foto's de camera had gemaakt.

Vanwege het tegen straling beschermende folie waar de apparatuur mee was ingepakt en het isolatieschuim tegen het effect van wrijving in de atmosfeer bleek de camera nauwelijks beschadigd. De ballon bleek op 30 km hoogte in de stratosfeer te zijn gekomen, drie keer zo hoog als de hoogte waarop een normaal vliegtuig vliegt - de kromming van de aarde was duidelijk zichtbaar. Hier de fantastische foto's van de voorbereidingen van het Meteotek-project en die van tijdens de vlucht.

Wat een eenvoud.

donderdag 23 juli 2009

Der Lauf der Dinge

Eindeloos herhaald op de VPRO, en altijd miste je het begin of het einde. En toch duurt het maar 30 minuten: de film Der Lauf der Dinge van Peter Fischli en David Weiss beschrijft een kettingreactie in een fabriekshal, waarbij ballonnen treintjes aandrijven, cilinders omhoog rollen en karretjes zich met behulp van gemene chemicaliën een weg vreten door piepschuim. De film werd gemaakt in 1987 en was een vervolg op de fotoserie die de kunstenaars eerder maken, waarin gebalanceerde standbeelden (bijv. een stapeling van stoelen) waren afgebeeld die er uit zagen alsof ze elk moment konden instorten. De spanning die de film teweeg bracht werd vergeleken met die in een Hitchcockfilm - maar dan met voorwerpen in plaats van mensen. Nog niemand ben ik tegengekomen die er niet op de een of andere manier door geboeid was - bekijk hem, vanaf hier, of doe de kunst een plezier en koop hem, bijvoorbeeld hier.

woensdag 22 juli 2009

De rol van Jack Kerouac (2)

Van Kerouac wordt overigens ook vaak gezegd dat hij een mooie stem had. Bevooroordeeld luister je daar dan vervolgens naar - maar inderdaad, hoewel duidelijk Amerikaans (dat nu eenmaal niet direct mijn voorkeur geniet) een opvallende. Hier spreekt hij een mengelmoesje van Frans (dat z'n eerste taal was) en Amerikaans Engels, terwijl hij zijn generatie verdedigt.

De rol van Jack Kerouac

Op het moment lees ik On The Road van Jack Kerouac, een van de schrijvers die je noemt als je het over de Beat Generation hebt, die in de jaren '50-'60 van de vorige eeuw in Amerika zijn hoogtepunt had. 'Beat' was een term die door Kerouac voor het eerst gebruikt werd in de zin 'So I guess we're a beat generation' tegen een bevriend schrijver en sloeg op de levenswijze die nog door andere leden van de generatie specifieker zou worden uitgedrukt: met een naaktheid van de ziel die ontstaan is door de hardheid van het leven 'mystical detachment' te omarmen en te leven in een 'relaxation of social and sexual tensions'. In de goot zitten, maar omhoog kijken. Belangrijk in deze periode was de muziek die als 'bop' in de jazz was ontstaan, onder andere met Dizzy Gillespie. De spirituele kant van het alles was echter zeker niet onbelangrijk: Kerouac vond het met de zaken bergafwaarts gaan toen 'beatnik' zijn, zoals de leden schertsend werden betiteld, een excuus werd voor ordinair losbandig leven. Schrijven ging bij hem het beste wanneer hij in een geestelijke impuls terecht was gekomen door middel van steeds maar door te schrijven. Het autobiografische On The Road, waarin hij met zijn alter ego Sal Paradise de manier van leven illustreerde die Beat-eigen werd, typte hij dan ook aan een stuk door op 8 fikse vellen papier, die in een grote rol aan elkaar werden geplakt en bij elkaar glorieus doeltreffend The Scroll worden genoemd. Hoe dan ook duurde het met alle wijzigingen 9 jaar voordat het boek z'n daadwerkelijke versie kende, waarin het nu te lezen is. Compleet met alle pseudoniemen voor de andere Beaters, die over een tijdje aan de orde zullen komen.

dinsdag 21 juli 2009

Der Zauberlehrling

Net als Shelleys Frankenstein ontstond ook Goethes Der Zauberlehrling uit een vriendschappelijk letterkundig wedijveren: in duel met Schiller schreef de Duitse halfgod in 1797 meerdere werken, waaronder de ballade over een tovenaarsleerling die met zijn magie de bezem en emmers betovert om de vloer schoon te krijgen. Goethe baseerde zich op de raamvertelling Philopseudes van Lucianus van Samosata, uit de 2e eeuw na Christus, en schreef een gedicht dat trouw aan dat verhaal bleef en twee regels bevatte die nu een populaire uitdrukking in de Duitse taal vormen voor wanneer je in een voor jezelf onbeheersbare situatie terecht bent gekomen: Die ich rief, die Geister, werd ich nun nicht los. De naam van de ballade werd zelfs die voor een computerfout: er wordt gesproken van Sorcerer's Apprentice mode wanneer receipts op e-mails van zichzelf weer nieuwe receipts doen zenden en een oneindige lus ontstaat van verzonden e-mails. Paul Dukas, Frans componist rond de eeuwwisseling van 1900, maakte op zijn beurt van Goethes ballade een symfonisch scherzo, waarover zowel het publiek als hij zo tevreden was dat hij het - in tegenstelling tot het grootste deel van zijn werk - nu eens niet verbrandde en dat uitgroeide tot het bekendste werk dat hij ooit schreef.

Hier de transcriptie voor twee piano's, van de hand van Dukas. (Vertalingen voor 1 piano probeerde ik ooit uit: onspeelbaar, welke je ook vindt.)

maandag 20 juli 2009

László Moholy-Nagy

Moholy-Nagy (1895 - 1946, uitspraak moeilijk, voor Engelstaligen uit het Hongaars overgezet 'Mo-hoy-Neug') werd leraar vormleer aan de ontwerpersopleiding Bauhaus in 1923, toen dat nog geleid werd door oprichter Walter Gropius, de tweede echtgenoot van Mahlers weduwe Alma. Op bovenstaande foto is hij gefotografeerd door zijn vrouw Lucia, in de periode dat hij nog bij Bauhaus werkte. Toen zijn werk echter door de Duitsers gecensureerd moest gaan worden vertrok hij naar Engeland en daarna Amerika, waar hij een Engelse Bauhaus wilde oprichten, die een gematigd succes werd. Moholy-Nagy ontwierp, schilderde, fotografeerde, deed aan beeldhouwen, experimenteerde met fotogrammen en hield zich bezig met films, onder andere het maken van special effects. Hij verkondigde het idee van 'The New Vision': fotografie kon je de wereld laten zien op een manier zoals het normale oog hem niet kon waarnemen. Daarop aansluitend maakte hij in zijn filmperiode onder andere kinetische constructies die lichtpatronen konden genereren. Een prominent voorbeeld daarvan is 'Lichtspiel: Schwarz-Weiss-Grau', waarbij met verschillende schermen, spiegels en prisma's de grenzen van het zwart-wit-grijs werden verkend. Een camera legde daarbij de verschuivingen vast.

Hier een aantal foto's van zijn hand en hier het Lichtspiel.

Een kraai bij Siena

Hoe een kraai vliegt over de heuvels
bij Siena: een verkreukelde zwarte lap
boven het koperen landschap.
Werkt zich rot, denk je van onderaf,
met die averechtse vleugels.

Door de kijker zijn slimme snavel,
zijn eigenwijs hoofd: hij lapt
het toch maar. Niet de begaafde
vlechtwerken boven de stad
van de zwaluwen - hij blijft een aardse

zitter, die heeft gedacht:
waarom zij wel verdomme? en is opgestegen
om zich verbaasd te begeven
naar dit veel te grote blauw.

Hoe zich deze woorden bewegen
ongeveer van mij naar jou.

Willem van Toorn

Isaac Asimov

Op de dag van de eerste maanlanding een sciencefictionschrijver: met Robert Heinlein en Arthur C. Clarke vormde Isaac Asimov de Grote Drie. Als biochemicus deed hij niet veel, als schrijver des te meer: meer dan 500 boeken staan op zijn naam, op zowel fictie- als non-fictiegebied. Wanneer het niet een (kort) verhaal was wat hij schreef was het vaak een geschiedenis- of natuurwetenschapsboek. Zijn fictiewerk schreef hij in twee perioden en hij unificeerde het aan het einde van zijn leven door middel van een aantal overgangsverhalen (met wat foutjes hier en daar, maar daar valt de liefhebber niet over). Wat ik eerder van hem las betrof zijn latere periode, waarin robots een prominente rol spelen. Asimov was degene die het woord 'robotics' bedacht (hoewel hij dacht dat het etymologisch hetzelfde in elkaar zat als woorden als 'mechanics'), was de vader van wat het genre nu kent als een positronisch brein en schiep de drie wetten die in zijn wereld in elke robot geprogrammeerd zijn om chaos te voorkomen: nooit een mens iets aandoen, alles doen wat een mens zegt (tenzij dat in strijd is met regel 1) en altijd zorgen dat je zelf heel blijft (tenzij dat in strijd is met regel 1 en 2).

Zijn eerdere periode werd gevormd door de Foundationverhalen, waarvan ik het eerste deel vorige week in een ruk uitlas. Centraal staat hierin het idee van 'psychohistory', dat bij Asimov een wiskundige methode behelst om bij een zeer grote groep mensen te kunnen voorspellen hoe hij zich in de toekomst gaat gedragen, wanneer je aanneemt dat door de grootte van de groep het gemiddelde gedrag van een individu willekeurig is. Een psychogeschiedkundige voorspelt dat het gevestigde keizerrijk ten onder zal gaan en laat honderdduizend man naar een planeet aan de rand van de melkweg trekken om de kennis die er op dat moment is niet verloren te laten gaan. Een interessante opvolging van machtsspellen op de reserveplaneet volgt.

Snel de volgende twee Foundationdelen zien te vinden, en met de sciencefictionsmaak weer te pakken op de Deventer-boekenmarkt binnenkort opnieuw een poging wagen voor Arthur C. Clarke - al zal dat tussen alle vertaalde Stephen Kings niet meevallen. Verslag zal volgen.

donderdag 16 juli 2009

Instructies

IKEA besteedt vrij veel aandacht aan de instructies die je uitleggen hoe je de bij hen gekochte meubels in elkaar moet zetten. Makkelijk is het dan ook niet: technisch vrij ingewikkelde handelingen puur in een woordeloze strip overzetten. Wanneer ik zo'n Zweedse spaanplaatkast in elkaar moet zetten voelt het als Lego voor volwassenen. Fouten worden afgestraft door vernieling van het materiaal.

Alleen: toch een gemiste kans. Lego beeldde namelijk naast de tekeningen met bouwinstructies aan het einde ook altijd een drietal foto's af met voorbeelden met wat je allemaal nog meer van je politieauto kon maken wat niet een politieauto was. De artistieke afdeling van IKEA zou dat soort foto's als kunstuiting standaard ook moeten toevoegen aan hun waar. Zodat als je je thuis verveelt je een bijzettafeltje kunt ombouwen in een waterrad, je bankstel in een kasteel en je kledingkast in een helicopter.

woensdag 15 juli 2009

Het treurige liefdesleven van Anton B.

Als ooit een componist duidelijk verschilde in hoe hij was met wat hij aan muzikale output leverde, dan was het wel Anton Bruckner. Waar de symfonieën groots en majestueus klinkende werken zijn was hun schrijver een onzeker, verlegen en simpel mens die zeer gevoelig was voor kritiek, bang was voor vuur en het in zijn leven altijd maar bleef proberen bij de vrouwen, maar altijd werd afgewezen.

Meisjes, dat waren het. Tot aan zijn dood legde hij het aan met (of eigenlijk: af tegen) vrouwen tussen de 15 en 20 jaar jong, liet vrienden informatie over hen vergaren zodat hij alles over hen te weten kwam, deed zijn object van verlangen vervolgens een huwelijksaanzoek en ging na de afwijzing daarvan verder met haar dochter. Niet elke vrouw mocht zich echter verheugen op de interesse van de componist: als je niet katholiek was ging het feest niet door. Dat katholiek zijn was tegelijkertijd de reden dat Bruckner überhaupt achter vrouwen aanzat: seks beschouwde hij als verwerpelijk en hij vond het een zonde ooit een keer in zijn leven een vrouw een zoen te hebben gegeven, maar hij zag het als een opdracht van God om zich te vermenigvuldigen en had dus wel degelijk een meisje nodig.

Maar zijn verschijning, zijn onhandigheid en zijn volle overgave tot zijn werk zouden het hem zijn leven lang onmogelijk maken dat ideaal te bereiken: in zijn altijd zwarte pak met te kort jasje en veel te wijde broek (opgetrokken tot de oksels) maakte hij een belachelijke indruk en zijn dwangneurosen en kuisheidsdrift stonden hem bij. Een meisje met parelketting stuurde hij bloednerveus weg aangezien zijn telziekte hem binnen een minuut zou gaan voorschrijven het aantal geregen parels op te nemen. Een vrouwelijke serveerster (die in die tijd geen onomstreden beroep uitoefende) die op verzoek van zijn vrienden bij hem op schoot ging zitten kreeg een 'Apage, Satana!' naar het hoofd geslingerd. En toen een niet heel mooie vrouw zich aandiende toen hij na een succesvolle tweede uitvoering van zijn Te Deum in een echt wilde bui had besloten elk vrouwelijk lid van het koor te zoenen, schreeuwde hij net iets te hard 'Nee, deze moet ik niet!'. Een katholiek gezin stichten was duidelijk niet wat hij bedoeld was te doen in deze wereld - begraven werd hij daarom niet met zijn familie, maar met zijn muziek bij God. Hij ligt in een eenzame kist, onder zijn orgel in de kerk van St. Florian.

dinsdag 14 juli 2009

Tim Knowles

Nog meer statische registratie van beweging: Tim Knowles bevestigde voor zijn Tree Drawings tekenmateriaal aan boomtakken en liet de bomen hun handtekening achterlaten. Het viel hem op dat elke boom een eigen patroon leek te hebben. Een eik levert iets anders op dan een treurwilg. Hij liet het niet bij bomen: ook ballonnen, auto's, wandelaars en insecten liet hij tekenen - de laatste twee door het licht dat ze afgeven of met zich meedragen te laten zien aan een camera met lange sluitertijd.

In een ander project liet hij zichzelf sturen: in zijn serie Windwalks laat hij een GPS-toestel tekenen hoe hij loopt, terwijl hij een pijl met zich meedraagt die zich in de richting van de wind stelt.

Hier zijn website met meerdere voorbeelden.

maandag 13 juli 2009

Lichtschilderen

Laat licht vallen op een plaat fotogevoelig materiaal zonder daarbij een camera of lenzenconstructie te gebruiken, en wat je krijgt wordt een luminogram genoemd. Je registreert op deze manier bijvoorbeeld in plaats van een statische voorstelling eerder een beweging van een lichtbron, door het traject dat de bron beschrijft vast te leggen. Plaats voorwerpen op een plaat fotogevoelig materiaal, belicht het vervolgens kort en wat je dan krijgt wordt een fotogram genoemd. Bovenstaande geeft het resultaat wanneer je dit met citroenschijven en tomatensteeltjes doet. Fanaten noemen deze manieren van beeldvorming fundamenteel verschillend van fotografie en vergelijken bijvoorbeeld het fotogram eerder met een ets of litho. Een beroemd artiest die gebruik maakte van de luminogram- en fotogramtechniek was László Moholy-Nagy - over wie binnenkort meer.

zondag 12 juli 2009

Moritz Moszkowski

Toch altijd een beetje twijfelachtig wanneer je als componist na je dood alleen maar herinnerd wordt wanneer een van je composities toevallig als toegift wordt gespeeld en nooit eens op het hoofdprogramma staat. Moszkowski heeft helaas toch die eer toebedeeld gekregen. Hij werd geboren waar nu Polen ligt en werd een groot pianist en componist. Regelmatig vroegen pianobouwers hem om nieuwe modellen te demonstreren aan het publiek door er met grote virtuositeit flink reclame voor te maken. Hij schreef naast een opera, een symfonie, een pianoconcert en een vioolconcert met name kleine stukken voor piano, waar hij nu het meest bekend om is - althans door wat er van hem gespeeld wordt na wat er blijkbaar muzikaal meer toe doet. Met name zijn etudenbundel maakt nog steeds indruk: overdadig virtuoos en prima in het gehoor liggend.

Aan het einde van zijn leven ging het hem financieel bijzonder slecht. Toen hij in 1922 aan het een of ander geopereerd moest worden en hij arm en ziek op bed lag, besloten bevriende meesterpianisten hem een hart onder de riem te steken en organiseerden ze een Moszkowski-benefietconcert in Carnegie Hall. Met 15 vleugels die al dan niet simultaan pianowerk ten gehore brachten. Zo speelde elke pianist een deel uit Schumanns 'Carnaval' en barstte onder leiding van dirigent Walter Damrosch het geweld los toen Schuberts Militaire Mars ten gehore werd gebracht. Een ruime 10.000 dollar werd opgebracht waar Moszkowski nog de drie jaren tot zijn dood op kon teren.

Hier en hier zijn bekendste toegiftwerk.

Bloedgang

Er is het onderhuids verraad
dat elk verweer aan stukken slaat
mijn verweer -- het geweer
op mijzelf gericht
de eigen klap
in het eigen gezicht
de opgebroken straat
het huis dat aan het water staat
herinnering
aan het foetus-zijn:
de deur intrappen met ogen dicht
en reeds het bankroet van de laatste snik
de laatste adem
het laatste gedicht

Simon Vinkenoog (1928 - 2009) (hier werd hij 80)

zaterdag 11 juli 2009

Chuck Close

De Amerikaan Chuck Close maakt reusachtige schilderijen (en de laatste tijd ook geweven wandkleden), meestal op basis van foto's. Hij gebruikt altijd het concept van een grid waarbij net als op een computerscherm met pixels elk punt apart wordt ingekleurd. Dat gebeurt bij de schilderijen meestal door elk vakje in te vullen met concentrische ringen van verschillende kleuren: wanneer je er verder vandaan gaat staan maakt je oog daar 1 kleurwaarde van en wordt het een geheel. Zijn werk dat als eerste hiermee werd gemaakt was de zwart-witafbeelding Big Self Portrait (hierboven getoond, 2.73 x 2.12 m) dat blijkbaar zo'n hoge resolutie heeft dat individuele puntjes niet zichtbaar zijn wanneer het wordt afgedrukt in een boek. Het duurt dus inderdaad maanden voordat een dergelijk werk af is.

Bijzonder in zijn leven was waar hij aan refereert als The Event. Op 7 december 1988 voelde hij voorafgaand aan een door hem te geven lezing een hevige pijn in zijn borst. Na de lezing is hij in alle haast naar het ziekenhuis gegaan, waar een zeldzame afwijking van zijn ruggenmergslagader werd opgemerkt. Het resultaat was dat hij kort daarna in een rolstoel terecht kwam vanwege zeer beperkt functioneren van zijn armen en benen. Hij ging echter wel door met werken, zij het dat hij nu door een assistent terzijde wordt gestaan. Het materiaal werd ook anders: hij gebruikt nu ook stukjes vreemdgevormd papier en snippers met vingerafdrukken in inkt.

De Twintigjarige

(Klacht)

Daar zit hij en denkt aan de dagen der jeugd,
De lachende morgen van 't leven:
Voorbij is die wellust, vervlogen die vreugd,
't Heeft alles de jong'ling begeven:
Daar zit hij, de blik op de golven gevest,
Of staart er, als zocht hij naar beter gewest,
Op 's overzijds donkere dreven.

Ja, hoe hem de wereld een bloemenpad scheen,
Elk mens schier een engel op aarde,
Dat zalig gevoel, ach! het ijlde daarheen,
Als 't windje dat suist door de gaarde.
Gesmaad is zijn naam en onteerd zijn geslacht -
Toch treft van zijn lippen noch vloektoon noch klacht,
Die deze rampen hem baarde.

Zijn ouders, ach! rusten in 't zwijgende graf,
En meer dan die dierbare doden,
Verscheuren zijn boezem die vrienden zo laf,
Zo trouwloos in 't leed hem ontvloden.
Maar neen! geen onedel, geen vrouw'lijk geween
Verlaag' hem! - Wat ook van zijn zijde verdween,
De sterv'ling heeft luttel van noden!

E.J. Potgieter

Picasso en de Mona Lisa

Tussen 20 en 24 augustus 1911 werd de Mona Lisa gestolen uit het Louvre, waar het destijds nog zonder alle beveiliging met vier eenvoudige metalen schroeven aan de muur hing. De lege lijst werd gevonden achter de verwarming. Stelen ging destijds een stuk makkelijker: vier jaar eerder werd al een aantal Spaanse beelden uit het museum ontvreemd, die gewoon onder de kleding verstopt waren en wat nog door geen camera gezien kon worden. Een aantal van deze beelden werd na de Mona Lisa-diefstal op twee opeenvolgende dagen geretourneerd, door ze af te geven bij de lokale krant.

Het spoor leidde de rechercheurs naar wat de Bande de Picasso werd genoemd, een groep kunstenaars onder supervisie van de Spaanse schilder en zijn compagnon, de dichter Guillaume Apollinaire. Niets moesten ze hebben van musea: die 'verlamden de verbeelding' alleen maar en lieten geen ruimte om een eigen creatieve taal te ontwikkelen. Precies om de reden dat ze verdacht werden van de beeldenroof (en niet geheel onterecht: Picasso kocht eerder twee van de gestolen beelden en hield ze thuis achterin een kast verborgen) moesten ze ook maar opdraaien voor de raadselachtige verdwijning van Leonardo's schilderij. Apollinaire werd als eerste opgepakt, bracht twee dagen in de gevangenis door en verwees toen naar Picasso, die opgetrommeld werd en in een intimiderend roodgestippeld polka-overhemd met bijpassend vloekende zijden stropdas voor de rechter verscheen. In niets liet hij blijken dat hij Apollinaire zou kennen en hij werd vrijgesproken - terwijl hij een paar dagen daarvoor nog met zijn vriend langs de Seine had gelopen om een met beelden volgeladen koffer in de rivier te gooien. Uit angst hadden ze het niet gedurfd en had Picasso besloten de beelden naar de Paris-Journal te brengen. Apollinaire gaf alsnog het kopen van gestolen goederen toe en erkende het ondertekenen van een manifest dat het afbranden van het Louvre bepleitte.

27 Maanden na de diefstal werd Vincenzo Peruggia, een Italiaan die had gemeend dat de Mona Lisa in zijn vaderland thuishoorde en zich verstopt had in het museum, opgepakt toen hij het schilderij aan het Uffizi in Florence wilde verkopen. Een van de 4 mensen die tien maanden voor de diefstal waren aangewezen om grote meesterwerken in het Franse museum achter een glasplaat te plaatsen.

donderdag 9 juli 2009

Ivanhoe

Aan het einde van zijn leven stapte Sir Arthur Sullivan, die met librettoschrijver W.S. Gilbert zo veel komisch muzikaal werk had afgeleverd in de vorm van talloze operettes, nog een keer over naar een groot en serieus werk, dat voor een totale opleving in de Victoriaanse opera zorgde. Want, tsja, Victoriaanse opera's, die waren er niet echt. Sullivan zette zich af tegen, onder andere, Wagneriaanse opera's om talloze redenen, maar leverde tegelijkertijd een werk af dat toch een ruime vier uur in beslag nam om uit te voeren, een doorgecomponeerde structuur had en hier en daar toch echt Leitmotiv-achtige elementen had. Het verhaal was dat van dat zo vreselijk populaire boek van Sir Walter Scott: Ivanhoe.

Eerst vroeg Sullivan aan Gilbert of die ook voor dit werk het libretto wilde schrijven. Maar daar zag deze van af: in werken van dit kaliber was de rol van librettist ondergeschikt vergeleken met die in de komische opera. In een collega van hem, Julian Sturgis, vond Sullivan een alternatief met wie hij een stuk componeerde dat eigenlijk alleen goed te volgen was voor mensen van die tijd, die goed vertrouwd waren met de roman van Scott. Richard D'Oyly Carte, Sullivans impresario, die ervoor had gezorgd dat de eerdere operettes in het Savoy Theatre konden worden uitgevoerd, was zo enthousiast over het hele plan dat hij ervoor zorgde dat een geheel nieuw operahuis werd gebouwd: het Royal English Opera House in Westminster.

De première vond plaats in 1891. Het werd een groot succes, gevolgd door onmiddelijke sluiting van het operahuis. Na een ongeëvenaarde 161 keer Ivanhoe had men geen volgend nummer meer op het programma staan - en sindsdien hoor je er niets meer over. In 2010 komt er, wellicht, een fatsoenlijke uitvoering op CD.

woensdag 8 juli 2009

Woordeloos beter

Opnieuw de show 'Split' van Mini en Maxi gezien gisteren en opnieuw onder de indruk van wat ze allemaal voor moois maakten, voordat ze moesten stoppen en met het werk van anderen verder gingen. In Becketts 'Waiting for Godot' moeten ze fantastisch zijn geweest, bij Neil Simons 'The Sunshine Boys' die we een paar jaar terug zagen werkte het, vond ik, niet meer - maar dat zou prima aan het (af en toe inmiddels wel erg flauwe) stuk hebben kunnen liggen.

In hun tekstloze werk hadden ze eigenlijk een bepaalde basis-sketch: de serieuze kleine probeert gevoelig een stuk muziek voor te dragen, waarbij de veel langere alle spanning uit de lucht haalt en hem de hele tijd onderbreekt met ragtime-pianomuziek, leeglopende ballonnen en indianengeluiden. Honderd keer dat principe en het werkte. Altijd. Alle sketches die ervan afweken waren eigenlijk alleen maar beter: twee patsers die met handjeklap elkaar proberen af te troeven, de marionettenspeler met een levende marionet en, onbetaalbaar, de sketch met de jas.

Voor wie hem destijds miste: een grote samenvatting van hun werk kwam op 5 DVD's uit. Bijvoorbeeld hier nog te bestellen.

Il Girasole

Italiaans voor zonnebloem, maar het is ook de naam van een surrealistisch aandoend huis in de buurt van Verona. Het staat op een heuvel en bestaat uit een toren met twee zijstukken op een rond terras. Het was de woning van ingenieur Angelo Invernizzi, die in 1931 besloot om een huis te maken dat net als ongeopende zonnebloemen met de zon meedraait.

Het grootste deel van de woning bevindt zich in het binnenste van de rots: de toren huisvest een spiraaltrap die door de ruiten bovenin belicht wordt. Het hart van de toren is een open lift die je ook kunt gebruiken om bovenin te komen. In het roterende deel is 1 arm de woon- en eetkamer en de andere een muziekzaal; in het midden zitten de slaapvertrekken en de studeerkamer. Inwonenden hebben volledige controle over de beweging: middels een controlepaneel kan het huis worden stopgezet of de andere kant op worden gedraaid.

Na de dood van Invernizzi werd het niet meer bewoond en dreigt het op deze manier in verval te raken. Maar er is hoop: er zijn plannen om van het huis een centrum voor onderzoek naar alternatieve energiebronnen te maken - goed zo, voor zonnecellen moet toch in ieder geval een goede plek te vinden zijn.

donderdag 2 juli 2009

Rach 3

Gisteravond zat Freddy Kempf in het Concertgebouw met het Brabants Orkest onder leiding van Alan Buribayev heel erg goed Rachmaninoffs Derde Pianoconcert uit te voeren. Op 1 moment nagenoeg tot tranen toe geroerd: dit zijn de uitvoeringen waar het wat mij betreft om gaat. Eindelijk geen overdreven vertoon van virtuositeit, maar een grandioze combinatie van ingehouden spel en oprechte gepassioneerdheid. Eindelijk geen afgeraffel van muzikale frasen, maar juist lang uitgerekte passages die geen moment verveelden. Eindelijk niet een uitvoering waarbij het orkest vaak genoeg ondergeschikt is, maar eentje waarbij nu eens al die voortreffelijke extra lijnen boven die van de piano uitstijgen en er een gebalanceerd geheel van maken.

Het berucht moeilijkste pianoconcert ter wereld was voor Rachmaninoff zijn visitekaartje toen de goede man in 1909 naar de Verenigde Staten vertrok voor een concerttour. Hij droeg het werk op aan meesterpianist Józef Hoffman (de uitvinder van de pneumatische schokdemper), die het werk nooit speelde omdat hij er niets om gaf. De pianist werd door Rachmaninoff als superieur aan hemzelf gezien: toen hem gevraagd werd wie hij de beste pianist van dat moment vond, moet hij hebben geantwoord: 'Nou, je hebt Józef Hoffman.' Na een pauze voegde hij toe: 'En daarna heb je mij natuurlijk.'

De compositie van het concert verliep vlekkeloos: het stuk zou zichzelf hebben geschreven volgens de componist. Hoe gevreesd het concert nu ook om z'n moeilijkheid is: Rachmaninoff vond het net iets beter te doen dan z'n Tweede - het zou iets makkelijker 'onder de hand vallen'. De première in Amerika kwam met hemzelf als solist, nadat hij het stuk op de boot naar de VS nog had zitten instuderen op een stil toetsenbord. De tweede keer was ook met hem, en met het orkest onder leiding van Mahler, in New York. Een uitvoering waar Rachmaninoff nog jaren later met het grootste genoegen op terugkeek vanwege de solide aanpak van Mahler: ook hij was van de overtuiging dat het orkest niet zo maar een begeleiding moest vormen, maar een volwaardige partner van de solist. Kijk, aan dat soort mensen heb je wat.

Hier het concert, met Vladimir Horowitz.

woensdag 1 juli 2009

Handleiding tot een speelser leven

Gisteravond bezocht ik de Kunstacademie in Den Haag voor de afstudeerprojecten die daar nu worden tentoongesteld. Eigenlijk alleen de fotografiemensen gezien: veel moois en veel gevarieerdheid in onderwerpen. Maar ik kwam voor Irene, die ik al heel lang goed ken.

Bij haar ging het om spelen. Dat doe je als kind maar dat moet je blijven doen; het geeft je rust. In de momenten tussendoor, om niet de hele tijd maar aan jezelf of de rest van de wereld te hoeven laten zien dat je ambitie hebt en hard werkt. Heel veel tips voor af en toe even wat speels tussendoor daarvoor bundelde ze in 'Als je goed kijkt zitten ze overal - Handleiding tot een speelser leven'. Dus: even een toren maken van de uitgeperste sinaasappelhelften en die daarna omduwen. En even een klein poppetje van jezelf maken uit klei. Suggesties kreeg ze ook van mensen om haar heen - de mooiste is wat mij betreft het afvalkunstwerk met alle troep uit een treinprullenbak aan elkaar vast gemaakt. Gemaakt door iemand die de Nintendo DS van z'n zoontje niet had meegenomen en op deze manier de interesse van de hele treinwagon kreeg.

Bekijk hier haar mooie foto's, ook voor meer informatie over het boek (mogelijk in de toekomst te bestellen).