zaterdag 31 januari 2009

De wolkenkrabber van Archangelsk

In de allereerste havenstad van Rusland wordt het zicht bepaald door het grootste huis ter wereld dat geheel van hout is gemaakt. Nikolai Sutyagin was na zijn reis door Noorwegen en Japan niet meer tevreden over zijn woning: die ruimte op het dak kon veel beter worden besteed. Het gebouw is nu 13 verdiepingen hoog, in totaal een kleine 50 meter. De maker werkt er sinds 1992 aan, samen met zijn familie, maar moest in de tussentijd wel een paar jaar de gevangenis in vanwege zijn betrokkenheid bij de georganiseerde misdaad. In de tussentijd vindt de bevolking het gebouw maar niets: het wordt bijzonder lelijk gevonden en bovendien vormt het een groot brandgevaar.

Als je het wél mooi vindt en het nog wilt zien: ga vandaag. Morgen wordt het gesloopt.

vrijdag 30 januari 2009

Rouwclowns

Toch iets over begrafenissen.

Sommige mensen willen er een clown bij hebben. Maar niet eentje met handbuzzers, spuitende bloemetjes of een druk persoon met dijenkletsers. Rouwclowns stellen zich bescheiden op en zijn ervoor bedoeld om de spanning te breken. Mensen weten zich niet altijd een houding te geven op dit soort gelegenheden - die clown zorgt ervoor dat mensen zich iets meer op hun gemak voelen. Hij poetst vlekjes weg op de kist van berucht ijdele personen, geeft schouderklopjes, loopt wat overdrevener mee met de stoet en huilt ook mee om mensen te helpen zich te uiten. In Nederland heb je er niet veel: ze zijn op een hand te tellen.

Ik hou niet echt van acties waarin mensen bijvoorbeeld hun kist laten beschilderen 'om eens wat anders te doen'. Maar het effect van zo'n clown begrijp ik nog wel ergens. Nieuw is het trouwens niet: indianen en de Romeinen hadden ook al een dergelijk figuur.

donderdag 29 januari 2009

Tonnus Oosterhoff

Gisteren werd Ramsey Nasr als dichter des vaderlands gekozen. Ik ken hem niet, maar z'n gedicht en voordracht vond ik in ieder geval wel de beste die er getoond werden tijdens de uitzending, met Joke van Leeuwen als goede tweede. Ik ben benieuwd naar wat Nasr gaat afleveren.

Ook werd gisteren de eerste Awater Poëzieprijs toegekend aan een dichter die ik inmiddels al wel een tijdje ken: Tonnus Oosterhoff! Hij schreef volgens de recensenten de beste dichtbundel van het afgelopen jaar: Ware Grootte. En hij krijgt er maar liefst 500 euro voor.

Gisteren waren we het er over eens dat Oosterhoff niet geschikt zou zijn als dichter des vaderlands: de flarden die hij opvangt uit het dagelijks leven komen meestal op zo'n onherleidbare manier terug in zijn gedichten dat ze waarschijnlijk niet zouden passen voor successen van Olympische teams of openingen van schutsluizen. Gelukkig is dat niet erg.

Iets anders is dat Oosterhoff ook multimedia-gedichten schrijft (bij z'n bundel Hersenmutor zat een CD-ROM) die uiteraard heel geschikt zijn voor internet. Zijn site bevat een aantal interessante gedichten met geluid en animatie.

Hier te zien.

woensdag 28 januari 2009

Verbleekte driekleur

Hoe is uw lief gelaat zo bleek,
Dat eenmaal zo vriendlijk kon blozen?
Ach, als de zuivre zonne week,
Verbleken de lachende rozen.

Hoe is uw voorhoofd nu zo dof,
Zo stroef en zo droef en zo duister?
Ach, als de wind ze sleurde in 't stof,
Verliezen de lelies hun luister.

Hoe staan die oogjes nu zo flauw,
In wenende wimpers verscholen?
Ach, drijvende in te kille dauw,
Besterven de blauwe violen.

J.J.L. ten Kate

dinsdag 27 januari 2009

Germaine Tailleferre (1892 - 1983)

Zoals overal duurde het ook onder componisten een tijdje voordat vrouwen zich met de zaken mochten gaan bemoeien. We kennen er niet zo heel veel, laat staan wat ze geschreven hebben. Het is vaak genoeg 'de vrouw van' geweest: mevrouw Schumann schreef een beroemd strijkkwartet en Alma Mahler mocht met haar Gustav trouwen, maar dan moest dat met dat muziek schrijven wel afgelopen zijn - hij duldde geen enkele concurrentie.

Er was ook een vrouw in het gezelschap van de Groupe des Six, waarvan ik Milhaud al eerder noemde. Zij heette Germaine Tailleferre en om klaarblijkelijk de achterstand van de vrouwen even goed te maken zorgde ze voor een enorme verscheidenheid aan muzikale werken. Naast opera's, balletten, werken voor orkest en solo-instrumenten als harp en piano was ook filmmuziek van haar hand. Ze was getrouwd met karikaturist en schilder Ralph Barton en leerde hierdoor onder andere Charlie Chaplin kennen.

Haar muziek was in lijn met de algemene opvatting van Les Six: geen impressionistisch geneuzel of Wagneriaanse godenbombast, maar heldere, frisse melodieën die je hoe dan ook serieus moet nemen. Wat ik nu van haar ken en mooi van haar vind: luister naar haar Impromptu voor piano, haar Berceuse voor viool en begeleiding en haar Pianotrio. Transparante, Franse muziek zoals de groep het wilde.

Of luister naar deze Arabesque voor klarinet met begeleiding.

(foto onder: Ralph Barton met Charlie Chaplin)

maandag 26 januari 2009

Kuifjeprofessoren

Hergé (Georges Remi) had in bijna al zijn Kuifjeverhalen een geleerde nodig. Er zit er één in De Geheimzinnige Ster, in De Scepter van Ottokar, in Het Gebroken Oor, in De Sigaren van de Farao, enzovoorts. Het was altijd hetzelfde typetje: een uitermate verstrooid figuur dat volledig in zijn eigen wereld leeft, maar intussen donders goed weet dat waar hij mee bezig is ertoe doet.

Het zal daarom toch deels ook een oplossing zijn geweest dat hij op zeker punt besloot om niet elke keer weer een nieuwe en stiekem identieke wetenschapper te introduceren, maar om met professor Trifonius Zonnebloem in die behoefte te voorzien. De voornaam was die van een tuinman die hij leerde kennen; hoe het vriendelijke mannetje eruit kwam te zien was slechts een kwestie van goed foto's te bestuderen: Tournesol heeft echt bestaan in de figuur van de natuurkundige Auguste Piccard. Eigenlijk waren er twee: Piccard vormde met zijn broer Jean een eeneiïge tweeling. Auguste hield zich onder andere bezig met het ontwerp van een bathyscaaf om de zeebodem mee te verkennen. Uiteindelijk was zijn zoon Jacques de eerste persoon die de Marianentrog, het diepste punt ter wereld, op 10.916 meter diepte wist te bereiken. Niet toevallig is de eerste uitvinding van Zonnebloem een onderzeeër.

Het enige wat Hergé met het tekenen van Zonnebloem toevoegde was een baardje. En hij maakte Piccard een stuk korter. 'Hij had een nek die maar niet wilde ophouden, die uit een kraag kwam die veel te groot was,' aldus de tekenaar. Potverpillepap.

zondag 25 januari 2009

Maak dat vliegtuig eens af

In 1923 had Igor Sikorsky, de man die de eerste echte helicopter zou gaan bouwen, het bepaald niet breed. Hij werkte met steeds minder geld met Russische immigranten in zijn vliegtuigfabriek op een pluimveeboerderij op Long Island, New York, waarin alles met de hand gebeurde en vliegtuigen gemaakt werden met onderdelen van de schroothoop.

Op een dag stopte er een auto voor de boerderij, waaruit een grote man met een lange jas en een gleufhoed stapte. Hij zag het alles aan, stapte op Sikorsky af en zei 'Ik geloof in jou en je vliegtuig, en ik wil je helpen.' Daarop schreef hij een cheque uit voor vijfduizend dollar (geld was vroeger altijd meer waard) en meldde dat als het uitkwam hij het terug kon storten. De fabriek verhuisde en kwam tot de productie van de allereerste vliegtuigen met meerdere motoren en de eerste helicopters. De man die zijn landgenoten zo vriendelijk aan geld had geholpen werd vice-voorzitter van het bedrijf en werd uiteindelijk door Sikorsky met rente terugbetaald in 1929. Zijn naam was Sergej Rachmaninoff.

(foto: v.l.n.r. Baron Solovieff (?), Rachmaninoff, Sikorsky)

zaterdag 24 januari 2009

Het is een schone dag geweest

Hè, hè.

Eindelijk kun je er goed bij. Nu nog hopen dat het goed zit met de auteursrechten.

De documentaire Het Is Een Schone Dag Geweest, van Jos de Putter, beschrijft het leven van de ouders van de regisseur, in het laatste jaar dat vader Willem op het land werkt. De man heeft geen opvolgers om zijn boerenbedrijf over te nemen en wordt door de film heen door zijn zoon gevraagd om het eens te vergelijken met hoe het vroeger was. Je ziet de arbeider in heel mooie totaalshots zijn hooi stapelen en het graan inspecteren, volgt hem met het inbrengen van een merk in een koeienoor en het verkopen van vee, en ziet hem aan het einde van de dag met een vriend vissen bij de bomenrij.

En hij kwam steeds maar niet op DVD uit, afgezien als onderdeel van een vrij dure box met andere documentaires. Nu vond ik hem eindelijk te downloaden of streaming te zien op Google.

Afwachten hoe lang hij blijft staan.

vrijdag 23 januari 2009

Dokter Pulder zaait papavers

Eerder deze week zag ik opnieuw Bert Haanstra's verfilming van het boek De Nagel Achter Het Behang, van Anton Koolhaas. Laatstgenoemde schreef het scenario en dialogen voor de film die een iets ander verhaal kreeg en onder de naam Dokter Pulder Zaait Papavers in de bioscoop is gekomen.

Koolhaas' verhalen zijn prachtig en hebben altijd een of ander uitermate vreemd element in zich. Vaak gaan ze over (al dan niet bestaande) dieren; hij werd in zijn tijd vaak de enige schrijver in de Nederlandse literatuur genoemd die fantaseren kon. De Nagel is eigenlijk wel een uitzondering daarop: dat gaat eigenlijk meer over de psychische omslag die een provinciedokter meemaakt na het bezoek van zijn oude studievriend.

Het verhaal te omschrijven maakt je waarschijnlijk niet enthousiast om die film te kijken. Het is dus om de andere elementen dat ik zeg dat ik hem heel goed vind: subtiel acteerwerk in de rollen van dokter Pulder (Kees Brusse), dokter van Inge-Liedaerd (Ton Lensink, aka Tita Tovenaar) en dronken lor Mies (Dora van der Groen), mooie muziek van Otto Ketting en, uiteraard, de alomtegenwoordigheid van Haanstra's cinematografisch genie.

donderdag 22 januari 2009

Schilderijententoonstelling

Films maak je vaak naar aanleiding van boeken, schilderijen af en toe naar aanleiding van muziek. Wassily Kandinsky maakte een serie doeken gebaseerd op de pianowerken Schilderijen van een Tentoonstelling, van Mousorgsky. Onder andere de catacomben en de toren van Kiev zijn geschilderd.

"Maar die Schilderijen van een Tentoonstelling, die wáren toch al gebaseerd op schilderijen van een tentoonstelling?"

- Dat klopt, op schilderijen van Viktor Hartmann. Dus hebben we nu de schilderijen van de pianowerken van de schilderijen. Een hedendaagse Russische componist moet daarom nu weer muziek schrijven naar de schilderijen van Kandinsky. Dan kan daarna weer een Russische schilder etcetera.

"Noem eens een hedendaagse Russisch componist dan?"

- Eh..

(Plaatjes: Catacomben, door Hartmann (boven) en Kandinsky)

woensdag 21 januari 2009

De Mist

De mist, onzeker,
dan grauw, dan bleker
hangt om ons heen.
De schim van stranden,
van lage landen,
verzonk, verdween.

Wij turen, turen
door eenzame uren
en dan, een wijl, -
als vanuit dromen
tot ons gekomen, -
verschijnt een zeil.

Wij zien, - een rimpel
in 't licht, - de wimpel
hoog in de mist
voorbij ons drijven.
Daaronder blijven
als weggewist

de vage lijnen,
die weer verdwijnen.
Een horen klinkt,
en van een schinkel
rukt het gerinkel.
En dan verzinkt

alles in 't wijde
vaal uitgespreide
voor ons gezicht.
De mist, al-nauwer,
dan bleek, dan grauwer
klemt om ons dicht.

Jan Prins (1876 - 1948)

dinsdag 20 januari 2009

Videofeedback

Verbind je videocamera met je tv, laat op je tv live het beeld zien dat de videocamera ziet en richt dan je videocamera op je tv. Je krijgt een Droste-effect van het scherm in zichzelf, wat bekend staat als optische feedback. Als je vervolgens gaat inzoomen op bepaalde delen van het scherm en de camera bijvoorbeeld rondjes laat draaien maak je ingewikkelde fractalpatronen, die ofwel in een evenwichtstoestand terechtkomen, ofwel in chaos belanden en daardoor voortdurend veranderen zonder dat je iets aan de camera doet. Het effect is ook onder andere gebruikt in de clip van Queens Bohemian Rhapsody.

En op deze pagina is iemand er flink mee bezig geweest.

maandag 19 januari 2009

Tromboon

Het riet van een fagot past prima in de houder voor het mondstuk van een trombone. Daar maakte onder andere P.D.Q. Bach (alias komiek Peter Schickele), groot musicus, gebruik van. 'A hybrid —that's the nicer word— constructed from the parts of a bassoon and a trombone; it has all the disadvantages of both.' Het woord tromboon is dus een fusie van trombone en bassoon, het Engelse woord voor fagot. Welk een overheerlijk prachtgeluid komt er uit dit hemels wonder van muzikaal vernuft! Hierbij twee voorbeelden van hoe het klinkt.

Be a Baffoon, play the tromboon.

Be a Baffoon, play the tromboon part 2.

Nu alleen nog: als zo een trombot klinkt, hoe klinkt dan een fagone? Waarom is nog niemand op het idee gekomen om een trombonemondstuk op een fagot te plaatsen? Is dit technisch onmogelijk?

zondag 18 januari 2009

De vloek van de Negende

Klinkt als een vierde Lord of the Ringsboek, maar het was een mythe binnen het componeren van symfonieën.

Vroeger schreef iedereen er tientallen. Mozart had er ruim veertig, Haydn kwam tot boven de honderd. Maar sinds Beethovens overweldigende Negende ontstond er een trend: ineens kwam niemand verder dan negen. De symfonie was dan ook veranderd: het was een groot, serieus werk geworden dat ook vaak een bepaald programma moest uitdrukken. Je schreef ze niet meer even weg. Het bleek onder de grote namen: Schubert kwam tot 9, Dvorak tot 9, Brahms kwam met moeite tot 4, Bruckner overleed tijdens het schrijven van zijn negende. En er kwam een gevoel onder componisten dat meer niet mocht. Negen was de grens, daar voorbij mocht je niet gaan.

Wie door dit gevoel wel heel erg beïnvloed werd was Mahler. Na het schrijven van zijn negen symfonieën was hij als de dood om aan een tiende te beginnen - sterker nog, uit angst gaf hij zijn symfonische liederencyclus Das Lied von der Erde de ondertitel 'Ein Symphonie' om de ban te breken. Dat had hij niet moeten doen: hij begon aan zijn Tiende - en stierf.

Arnold Schönberg verwoordde het in zijn reactie op Mahler zo: 'Het lijkt erop dat er iets in de Tiende verscholen ligt dat we niet mogen weten, waar we nog niet klaar voor zijn. Zij die een Negende hebben geschreven stonden te dicht bij het hiernamaals.' Het was Dmitri Shostakovich die er met 15 symfonieën voor het eerst weer meer dan 9 schreef, en de wereld van toondichters -althans wat dit betreft- wat geruster achterliet.

zaterdag 17 januari 2009

Kaasproblemen opgelost

Sinds 1978 wordt elk jaar de Diagram Prize uitgereikt, oorspronkelijk in het leven geroepen voor de Frankfurter Boekenmarkt. Deze prijs is bedoeld voor de schrijver die in het afgelopen jaar het boek met de raarste titel van allemaal heeft geschreven - opzettelijk rare titels doen niet mee in de verkiezing. Als je wint krijg je een fles champagne of rode wijn. In het boekje 'How To Avoid Huge Ships and Other Implausibly Titled Books' staan de voorkanten van een aantal boeken waarvoor de prijs is uitgereikt. Een prachtige lijst, waaronder 'Cheese Problems Solved', 'Versailles: The View From Sweden', 'Bombproof Your Horse' en 'People Who Don't Know They're Dead: How They Attach Themselves to Unsuspecting Bystanders and What to Do About It'.

Hier een verzameling van alle winnaars.

En hier het boekje met de voorkanten.

vrijdag 16 januari 2009

Stemacteurs

Eerder deze week hoorde ik op CD het hoorspel van De Kellner en de Levenden, naar de roman van Vestdijk. Ik probeer altijd door te luisteren te achterhalen aan wie de stemmen toebehoren in situaties waarbij je de acteurs niet ziet en ik vind het altijd net iets te onverdraaglijk als je niet weet waar je zo'n stem eerder hebt gehoord. Inmiddels ken ik de vaak voorkomende namen: er schuilt een hele wereld van onbekende bekende mensen achter het stemacteren.

Op de een of andere rare manier heeft het de naam heel simpel te zijn. De praktijk is duidelijk anders: mensen doen er uren over om twee, drie zinnen synchroon te krijgen met het beeld. In de periode ervoor heeft men eveneens lang moeten zoeken naar de passende mensen bij de karakters in de film. Hebben ze een persoon gevonden wiens stem ze geschikt vinden, dan moeten ze in het geval van een buitenlandse film ook nog eens de goedkeuring krijgen van de filmmaatschappij, die uiteraard niet wil dat totaal verschillende stemmen worden toegekend vergeleken met het origineel. Kinderen of mensen met een buitenlands accent in de film? Je zorgt er maar beter voor dat je ze paraat hebt in je stemdatabase, want simuleren kan voor een paar minuten, daarna val je als stemacteur door de mand.

En nie-mand herkent ze op straat. In het midden gelaten of je er van gehoord hebt: wie ter wereld kent er nu Trudy Libosan (Niels Holgersson, Tom Poes), Arnold Gelderman (aanwezig in vrijwel elke Disneyfilm en bekend van introzin 'Niemand geloofde 'm, maar weet je, ik denk dat het verhaal van kapitein Ortega best eens waar kan zijn...' ) of Ger Smit (Lowieke de Vos, Grote Smurf) van gezicht?

donderdag 15 januari 2009

Heen en Terug

Hin und Zurück is een heel korte opera: het duurt ongeveer een kwartier om 'm op te voeren. Het werk, uit 1927, is geschreven door de geweldige componist Paul Hindemith (uitspraak: 'Hiendemiet', Duitse niet-liefhebbers zeggen 'Hin damit'). Vanwege de kleinschaligheid staat het eigenlijk bekend als een kameropera.

Het werk is interessant om de volgende reden: de opera vormt een palindroom in zowel tekst en handeling als muziek. Het verhaal is dat Robert vroeger dan normaal thuiskomt en zijn vrouw Helene omhelst. Dan bezorgt echter het dienstmeisje een brief van haar minnaar. De getrouwden maken ruzie, hij schiet haar dood, zij wordt door een professor en hulpje bestudeerd en doodbevonden, waarna de twee haar afvoeren en hij in wanhoop uit het raam springt. Maar dan verschijnt als deus ex machina de Wijze, die filosofeert dat 'van boven' gezien het niet uitmaakt of een mens eerst geboren wordt en dan sterft, of andersom. Hij laat daarom de tijd achteruit lopen: zangers zingen hun melodie en hun tekst achterstevoren. En dus springt hij weer vanaf buiten de kamer in, de professor en zijn hulpje brengen Helene terug, hij schiet de kogel terug in zijn pistool en haar daarmee levend, en ze leven nog lang, gelukkig en achterstevoren. Dat, en dove tante Emma die de hele opera op de achtergrond zat en geen noot heeft gezongen, de hele tijd heeft zitten breien en het begin van de opera vormde door te niezen, doet dat laatste als afsluiter ook nog even omgekeerd. 'Ptschuhhh-Ha!'

woensdag 14 januari 2009

Zucht ten hemel

Dierbaar leven van mijn leven! ziel van mijn verlaten ziel!
met wie rust en zelfbewustheid aan mijn dorrend hart ontviel!
D'Almacht riep u tot dien hemel, naar wiens heil gy smachtend waart:
rust volzalig; en (zoo ’t zijn moet) blijve ik sterven op deze aard!
Doch van uit dat schittrend lustoord, zoo de keurlingen van God
nog met deernis mogen neêrzien op der aardbewoon’ren lot
werp een blik dan op mijn minvlam, die u eenmaal heeft behaagd,
en, nog in mijn oogen glansend, aan mijn laatste krachten knaagt!
Zoo de droefheid, die my wegsleept, u niet ongevallig is,
bid dan, als ik zal bezwijken in de smart van uw gemis,
bid dan God, dat my zijn Engel even snel weêr tot u voer’,
als hy d’ echtknoop losgerukt heeft, die ons beider hart bezwoer.

Isaäc da Costa

dinsdag 13 januari 2009

Palais Idéal

In de streek Drôme in Zuid-Frankrijk staat een beroemd gebouw dat in z'n geheel door een man in z'n eentje is gebouwd. De postbode Ferdinand Cheval zou een keer tijdens zijn route over een steen zijn gestruikeld, waarna hij de inspiratie had om een Palais Idéal te bouwen. Hij kocht een lapje grond en maakte het paleis van zijn verbeelding, gebouwd van stenen die hij met de kruiwagen verzamelde en in alle vrije tijd die hij had (ook vaak 's nachts) bij elkaar voegde met cement - voor een periode van 33 jaar. Het is een grote mengeling van stijlen geworden: de vier muren zijn elk op een andere manier vormgegeven, inclusief druipsteen en hindoeïstische patronen. Op de gevels bracht hij spreuken aan die hij in een klein schriftje optekende: 'Eenvoud van lichaam maakt de geest deugdzaam', 'Een mens die sterft is een ster die ondergaat en nog stralender opkomt aan een andere hemel' en ook ergens de betiteling 'Het werk van één enkel mens'. Er is ook een mooi radio-/hoorspel gemaakt over Cheval en zijn paleis, door Bente Hamel en muzikant Spinvis.

maandag 12 januari 2009

Bullseye

Omdat bepaalde insecten nectar en stuifmeel uit bloemen halen hebben ze een manier nodig om te weten waar die stoffen zich bevinden. De kleuren die wij zien geven eigenlijk geen goede informatie over de aanwezigheid van de twee stoffen; de ogen van de betreffende insecten, daarentegen, zijn gevoelig voor UV-licht. Met speciale camera's kunnen we dat ook zichtbaar maken en dan ontstaan er speciale 'bullseye'-patronen: de stamper en de meeldraden absorberen het UV-licht terwijl het deel van de blaadjes eromheen dat licht juist weerkaatst. Door te spelen met de kleuringen die je aan een bepaalde UV-waarde toekent kunnen foto-kunstenaars op deze manier prachtige weergaves maken van hoe insecten bloemen zien.

Op deze pagina staan er een heleboel.

zondag 11 januari 2009

The Brown Sisters

Ik weet niet meer waar ik ze nou zag, maar ik moest er vandaag weer aan denken. Fotograaf Nicholas Nixon portretteerde zijn vrouw Bebe Brown en haar drie zussen sinds 1975 elk jaar op dezelfde manier. Na 25 jaar werden ze tentoongesteld en er komt er elk jaar nog een bij. Je ziet het verouderingsproces versneld optreden. Vrij beangstigend.

Nixon maakte vergelijkbare series waarin het effect van de tijd en de eindigheid van het leven wordt vastgelegd. Zo toonde hij AIDS-patiënten in de laatste maanden van hun leven en oude mensen die thuis verzorgd moeten worden. Ook maakte hij een serie over schoolkinderen in Boston. De Brown Sisters-serie vond ik vandaag terug op het net.

Althans de eerste 25 exemplaren.

zaterdag 10 januari 2009

Het gedicht van vuur

Russisch componist Alexander Scriabin claimde te lijden aan synesthesie - het hebben van percepten behorende bij andere zintuigen dan de stimuli die ze veroorzaken. Bijvoorbeeld: je hoort een toon, maar die toon zorgt er ook voor dat je een kleur ziet. Inderdaad komt deze afwijking veel voor onder musici: onder andere Rimski-Korsakoff en Liszt leden eraan (de laatste zou tijdens het repeteren een keer tegen het orkest dat hij dirigeerde hebben gezegd, dat ze met meer blauw in hun spel moesten spelen). Niet iedereen is er echter over eens dat ook Scriabin last van synesthesie had of dat het simpelweg aandacht trekken was. Hoe dan ook schreef hij een paar werken die eenzelfde ervaring bij het publiek moesten verzorgen. De bekendste daarvan is 'Prometheus: het gedicht van vuur'. Bij dit werk is naast een groot orkest en een solerend pianist ook een lichtorgel vereist: een instrument dat geen geluid maakt, maar waarbij elke noot op het toetsenbord ervoor zorgt dat de concertzaal wordt gehuld in een bepaalde kleur licht. Ik vond op YouTube eindelijk een registratie van een uitvoering van dit werk.

Met Claudio Abbado als dirigent en Martha Argerich als pianiste.

vrijdag 9 januari 2009

Quatre-mains op een strijkinstrument

Een obscuur componist uit de tijd van Shakespeare was kapitein Tobias Hume. Het weinige dat bekend over hem is wijst op een leven als militair en dan specifiek voor een groot deel als huurling voor Zweden en Rusland, met weinig geld en afhankelijk van de gunsten van hogergeplaatsten. Een ruwe bonk pur sang, in schitterend eindrijm door Shakespeare vereeuwigd met de woorden 'which, who so please may believe, who like not may leave'. In zijn eigen woorden was de enige zachte kant aan hem zijn muziek: hij schreef instrumentale werken (waarvan enkele gebundeld in 'Captain Humes Poeticall Musicke' en 'Musicall Humors') en liederen met wereldlijke thema's, met titels als 'Tobacco' en 'The Hunting Song'. Maar ook in de muziek had hij een klein oorlogje, namelijk met medecomponist John Dowland. Dat ontstond uit de discussie over wat nu het hoogste, meest veelzijdige instrument op aarde was. Dat was volgens Hume de viola da gamba: een voorloper van de cello die je niet op een punt laat rusten maar tussen de benen klemt. Hier jaagde hij Dowland mee in het harnas, die juist als luitspeler het meest volwaardige instrument meende te beheersen. Beide componisten gingen zo ver een stuk te schrijven waarbij twee musici op een en hetzelfde instrument moeten spelen: captain Hume deed dit in zijn 'Invention for Two to Play upone one Viole', Dowland in 'My Lord Chamberlain his Galliard'. Voor 2 spelers waarbij de ene op de schoot van de andere zit, 1 viola da gamba of luit en, indien een viola da gamba, 2 strijkstokken.

Nou, daar wil ik wel eens een uitvoering van meemaken.

donderdag 8 januari 2009

Het Diorama van Daguerre

Daguerre was samen met Niépce een van de uitvinders van de fotografie. Hij deed daarnaast aan architectuur en theaterontwerp (o.a. voor de opera van Parijs) en met name dat laatste kwam terug in zijn andere grote succes. Hij besloot op zeker punt met zijn collega Charles Marie Bouton een diorama op te richten: een voorstelling waarbij het publiek een op dun linnen aangebracht, reusachtig schilderij (22x14 m) kon bekijken, waar scènes op werden gespeeld door ze van de achterkant met gekleurde glazen panelen te belichten. Het ging over landschappen, kerkinterieuren en vulkanen. Door heel ingenieus lichtwerk te benutten kon Daguerre naast zeer overtuigende mistbanken en zonsondergangen ook bewegende elementen toevoegen zoals water en dieren. Door dit heel subtiel te doen dachten mensen vaak dat het de werkelijkheid was die ze zagen, een fantastische ervaring in een tijd waar nog geen film was. Na een kwartier draaide de tribune en werd een andere scène gespeeld. Diorama's zijn in de loop van de tijd uitgebreid met steeds meer rekwisieten en uiteindelijk kregen ze de vorm zoals je ze vaak in musea ziet, bijvoorbeeld met poppen, lichteffecten en geluid een situatie uit een loopgraaf in de Eerste Wereldoorlog. Het diorama van Daguerre was dus echter puur op licht gebaseerd. Het was ongelooflijk populair en er kwamen er ook onder licentie van hun uitvinder op talloze plaatsen in Engeland.

woensdag 7 januari 2009

Psychologieën - I

Een koud vermoeden rilt mij door het brein:
Ik zie mijzelf en weet thans wie ik ben:
Ik ben Erinring van veel boeken en
Een Macht, waarmee 'k mijzelf en al mijn zijn,

Gedachte en daad, gelijk maak aan de schijn,
Die 'k daarin schoonst vond: - onbewust gewen
Ik me aan dat al-artiest zijn; - soms zelfs ken
'k Mijn schijn, die groot is, niet van eigen klein.

'k Ben als een speler, maar die zo goed speelt,
Dat hij zichzelve niet-te-spelen schijnt,
En zich eerst schoon vindt in zijn eigen spel;

En zich in 't leven met zichzelf verveelt,
En zich op straat met de gedachte pijnt:
Hier ben 'k mijzelf niet, - op de planken wél.

Albert Verwey

dinsdag 6 januari 2009

Rube Goldberg

Die contrapties uit Wallace and Gromit, waarmee je onherroepelijk uit je bed komt omdat dat kantelt en je zo in je broek en schoenen terecht komt, of de andere die automatisch toast maakt en het van jam voorziet, die hebben dus een naam. Het zijn Rube Goldberg-machines, vernoemd naar een Amerikaan die ze vaak liet terugkeren in zijn werk.

Pulitzer-prijswinnaar Rube (Reuben) Goldberg was beeldhouwer en schrijver, maar bovenal cartoonist. Hij had als ingenieur een technische achtergrond en liet die terugkomen in één van zijn cartoons, over professor Lucifer Gorgonzola Butts. De stripreeks kreeg de naam Rube Goldberg's Inventions en had elke week een nieuwe 'machine' om een heel simpele taak op de meest ingewikkelde manier uit te voeren. Dat soort machines komt heel veel terug in cartoons en films en Goldberg was bepaald niet de enige die zich er mee bezig hield - vandaar dat ze in elke taal weer anders heten.

Ze in actie te zien gaat me echter op den duur wel vervelen: het gaat vaak ook allemaal net iets te snel om goed over te komen. Het internet barst van filmpjes met Rube Goldbergmachines en ze zijn niet vaak origineel. Bij Goldbergs cartoons gaat het vaak over machines die je niet echt goed kunt namaken; vaak heb je er ook dieren of mannetjes die maar 1 ding kunnen (een golfspeler die met geheven club staat te wachten, net zolang totdat het balletje voor z'n neus komt) voor nodig. In getekende vorm vind ze ik daardoor mooier. Goldberg gebruikte zijn machines overigens ook in politieke cartoons, die hem nogal eens wat dreigbrieven opleverden.

maandag 5 januari 2009

Jean Eugène Robert-Houdin

Robert-Houdin (1805 - 1871) wordt gezien als de vader van de moderne illusionisten en goochelaars. Ik hoorde ooit verhalen over de allereerste trucs, waarin de kop van een gans zou zijn afgehakt, kop en romp elk in tegenoverliggende hoeken van de kamer zouden zijn gelegd en daarna door bezweringen de delen weer een geheel gingen vormen - maar niets van dat alles bij Robert-Houdin, dus ik moet nog eens uitzoeken waar dat verhaal nou vandaan kwam.

Hij was een Franse horlogemaker die zich als amateur bekwaamde in de goochelkunst en veel slimme ideeën kreeg om illusies te wekken. Als vernieuwingen in de voorstellingen voerde hij door dat deze gewoon in privésfeer plaatsvonden in plaats van op de markt en trad hij gewoon op in de normale kleding van zijn tijd - die vandaag nog bij klassieke goochelaars wordt teruggezien in de pandjesjas en de hoge hoed. Hij werd door Frankrijk uitgezonden naar het rebellerende Algerije en maakte daar zo veel indruk met zijn voorstellingen, dat hij angst inboezemde en de indruk wekte tot werkelijk alles in staat te zijn.

Handig gebruik maakte hij in zijn trucs van het feit dat de natuurkunde in die tijd spannend was geworden: elektriciteit en magnetisme waren net nieuw en daarmee liet hij objecten zweven of onmogelijk om op te tillen door de sterkste man. Veel van zijn trucs maakten daarnaast gebruik van zeer ingewikkelde machines vol tandraderen: als horlogemaker was hij geknipt om die te maken. Om een voorbeeld te geven: de truc met de onnatuurlijk snel groeiende (en stiekem mechanisch uitgeschoven) sinaasappelboom uit de film The Illusionist - die is van hem.

zondag 4 januari 2009

Chopin op Mallorca

Frédéric Chopin hield niet van de vrouwen: de vrouwen hielden van hem. Het meest duidelijk werd dat toen er iemand in zijn leven kwam die eigenlijk een vroege feministe was. Een vrouw die zich in de 19e eeuw er totaal niet voor schaamde om een broek te dragen, om sigaren te roken en om zich niet bij haar uiterst vrouwelijke voornamen Amandine Lucile Aurore te noemen, maar voor 'George' koos. Voluit noemde zij zich George Sand. Ze zag Chopin piano spelen en ze móest en zou hem voor zich winnen. Chopin daarentegen vroeg zich af of ze wel een vrouw was en verafschuwde haar. Hoe dan ook: hoe meer avances ze maakte, hoe meer die afkeer in een vreemd soort obsessie voor haar veranderde. Na twee jaar hadden ze uiteindelijk een relatie.

Ook rond die tijd was de gezondheid van haar zoon Maurice dusdanig slecht dat haar dokter haar aanbeval met hem een kuurvakantie te gaan houden. Ze besloot naar Mallorca te gaan en bracht Chopin en haar dochter Solange (die later ook nog amoureuze escapades met de componist had) mee. Dat kwam mooi uit, want Chopin stond net op het punt om door een ex van Sand tot een duel te worden uitgedaagd. Dat hij echter ook een opstartende tuberculose onder de leden had werd bijzonder slecht ontvangen door praktisch iedereen met wie ze te maken zouden krijgen: de vakantie werd een hilarische hel en is door Sand opgetekend in Un hiver à Majorque, waarschijnlijk de ergste anti-vakantiebrochure ooit gepubliceerd.

Allereerst mot met de kapitein van het schip naar Mallorca. Die wilde omwille van Chopins tbc niet dat hij (in het boekje van Sand genoemd als 'onze reiziger' of 'onze patiënt') op het matras in de boot ging liggen, verbrandde het ding toen hij dat uiteindelijk toch had gedaan en rekende daarna dubbele vervoerskosten. Vervolgens zat het weer niet mee: drie maanden non-stop regen en een gruwelijke koude plaagden de reizigers, die in een vertrek met dunne muren en geen open haard verbleven. Maar toen daarna 'onze reiziger' ernstig begon te hoesten brak ook nog eens totale onrust uit bij de plaatselijke bevolking, die dachten dat de pest was teruggekeerd op hun eiland. Chopins ziekte werd door het weer en de afwezigheid van apotheken erger en erger, waardoor de huurbaas zo bang werd voor besmetting, dat ze op straat stonden. Via een bevriende Franse ambassadeur kregen ze een nieuw onderkomen - zonder meubilair, dat ze van een Spaanse voortvluchtige in een nabijgelegen klooster konden kopen voor veel te veel geld.

Mallorca goed voor de gezondheid? Misschien was dat eerder zo geweest, maar in de nieuwe kamer was in ieder geval geen frisse lucht: Sand beschrijft een permanente walm van kookvet, peper, knoflook en andere kruiden en ervoer non-stop de alomtegenwoordigheid van gebraden varkensvlees. Stinkende en luidruchtige zwijnen renden overal. De kip die hen op een dag werd voorgezet zat onder de vlooien en de bevolking die steeds vijandiger werd sleet hen voedsel dat wél vers was, maar tegen exorbitant hoge prijzen. In ultieme wanhoop kochten de feministe en de tbc-lijder een stel geiten, waarvan de buren de melk stalen, die het reisgezelschap hoe dan ook zeer zuur smaakte.

Maar goed, 1 lichtpuntje: het zat in ieder geval de creativiteit van Chopin niet in de weg. Hij liet een Pleyelpiano versturen naar Mallorca om verder te kunnen componeren (tegen de prijs van een nieuwe), schreef enkele van z'n mooiste pianowerken en op den duur gingen ze toch maar weer eens op huis aan. Sand en Chopin bleven niet de rest van hun leven bij elkaar en ook het schilderij dat van het paar werd gemaakt door de bevriende schilder Delacroix werd in tweeën gesneden: hij hangt in het Louvre, zij in een kunstgalerij in Kopenhagen.

zaterdag 3 januari 2009

Ondes-Martenot

Een ondes-martenot is een van de eerste elektrofonen: een muziekinstrument dat z'n geluid voortbrengt door middel van manipulatie van elektrische stroom. Het is zo'n instrument uit de tijd dat bedenkers van nieuwe muziekinstrumenten hun naam gingen verbinden aan het instrument dat ze uitvonden: de saxofoon komt van Adolphe Sax, de theremin (ook een elektrofoon) van Louis Theremin en de ondes-martenot van Maurice Martenot, een Franse cellist en radiotechnicus in de Eerste Wereldoorlog.

Ik kende het instrument al een tijdje uit de Turangalîla-symfonie van Olivier Messiaen, zag het ding ook een keer live bij dat stuk in het Concertgebouw, maar ben er nu eindelijk achter hoe je hem daadwerkelijk bedient (nu alleen nog: hoe werkt-ie precies?). Het is een toetsenbordje met een beperkt aantal octaven, maar daaronder zit ook nog een ring aan een draad, die je om je vinger doet om glijdende tonen te produceren. Dat het is uitgevonden door een cellist is ook te merken aan het feit dat je op het toetsenbordje een vibrerende toon kunt maken op 1 toets door je vinger heen en weer te bewegen. Met knopjes in een laatje aan de zijkant kun je prachtige dynamische verschillen en klankkleuringen maken. Ideaal voor je sciencefictionfilm in het begin van de twintigste eeuw. Ik vond een filmpje waarin je heel goed krijgt te horen wat voor een mooi geluid er uit dit instrument komt.

Bekijk het en probeer te raden welke tv-tune ze er aan het einde op spelen!

vrijdag 2 januari 2009

Being There

Met elke film met Peter Sellers die ik zie krijg ik meer bewondering voor wat hij allemaal kon als acteur. In de Pink Panther-films was hij het die het succes verzorgde, in Lolita van Kubrick had hij vond ik eigenlijk ook het meest geslaagde personage en in dr. Strangelove speelde hij glorieus drie rollen - omdat de vierde niet ging met een gebroken been.

Vanavond zag ik Being There. De auteur van het boek ontving na publicatie ervan een bericht van iemand die 'Beschikbaar in of buiten mijn tuin' was, met een telefoonnummer dat van Sellers was die dolgraag de rol wilde spelen. De film gaat over een tuinman die zijn leven lang nooit buiten het huis en de aangrenzende tuin waar hij opgroeide is geweest en daardoor zeer simpel van geest is gebleven. Als zijn onbekende opvoeder komt te overlijden moet hij de buitenwereld in, met alleen kennis van de wereld die hij middels zijn dwangmatig televisie kijken opdeed. Zijn eenvoudige uitspraken over de tuin en de natuur worden echter in gesprekken met de juiste mensen als zeer filosofisch opgevat en hij wordt een ware beroemdheid in de politiek en op tv. Fantastisch spel van Sellers. Kijk die film.

donderdag 1 januari 2009

Straussconcert

Nou, die bezoekers in de Wiener Musikverein hebben vanochtend hun 900 euro er ruimschoots uitgehaald, zou ik zeggen!

Want tijdens het Nieuwjaarsconcert werd maar liefst één (1) (!) heel werk van zeker 5 minuten gespeeld dat níet door een lid van de Johann Straussclan is gecomponeerd: het laatste deel van de Abschiedssymphonie van Joseph Haydn, ter gelegenheid van diens 200e sterfjaar. Volgens Joop van Zijl de eerste keer dat dit gebeurde in de geschiedenis van het concert! Toegegeven, ook een werk van de ongetwijfeld vermaarde Josef Hellmesberger (???) stond op het programma, maar dat zorgde ook eigenlijk niet voor een stijlbreuk.

Waarom doet de Wiener Philharmoniker dit toch elk jaar? Waarom moeten ze altijd maar weer hun hele programma vullen met werken van de familie Strauss? Dit jaar speelden ze alles bij elkaar 19 werken, waaronder 14 van Johann Strauss jr, 2 van z'n vader, en 1 van z'n broer. Smaken verschillen - ik vind het saai. In 2010 moet het anders. Daarom, hierbij het programma voor volgend jaar, met net zo zeer Oostenrijkse componisten als Johann S.

-----------

W.A. Mozart - Serenade no. 10 KV 361 'Gran Partita' voor 13 blazers

Pauze

A. Bruckner - Symphonie no. 8

Toegiften:
J. Strauss jr. - An der schönen blauen Donau op. 314
J. Strauss sr. - Radetzkymars op. 228

-----------

Koffie en thee gratis; tijdens de pauze is er gelegenheid tot het uitvoeren van ballet. Prosit Neujahr!

(Overigens: de Strauss die er naar mijn mening veel meer toe doet, Richard (geen familie), ligt in skischansspringplek Garmisch-Partenkirchen begraven.)