woensdag 31 december 2008

Kapperspaal

Toen ik vanavond weer die mooie Sweeney Todd-interpretatie van Tim Burton zag viel het me ineens op.

Dat is ook zo. Bij kappers zie je vaak zo'n paaltje buiten de deur hangen met rood-wit omlaaglopende banen. Waar komt dat toch vandaan?

Wikipedia geeft natuurlijk weer antwoord. Het zou naar de tijd in de middeleeuwen waarin barbiers nog aan aderlaten deden verwijzen. Ze gaven de mensen een stokje in handen, wat de bloedstroom zou moeten bevorderen. Onderaan zat een koperen bakje waarin het bloed werd opgevangen, met bloedzuigers erin. Zo'n kapperspaaltje is een gestileerde variant van dit voorwerp. De witte en rode banen geven ongebruikt en bebloed verband aan. Je hebt ze ook met blauwe banen zodat je met rood een onderscheid kunt maken tussen zuurstofarm en -rijk bloed. Het is een internationaal symbool voor de kapper geworden; men is er ook erg trots op dat je een 'optische illusie' hebt wanneer je het ding ronddraait: de banen lijken omlaag te bewegen. En natuurlijk kun je ze tegenwoordig gewoon kopen. Aangedreven varianten zijn op de markt.

dinsdag 30 december 2008

Immortelle LX

Toen Knaap mij de laatste maal knipte,
Was hij aangedaan onder zijn werk.
"Wat wordt u al grijs!" sprak hij somber,
"Ik vrees, u studeert te sterk."

En Jongmans, toen hij mij gistren
De maat voor een pantalon nam,
Keek van mijn magerheid zóó op,
Dat ik dacht, dat hem iets overkwam.

Vater Muller ontzei me zijn tafel.
Ze verliep anders heelemaal.
Mijn holle kaak deed de lui denken.
Het eten was bij hem zo schraal.

En mijn oppasser heeft zelfs den ploert al
Een goed woord voor een draagplaats verzocht,
Als soms mijnheers begraafnis
Te Leiden plaats hebben mocht.

Maar wie er ook zien en beweenen,
Dat ik zoo jong moet vergaan,
Niet hare grijsblauwe oogjes,
En die hebben 't mij juist gedaan.

Piet Paaltjens

maandag 29 december 2008

Wilhelm Tell-ouverture

De galop van de ouverture van Rossini's Wilhelm Tell, in de sprankelende bewerking van Louis Moreau Gottschalk: piano vierhandig.

Door het Scott Brothers-duo.

Étienne-Louis Boullée (1728 - 1799)

Boullée was een invloedrijk neoclassicistisch architect uit Parijs. Hij was een getalenteerd tekenaar en schilder en meende dat je met die bezigheden moest beginnen, wil je een succesvol bouwmeester worden. De vorm van een gebouw moest volgens hem de functie uitbeelden: een bol voor het perfecte, het universele, een rechthoek voor stabiliteit. Zijn meest spectaculaire ontwerpen zijn opgeblazen geometrische vormen met heel weinig details - en sommigen zijn door hun grootte vrijwel onmogelijk te verwezenlijken.

Eén van de werken van zijn hand is een monument voor Newton, een wetenschapper die Boullée zeer bewonderde: 'Esprit sublime! Génie vaste et profond! Etre devin! O Newton!'. Het gebouw is bedoeld als cenotaaf: letterlijk een 'leeg graf', waarbij het stoffelijk overschot van de overledene ergens anders ligt of spoorloos is. Het gebouw heeft de vorm van een werkelijk gigantische bol met gaatjes erin, waardoor het licht naar binnen komt en je zo de sterrenhemel, het universum kunt zien wanneer je binnenin de bol staat. Om de grootte van dit gebouw aan te geven: die rijen kegeltjes links en rechts, dat zijn bomen. De bol zou een diameter van 150 meter moeten hebben.

zondag 28 december 2008

Accidentisme

Naast hilarische cartoons, werk voor tv en radio en vreselijk rare liedjes is Kamagurka (Luc Zeebroek) ook bekend als beeldend kunstenaar. Dit schrikkeljaar maakte hij elke dag een schilderij, in opdracht van een zakenman die beoogt dat Zeebroek internationaal doorbreekt. Eerder dit jaar initieerde hij daarnaast nog een nieuwe kunststroming: het accidentisme. De naam deed me eerst denken aan een vorm van experimentele kunst met een ongecontroleerd (toevals-)element erin, zoals je dat in de muziek onder andere bij John Cage hebt, maar het is net iets anders.

Het accidentisme is door Kamagurka tot nu toe naar voren gebracht als een vorm van portretschilderkunst. In plaats van een bestaand voorbeeld te nemen schildert hij eerst een portret zonder te weten van wie het is, en gaat de artiest vervolgens op zoek naar de persoon die er het meest op lijkt, op tv, krant en internet. De vraag 'Bent u dit?' wordt aan het publiek gesteld, waarna het portret aan de meest lijkende persoon wordt toegewezen. NRC registreerde twee van die schilderijen op het videokanaal Kamatube.

dinsdag 23 december 2008

Vladimir Horowitz

Horowitz is mijn grote held onder de pianisten. Als ik over musici dat soort dingen beweer heb ik het nooit over hoe ze spelen: ik vind dat je honderd dingen over hoe fantastisch iemand muziek maakt kunt schrijven en dan weet je vervolgens nog steeds niets. Daarbij kan ik ook geen duidelijk waarderingsonderscheid maken in uitvoering: elke artiest heeft voor mij z'n eigen kwaliteit, iedereen op wereldniveau speelt op z'n eigen manier fantastisch, dus ik kan op zo'n manier vind ik niet duidelijk over helden spreken. Wat beter kan is te laten zien wat ik mooi vind buiten die muziek om.

Hij werd geboren in Rusland, in 1903. Na het conservatorium in Kiev te hebben afgesloten met het uitvoeren van Rachmaninoffs Derde Pianoconcert en concerten te hebben gegeven in Rusland en Europa, gaf hij zijn eerste concert in de Verenigde Staten, in 1928. Daarna besloot hij voorlopig niet meer terug te keren naar Rusland. Hij verwierf grote bekendheid, trad op voor onder andere presidenten Carter en Reagan, trouwde met de dochter van dirigent Toscanini (die blijkens documentaires regelmatig met een nors 'Play it!' haar man af en toe leek te controleren als een marionet) en besloot helemaal aan het einde van zijn leven terug te keren naar de Sovjetunie en de weinige familieleden die nog in leven waren - en 60 jaar ouder. In 1986 gaf hij een wereldberoemd geworden concert in de Grote Zaal van het conservatorium in Moskou, dat geregistreerd werd samen met een kort interview waarin hij zich momenten met Skrjabin (een vriend van zijn oom) en Rachmaninoff (die niet kwam opdagen bij een afspraak om de jonge pianist te horen, simpelweg omdat hij er geen zin in had) herinnert.

Het is die oude Horowitz waar je eens naar moet kijken: let op dat gebaartje aan het einde van de Träumerei van Schumann ('Zoiets?', terwijl iedereen in de zaal de tranen op de wangen heeft), dat uitblazen van lucht aan het einde van de Chopinpolonaise, en dat fantastische, clowneske gezicht van dat kind dat zijn publiek bedankt.

Schumann - Träumerei

maandag 22 december 2008

De Avonden 2008

Vanaf vandaag lees ik, zoals de afgelopen jaren gebruik is geworden, tot Oud en Nieuw weer elke dag een hoofdstuk van De Avonden. Wat me dit jaar als eerste opviel: voorin staat 'Elke gelijkenis van figuren of voorvallen in dit verhaal met werkelijke personen of gebeurtenissen is toevallig'. Het is bekend van de kring rond Reve (inclusief zijn familie) dat dat bepaald niet het geval is geweest. Was hij bij zijn eerste boek nog niet de provocateur die hij zou worden? Hermans plaatst een dergelijke zin niet vooraan in Onder Professoren.

Veel mensen noemen De Avonden saai - maar het gaat juist óver de saaiheid. Duidelijk is bij de andere groep lezers dat het doordrenkt is met lolligheden, geschreven in plechtstatige taal. Het volgende is daar een mooi voorbeeld van.

'Zullen we nu wat eten?' vroeg zijn moeder, 'zal ik thee of koffie maken?' 'Het is mij gelijk,' zei zijn vader. 'Het is venijnig koud buiten,' ging ze voort, 'er waait een echte Middenwegwind.' 'Oostenwind, oostenwind, bedoel je,' zei Frits, 'gebruik geen benamingen, die voor buitenstaanders onbegrijpelijk zijn.' 'Wat willen jullie?' vroeg ze opnieuw, 'thee of koffie? Er is nog koffie trouwens.' 'Thee, geef maar thee,' zei Frits. 'Koffie,' zei zijn vader bijna op hetzelfde ogenblik. 'Ik zal maar koffie maken, goed Frits?' besloot ze, 'jij drinkt het wel mee, niet?' 'Geef mij maar koffie met heet water, zonder melk,' zei Frits. 'Nee,' zei ze, 'zwarte koffie geef ik niet.'

Inmiddels had ze de tafel gereedgemaakt en sneed brood. 'Wie lust een zure haring?' vroeg ze. 'Ik alsjeblieft niet,' zei Frits. 'Jij, vader?' vroeg ze. 'Och nee, ik heb er niet zoveel zin in,' antwoordde zijn vader. 'Ze liggen al drie dagen in de keuken op hun schotel,' zei Frits bij zichzelf, 'en ze zijn groen geworden. De gesneden ui is donker van kleur geworden.'

'Dan moet ik die vissen weer weggooien,' zei ze. 'Dan weer zeuren jullie, waarom ik nooit zure haring koop. Dan koop ik ze en dan blijven ze liggen en het eind is, dat ze in de asbak terechtkomen.'

'Nou, breng ze maar,' zei Frits. Ze gingen aan tafel. 'Het is eigenaardig om te zien,' zei zijn vader, 'hoe slecht die vis tegenwoordig wordt schoongemaakt.' 'Ja,' zei zijn moeder, 'ze weten, dat je ze koopt.' 'Heb je een fris mes?' vroeg Frits, toen hij zijn haring had stukgesneden en opgegeten, 'ik wou jam nemen.' 'Pak het zelf maar, een fris mes,' antwoordde ze. 'De dag is voor tweederde voorbij,' dacht hij, 'en ik heb voor de verdere middag een vieze smaak in de mond.'

zaterdag 20 december 2008

Zwaarbewaakte Treinen

Gisteren een experiment uitgevoerd: eerst een boek lezen en dan direct daarna de film van dat boek kijken. Prima te doen in dit geval - het boek was een kleine honderd pagina's, de film een kleine honderd minuten. Het ging om Zwaarbewaakte Treinen van de Tsjechische schrijver Bohumil Hrabal, met de film van Hrabal-adept Jiří Menzel. Op aanraden kocht ik het boek en bij toeval kreeg ik kort daarna de film cadeau.

Goeie ervaring: het verhaal kon niet verser in m'n hoofd zitten dan op deze manier. Het gaat allemaal over de gebeurtenissen op een klein treinstation in een onbekend plaatsje, tijdens de Tweede Wereldoorlog. Milosch Hrma werkt daar als spoorwegbeambte en verricht uiteindelijk een sabotagedaad tegen de Duitsers. De alledaagse praktijken die zich er af spelen zijn echter veel belangrijker en interessanter: het duivenmelken van de stationschef, de intimiteiten die de dienstleider en de telegrafiste hebben en de eigenaardige liefdesproblemen van Hrma zelf die hem ertoe brachten zijn polsen door te snijden. De film nam alles prachtig over - dat het scenario door Hrabal zelf werd geschreven kon ook niet anders dan dat resultaat opleveren.

Doe dit ook eens, bij voorkeur met een boek en film die je nog niet kent! Sowieso zijn er zat films die op een kort verhaal gebaseerd zijn - keus genoeg.

vrijdag 19 december 2008

Het Huwelijk

Toen hij bespeurde hoe de nevel van de tijd
in d'ogen van zijn vrouw de vonken uit kwam doven,
haar wangen had verweerd, haar voorhoofd had doorkloven
toen wendde hij zich af en vrat zich op van spijt.

Hij vloekte en ging te keer en trok zich bij de baard
en mat haar met de blik, maar kon niet meer begeren,
hij zag de grootse zonde in duivelsplicht verkeren
en hoe zij tot hem opkeek als een stervend paard.

Maar sterven deed zij niet, al zoog zijn helse mond
het merg uit haar gebeente, dat haar toch bleef dragen.
Zij dorst niet spreken meer, niet vragen of niet klagen,
en rilde waar zij stond, maar leefde en bleef gezond.

Hij dacht: ik sla haar dood en steek het huis in brand.
Ik moet de schimmel van mijn stramme voeten wassen
en rennen door het vuur en door het water plassen
tot bij een ander lief in enig ander land.

Maar doodslaan deed hij niet, want tussen droom en daad
staan wetten in de weg en praktische bezwaren,
en ook weemoedigheid, die niemand kan verklaren,
en die des avonds komt, wanneer men slapen gaat.

Zo gingen jaren heen. De kindren werden groot
en zagen dat de man die zij hun vader heetten,
bewegingloos en zwijgend bij het vuur gezeten,
een godvergeten en vervaarlijke aanblik bood.

Willem Elsschot

donderdag 18 december 2008

Lawrence Malstaf

Deze Vlaming maakt interessante werken. De rode draad: de waarnemer van kunst een onderdeel van het kunstobject zelf laten zijn. Het gaat om de ervaring 'being in the middle'. Een eerste werk, 'Installatie Nemo Observatorium', bestaat uit een transparante cilinder waarin een persoon kan plaatsnemen, waarna ventilatoren plastic bolletjes omhoog zenden die in een wervelwind de waarnemer omgeven. Ventilatoren komen veel terug in zijn werk: 'Fans' bestaat uit twee ervan die boven een wateroppervlak zichzelf voortstuwen en ooit misschien botsen. 'Shaft' gebruikt ze om twee schoteltjes omhoog te zuigen in een grote taps toelopende buis. De waarnemer ligt eronder en bekijkt ze door een kogelvrijglazen plaat - wanneer de schoteltjes botsen kunnen de ventilatoren de scherven niet meer omhoog houden en komen de scherven recht op de persoon onder de buis af. 'Nevel' is een uit 18 bewegende muren bestaand doolhof, waarin je als bezoeker gevangen kan raken, en 'Orbit' bestaat uit twee stoelen die door een roterende lichtbron worden belicht: door de belichting zie je de gezichtsuitdrukking van de persoon tegenover je steeds anders, steeds met een ander gevoel. In 'Shrink', tenslotte, is Malstaf zelf de performer. Hier laat hij zichzelf vacuum trekken, verpakken, tussen twee PVC-vellen.

woensdag 17 december 2008

Rachmaninoff in Californië

Helemaal aan het einde van zijn leven woonde meesterpianist, componist en dirigent Sergej Rachmaninoff in een mooi huis in Beverly Hills. Hij had uitzicht op de Grote Oceaan en er was een mooie tuin met bloemen en fruitbomen. Rachmaninoff had niet veel geluk met z'n huizen: tijdens zijn leven betrok hij er zes, waarvan hij er een weliswaar gewoon verkocht, maar de anderen hem afgenomen (in een door de Bolsjewieken aangepakt Rusland) of praktisch afgenomen waren (in Duitsland en Zwitserland, tijdens de Tweede Wereldoorlog). Hij verwachtte in die lijn dat als dit huis hem zou worden afgenomen, het door de Japanners zou zijn.

De 30 jaar jongere Russische pianist Vladimir Horowitz (over wie binnenkort meer) was goed bevriend met de componist, woonde in de buurt en zocht hem vaak op. Ze maakten samen muziek en gaven concerten met twee piano's voor een publiek van hooguit één persoon. Puur voor het plezier.

Bovenstaande foto vond ik van de twee legendes, terwijl ze met een andere beroemdheid uit een totaal andere hoek spreken. Van links naar rechts: Rachmaninoff, Walt Disney, Horowitz! De componist was geboeid door films (hoewel hij ze eigenlijk nooit ging zien) en liet zich in Hollywood op de hoogte brengen van het productieproces. De Musical Courier schreef over het bezoek aan de Disneystudio: 'Part of the program was the running of Disney's early film Mickey's Opry House, in which the tiny hero was seen as a concert pianist playing Rachmaninoff's most famed Prelude. Its composer told Walt, "I have heard my inescapable piece done marvellously by some of the best pianists, and murdered cruelly by amateurs, but never was I more stirred than by the performance of the great maestro Mouse." '. Wie beweert dat Rachmaninoff een depressieve man zonder humor was kent slechts een halve musicus.

dinsdag 16 december 2008

Vooral geen principes

Charley Toorop was de dochter van Jan Toorop, de kunstenaar die onder andere in Jugendstil een litho voor Delftsche Slaolie maakte, waarop Jugendstil in Nederland de naam slaoliestijl kreeg. Het bekendst zijn haar zelfportretten en de groepsportretten die ze maakte van de kunstenaars die ze voor een groot deel van haar leven om zich heen had (onder andere Adriaan Roland Holst en Gerrit Rietveld). Opvallend zijn die altijd zwaar aangezette ogen. Wat ik onder andere nog niet wist: die schilderde ze zo omdat ze beïnvloed was door de Egyptische Fayumportretten - schilderijen van de overledene die bij mummies in de tombe werden gezet.

De tentoonstelling van haar werk die nu in het Boijmans loopt is vrij groot: meer dan honderd schilderijen. Ik zag hem afgelopen zaterdag. Gaf een goed beeld van wat Toorop nu allemaal geproduceerd heeft, al hing het wel een beetje door elkaar: de panelen tussendoor waren chronologisch, maar de werken zelf waren dan weer thematisch geordend. Hoe dan ook was er genoeg te zien; leuk waren ook de fotoalbums en de typemachinebrieven die ze haar vrienden stuurde. Barstensvol correcties op typefouten.

maandag 15 december 2008

Dankbeden

Inherent aan tafelgebeden lijkt te zijn dat je ze zo vaak opzegt dat de kracht er uiteindelijk helemaal uit gaat. Mensen handelen ze nog even af en het lijkt er niet vaak op dat ze stilstaan bij wat er gezegd wordt. Alternatieven voor het Onze Vader vind ik interessant omdat je dan juist weer opnieuw de woorden gaat overwegen. Ik denk nogal eens terug aan het moment dat m'n opa voor ons bad aan het einde van een maaltijd. Mooi vond ik de overtuiging waarmee hij het uitsprak, het metrum van het gebed en de nederigheid en hoop die er uit spreekt. Hoe standaard het ook voor andere mensen misschien nog is, voor mij was het dat niet en ik vind dat het een zekere waarde heeft. Hij bad:

O Heere God, wij danken U
voor nooddruft en voor overvloed:
waar menig mens eet brood der smart'
hebt Gij ons mild en wel gevoed.
Doch geeft, dat onze ziele niet
aan dit vergank'lijk leven kleeft,
maar alles doet wat Gij gebiedt
en altijd eeuwig bij U leeft.

Amen.

zondag 14 december 2008

Wonderbaarlijk licht

Gisteravond eindelijk het laatste deel kunnen zien van Wagners Der Ring des Nibelungen, zoals die is opgenomen bij De Nederlandse Opera in Amsterdam.

Ik ben verzot op de Ring. Honderd keer individuele stukken beluisteren, 4 keer de 3-dagen-en-een-vooravond durende opera in z'n geheel horen, waarvan de laatste drie keer inclusief beeld op DVD, en 1 keer Siegfried live zien, en toch komt er iedere keer weer iets waarvan ik me afvraag waarom ik het in 's hemelsnaam eerder heb gemist. Vervelen doet het altijd nog wel op bepaalde punten; des te sterker komt het daarna weer terug.

Ook de DNO-versie was weer uniek. Er is al veel geschreven over het in het decor gesitueerde orkest; mij viel met name dat schitterende lichtwerk van Wolfgang Göbbel op. Hoe kaal het ringvormige decor voor de rest ook is: door die belichting is het voortdurend totaal anders. De Gibichunghal leek in de Götterdämmerung van gisteren van een stralend goud, de Rijn was prachtig blauw, Siegfrieds dood asgrijs. En hoe minimalistisch de slotscène ook was aangekleed: Brünnhilde leek écht te vervagen. De Rijn leek écht uit z'n oevers te treden. De hemel leek écht te branden.

Fragment 1: Das Rheingold
Fragment 2: Die Walküre
Fragment 3: Siegfried
Fragment 4: Götterdämmerung

zaterdag 13 december 2008

Het is me wat

Toen ik vandaag het Boijmans van Beuningen bezocht om de Charley Toorop-tentoonstelling te zien, werd ik verrast bij de ingang. Daar stond het kunstwerk Het Is Me Wat van Wim T. Schippers: een sokkel met op elke zijde een woord van de titel, waarboven een reusachtig rotsblok zweeft. Ik ben blij dat ik het gezien heb: ik wist dat het werk in het bezit van het Boijmans was, maar was al een hele tijd niet meer in het museum geweest en wist dus niet dat je maar een blik naar binnen hoefde te werpen om het te kunnen zien.

Feitelijk is de kei een bewerkte brok purschuim die op z'n plek wordt gehouden door sterke magneten. Lasersensoren checken 100 keer per seconde of de steen nog goed hangt. Het werk stond oorspronkelijk in het ministerie van VWS (zie foto), maar daar ging het niet goed met het werk: de steen kwam voortdurend uit z'n positie. Wim T. Schippers was er boos over: volgens hem zouden er propjes gevonden zijn die door verveelde ambtenaren richting de steen geschoten zouden zijn. In het Boijmans lijkt met een hekje eromheen alles goed te gaan. Fascinerend om te zien.

vrijdag 12 december 2008

Strandbeesten

Theo Jansen is bezig met het creëren van nieuwe levensvormen, gemaakt van PVC-buizen. Zijn strandbeesten worden gedreven door de wind en gebruiken poten die geavanceerde loopbewegingen uitvoeren. Het idee is dat wielen op een strand erg inefficiënte hulpmiddelen zijn om vooruit te komen: door de wrijving met het losse zand verspil je een hoop energie. Met pootjes gaat dat beter. Sinds 1990 is hij met de strandbeesten bezig; inmiddels zijn er gevleugelde modellen gekomen die gebruik maken van luchtdrukflessen, gevuld met en door de wind. De strandbeesten moeten van Jansen uiteindelijk een eigen leven kunnen leiden op het strand, levend in kuddes. Alexander Schlichter maakte een documentaire over Jansens werk. Die is nu af en op DVD verschenen.

donderdag 11 december 2008

Louis Andriessen

Gisteren weer een monoloog van Nederlands componist Louis Andriessen mogen aanhoren in het Scheltema-complex. Want dat is het eigenlijk wel: ze kondigen het altijd aan als een gesprek tussen Frans de Ruiter van het Koninklijk Conservatorium en Andriessen, maar De Ruiter geeft alleen maar een inleidend en afsluitend praatje. Er zijn nu de afgelopen twee jaar een stuk of vier lezingen geweest waarin je inzicht kreeg in de werken van de componist: wat zit erin, wat zijn de bijbehorende gedachten? Er komt er nog minimaal 1, maart volgend jaar.

In het verhaal van gisteren werd het vierde deel behandeld uit Andriessens opera La Commedia, gebaseerd op het werk van Dante. Dat moet de sfeer hebben van een 'wandelingetje door het park', aldus de componist. Erin verwerkt zitten onder andere een paar maten Debussy, lijntjes Siciliana van de Italiaanse componist Alfredo Casella en een baslijntje van Jurre Haanstra dat steeds terugkomt in de politieserie Baantjer.

Ik vind dat Andriessen als een componist praat. Hij begint een zin, komt gemiddeld 5 tot 6 niveaus diep door bij alles wat hij zegt uitleg of anekdotes te geven, maar komt uiteindelijk toch weer terecht bij de hoofdlijn. Iedereen doet dat - bij hem valt het op. De hoofdlijn gisteren was net als de voorgaande avonden het citaat: Andriessen vertelde dat in zijn gezin van componisten aangemoedigd werd te kijken naar hoe materiaal van andere componisten gebruikt kan worden in je eigen composities - maar de bedoeling is volgens hem dat je dat zo doet dat het niet meer opvalt en daarbij wel de muzikale waarde behoudt.

Toch een beetje een onhandige gedachte: hoe weet ik nou zeker dat ik een componist waardeer om wat hij aan muzikale ideeën bijdraagt? Is het wel echt van hem als ze zo veel citeren van hun voorgangers? Uiteraard is het niet beperkt tot de muziek: vandaag las ik ook al dat de kinderwagenscène uit The Untouchables beeld voor beeld is overgezet uit Eisensteins Pantserkruiser Potjompkin.

woensdag 10 december 2008

Hieronymus Bosch

Bang ben ik, meester, dat uw zieleheil
Niet gunstig voorbereid werd door uw doeken:
Gij kende van de hel alle uithoeken,
Maar ook voor u was 't paradijs te steil.

God sprak zeer streng: 'Is híj 't die wars van 't kloek en
Eerbaar schildersgilde gaarne in 't geil-
Ontuchtige bedrijf der hel verwijlt?'
Gij durfde niet te spreken, niet te vloeken.

Maar alle heiligen en cherubijnen
Brachten een boek met gulden tierlantijnen
En krulden daar uw naam en voornaam in.

En God, –die schilders nooit te lang kan krenken,–
Wreef zich zijn voorhoofd, wou zich nog bedenken:
''t Is waar, ík schiep de hel, – 't was in 't begin...'

Simon Vestdijk
uit: Klimmende Legenden (1940)

dinsdag 9 december 2008

Labyrint

Tegenwoordig worden de termen door elkaar gebruikt, maar van oorsprong is een labyrint iets anders dan een doolhof. In een labyrint heb je namelijk geen zijwegen: het bestaat uit een lange ondoorbroken gang die van buiten naar het centrum van de figuur leidt. Je kunt er niet in verdwalen. Je minotaurus erin opbergen gaat al evenmin zonder dat hij makkelijk ontsnapt.

In kerken komen ze veel voor. De bedoeling is dat je, al dan niet geknield, het pad aflegt naar het middelpunt. Je verliest je gevoel voor richting, bouwt de hoop op om in het midden aan te komen zonder dat je een idee hebt wanneer dat gaat gebeuren en voltooit uiteindelijk je reis. Als een pelgrimstocht naar Jeruzalem te duur voor je was kon je hem op deze manier symbolisch afleggen. In de kathedraal van Chartres is een beroemd labyrint, maar je vindt er ook al een in de St. Servaasbasiliek van Maastricht. In die laatste zijn ook nog enkele tussenstations afgebeeld: Jeruzalem staat getekend in het midden en je komt onderweg langs Maastricht, Aken, Keulen, Rome en Constantinopel. Ook in het landschap van Engeland, Duitsland en de Scandinavische landen vind je labyrinten terug, opgebouwd als steenformaties of uitgegraven in turf of gras. Daar heten ze Trojaburgen - waarom ze zijn gemaakt is niet geheel duidelijk; wellicht dienden ze om kwade geesten of trollen buiten de deur te houden.

maandag 8 december 2008

Darius Milhaud (1892 - 1974)

Milhaud was een Frans-Joodse componist die naar eigen zeggen erop gericht was de 'mist van de Symbolistische poëzie' te ontwijken. Hij maakte tijdens een periode van zijn leven deel uit van de Franse componistengroep Les Six, die voor een zeer groot deel juist la clarité voor ogen had.

Uit zijn oeuvre blijkt dat hij hoe dan ook bijzonder gevoelig was voor invloeden van buitenaf. Gedurende zijn verblijf in Brazilië tijdens de Eerste Wereldoorlog leerde hij de niet-Westerse muziek kennen, waaronder de samba. Belangrijker nog was dat hij onder andere tijdens zijn concerttour in de Verenigde Staten in aanraking kwam met de jazz. Ook in zijn La Création du Monde komt een invloed van niet-Westerse culturen naar voren: een jazzy ballet dat de geschiedenis van de wereld vertelt, gebaseerd op de Afrikaanse scheppingsverhalen.

Hij schreef bijzonder veel: z'n opusnummers komen tot de 443. Dit zijn concerten (waaronder een voor marimba), kamermuziekwerken, symfonieën, opera's en balletten. Naast La Création du Monde is zijn bekendste ballet surrealistisch: Le Boeuf sur le Toit, ofwel De Os op het Dak, naar de titel van een Braziliaanse tango.

Toen Parijs werd bezet in 1940 besloot hij met zijn gezin naar Californië te verhuizen, waar hij lesgaf aan onder andere Dave Brubeck. Misschien niet toevallig noemde deze zijn eerste zoon Darius. Andere mensen aan wie Milhaud lesgaf waren Philip Glass, Iannis Xenakis en - voor Nederland zeker niet onbelangrijk: Simeon ten Holt.

Beluister hier het derde deel van zijn Scaramouche, gearrangeerd voor 3 piano's, celesta en sambaballen.

Een stukje La Création Du Monde.

zondag 7 december 2008

Verlossende antwoorden op kwellende vragen

Vraag: Bestaan er meerdere Sinterklazen?
Antwoord: Er bestaat slechts één Sinterklaas, doch in meerdere personen.

Vraag: Wat moeten wij denken van de mening dat er geen Sinterklaas zou bestaan?
Antwoord: De mening dat er geen Sinterklaas zou bestaan, is een afschuwelijke ketterij, die wij met kracht moeten bestrijden.

Vraag: Kunnen zij, die niet in Sinterklaas geloven, toch nog tot de gelovigen gerekend worden?
Antwoord: Zij die niet in Sinterklaas geloven, kunnen voorzeker nog tot de gelovigen gerekend worden. Maar Sinterklaas houdt niet meer van hen. Zij behoren derhalve niet meer tot de beminde, maar tot de volwassen gelovigen.

Vraag: Hoe is het mogelijk dat Sinterklaas met paard en al door de schoorsteen komt?
Antwoord: Dat Sinterklaas met paard en al door de schoorsteen komt, is een mysterie, dat wij kinderlijk moeten aanvaarden.

Vraag: Zal ons dit mysterie ooit worden uitgelegd?
Antwoord: Dit mysterie zal ons in het hiernamaals door Sinterklaas zelf worden uitgelegd.

Vraag: Is Sinterklaas in de hemel?
Antwoord: Wis en waarachtig, wat zullen we nou hebben?

Vraag: Hoe kan Hij dan elk jaar uit Spanje komen?
Antwoord: Dat Sinterklaas in de hemel is, en toch elk jaar uit Spanje komt, is weer een van die mysteries, die wij met blijmoedigheid moeten aanvaarden.

Vraag: Zal ook dit mysterie later worden uitgelegd?
Antwoord: Dit mysterie zal nimmer worden uitgelegd.

Vraag: Is Sinterklaas ook klein geweest?
Antwoord: Sinterklaas is nimmer klein geweest, maar terstond als Sinterklaas geboren.

Vraag: Is dit ook een mysterie?
Antwoord: Dit is volstrekt geen mysterie. Want als Sinterklaas klein geweest was, had Hij in zichzelf moeten geloven, en iemand, die in zichzelf gelooft kan niet heilig worden.

Vraag: Waarom rijdt Sinterklaas over de daken?
Antwoord: Sinterklaas rijdt over de daken om vijf redenen:
1e. omdat het een wonder is;
2e. omdat daar het minste kwaad gebeurt;
3e. omdat daar de meeste schoorstenen staan;
4e. uit de macht der gewoonte;
5e. omdat Hij boven hoogtevrees staat.

Vraag: Hoe is het te verklaren dat Sinterklaas meer aan rijke dan aan arme kindertjes geeft?
Antwoord: Dat Sinterklaas meer aan rijke dan aan arme kinderen geeft, is helaas wederom een mysterie.

Vraag: Zal ook dit mysterie ons in het hiernamaals verklaard worden?
Antwoord: Neen. Dit mysterie zal ons, naarmate wij ouder worden, reeds op aarde duidelijk worden.

(...)

Vraag: Heeft Sinterklaas ook vijanden?
Antwoord: Sinterklaas heeft drie vijanden, te weten: de Paashaas, het Kerstmannetje en zij, die weigeren Hem als ernst te beschouwen. Van de eerste twee zegt Hij dat Hij niet gelooft dat ze bestaan, en van de derde dat het niet bestaat dat ze niet geloven.

Vraag: Heeft Sinterklaas tijdens de oorlog ook aan Duitse kindertjes gegeven?
Antwoord: Sinterklaas heeft tijdens de oorlog aan alle Duitse kindertjes gegeven, die in Hem geloven.

Vraag: Moet Sinterklaas nu niet als collaborateur en profiteur beschouwd worden?
Antwoord: Als profiteur kan Sinterklaas niet beschouwd worden, daar Hij alleen gegeven en niets ontvangen heeft. Als collaborateur heeft Hij reeds terechtgestaan, doch het Hof heeft, in overweging nemende:
1e. de hoge leeftijd van de delinquent, en voorts:
2e. aannemende dat de door Hem geleverde speelgoederen de geallieerde opmars niet merkbaar vertraagd hebben.
gemeend met een berisping te moeten volstaan.

Godfried Bomans, "Kleine catechismus van St. Nicolaas"
uit: Kopstukken, uitgeverij Elsevier, 1983

zaterdag 6 december 2008

Klavecimbelbouwpakket

Ze bestaan: pakketjes met (afgezien van het gereedschap) alles wat je nodig hebt om een klavecimbel te maken. Een tijd terug vertelde iemand me erover.

Wolfgang Zuckerman, klavecimbelbouwer, kon de vraag naar afgewerkte modellen niet meer aan en besloot het werk bij de klant te leggen. Je krijgt een verzameling triplex, snaren, metalen onderdelen, en een afgewerkt toetsenbordje. Vervolgens heb je onder andere een boormachine, een beitel en een houtschaaf nodig om het klusje te klaren en het zal je nog een goede hoeveelheid tijd kosten, maar dan heb je ook wat. Mocht je er geen zin in hebben om het hele ding in elkaar te zetten, maar wel om de finishing touch aan te brengen, dan is ook daar in voorzien: het klavecimbelpakket komt in 6 vormen, oplopend van een verzameling losse onderdelen naar steeds verder gevorderd en uiteindelijk helemaal af. Het spinet en het clavichord zijn ook in bouwpakketvorm op de markt.

IKEA zou een muziekinstrumentafdeling moeten beginnen, waarop je ook zelfbouwpiano's, -violen en -fagotten kunt kopen. Met geperst hout, grote zakken met schroefjes, en heel, heel ingewikkelde bouwplannen. Als zij niet willen kan Lundia misschien een kliksysteem ontwerpen om in een willekeurige hoek van je kamer een pijporgel in te kunnen bouwen.

vrijdag 5 december 2008

Panopticons

Het woord 'panopticon' wordt meestal gebruikt voor een type gevangenis die de bewakers in staat stelt al hun gevangenen in de gaten te houden, zonder dat de gevangenen kunnen zeggen of ze dat ook daadwerkelijk doen. Het idee voor zo'n gebouw kreeg de filosoof Jeremy Bentham en het is doorgevoerd in gevangenissen over de hele wereld, zoals de koepelgevangenis in Haarlem. Voor een kunstproject in de Pennines in Engeland wordt hetzelfde woord gebruikt, maar dan niet wat betreft het kunnen overzien van gevangenen, maar van de omgeving. Op vier plaatsen zijn panopticons aangebracht in de periode 2003-2007.

Een eerste ('Colourfields', in Blackburn) maakte gebruik van een oude kanonbatterij die twee Russische kanonnen uit de Krimoorlog huisvestte. 'Atom', in Pendle, is een eivormige constructie, met gaten waardoorheen je het landschap kunt zien en met een reflecterende bol in het centrum. In Rossendale staat 'Halo': een stalen cirkelvormige roostercontructie, die 's nachts blauw oplicht en boven het landschap lijkt te zweven. De laatste in Burnley, 'Singing Ringing Tree', werd unaniem verkozen tot winnend voorstel: een buizenconstructie in de vorm van een boom, die een prachtig onheilspellend geluid maakt wanneer de wind er langs stroomt.


donderdag 4 december 2008

Spiegels

In Nooit Meer Slapen onderscheidt Willem Frederik Hermans drie stadia in de geschiedenis van de mens. In het eerste kende hij zijn spiegelbeeld niet en daardoor zichzelf niet ('Een "ik" dat zich vragen kon stellen over een "zelf" bestond niet'). In het tweede leerde hij zijn spiegelbeeld kennen ('...de mens was voor zichzelf wat hij was, namelijk zijn spiegelbeeld'), maar was vervolgens het beeld dat de mens van zichzelf had verkregen verkeerd ( 'Ik en zelf waren symmetrisch, elkaars spiegelbeeld, meer niet. Wij liegen en het spiegelbeeld liegt met ons mee'). Je ziet jezelf in een spiegel immers niet zoals andere mensen je zien: rechts en links zijn verwisseld. Hoe die andere mensen je wél zien ervoer de mens in het derde stadium, met de komst van de fotografie. Zo gebeurt het volgens Hermans dat je in het grootste deel van je leven 'in een aantal vreemde incarnaties bestaat voor welke je alle verantwoordelijkheid van de hand zou wijzen als je kon. De angst dat andere mensen hem zien zoals hij is op die foto's die hij niet kan endosseren, dat ze hem misschien nooit zien zoals het spiegelbeeld waarvan hij houdt, heeft de menselijke individu versplinterd tot een groep die uit een generaal plus een bende muitende soldaten bestaat. Een Ik dat iets wil zijn - en een aantal schijngestalten die het Ik onophoudelijk afvallen'.

Maar dat spiegelbeeld hoeft helemaal niet anders te zijn dan hoe de rest van de wereld je ziet. Je moet alleen wel de goede spiegel gebruiken - of beter gezegd: twee spiegels, onder een rechte hoek. Dan heb je alleen nog die naad in het midden die in de weg zit, maar fabrikanten kunnen die met de juiste techniek onzichtbaar maken: een internetwinkeltje op truemirror.com verkocht ze. Ze waren daar alleen wel heel erg duur: voor de kleinste betaalde je ruim 200 dollar. Goed: maar dan schijn je ook wel volgens de makers een revolutie in je zelfbeeld mee te maken en een drastische afname van je eventuele onzekerheid. Sommige mensen durven er hoe dan ook niet eens in te kijken.

Nu nog een spiegel waar Magritte naar hintte in zijn La Reproduction Interdite. Eentje waarmee je eindelijk eens fatsoenlijk op je achterhoofd kunt kijken.

woensdag 3 december 2008

Het grootste dier ter wereld

Een prachtige afbeelding van een blauwe vinvis. Op ware grootte.

Bekijk het hier.

dinsdag 2 december 2008

Tekenen met zand

Het Seoul International Cartoon & Animation Festival (SICAF) ontving in 2003 de Hongaar Ferenc Cakó, die met exotische muziek op de achtergrond het bijbelse scheppingsverhaal in beeld bracht, door tekeningen te maken in een hoeveelheid zand op de belichter van een overheadprojector. Zo'n show geven met een publiek dat naar je kijkt is de ene vorm van zandanimatie; de andere is daadwerkelijk een animatie te maken door beeldjes van belichte zandbakken aaneen te schakelen. Eigenlijk vind ik Cakó's afbeeldingen nogal matig (bijvoorbeeld op het punt dat hij een olifant, een giraffe en een gazelle tekent), maar het lijkt mij logisch dat je bij die tweede vorm veel meer detail aanbrengt. Dat vond ik althans terug in de prijswinnende zandfilmpjes van Caroline Leaf. Ze maakte onder andere een verbeelding van een Inuïtlegende ('The Owl Who Married A Goose') en een animatie naar Kafka's Die Verwandlung ('The Metamorphosis of Mr. Samsa').


maandag 1 december 2008

Helikopter-Streichquartett


Ik blijf het fascinerend vinden.

Een stuk muziek waarbij elk lid van een strijkkwartet in een eigen helikopter in de lucht zweeft. Karlheinz Stockhausen, wiens dood voor mij vorig jaar genadeloos verhuld werd door de komst van Sinterklaas, schreef het in opdracht van de Salzburger Festspiele en maakte het tot een onderdeel van zijn 1 week durende opera Licht. De oorspronkelijk geplande première in Salzburg, waarbij helikopters van het Oostenrijkse leger zouden worden gebruikt, gaf te veel problemen en ging niet door. Tijdens het Holland Festival van 1995 voerde het Arditti-kwartet het voor de eerste keer ter wereld uit, in Amsterdam.

In een auditorium, waar het publiek op schermen kon zien wat er in de helikopters plaatsvond, fungeerde Stockhausen als geluidstechnicus. Aan het begin legde hij uit wat de bedoeling was, waarna de musici zich naar de helikopters begaven, opstegen en door middel van koptelefoons het stuk synchroon konden krijgen. Na de door Stockhausen voorgeschreven tijd begon de afdaling en keerden de strijkers terug naar de publieksruimte.

Ik luister er vaker naar dan naar andere moderne muziek. Door het geraas van de helikopters en de zenuwachtige vioollijnen heen wordt, om de waanzin compleet te maken, door de musici krankzinnig gillend geteld: 'Eins!', 'Zwei!', 'Drrrrrrrrei!' Iedere keer dat zo'n telling begint weet je niet tot hoe ver ze deze keer zullen gaan en of de collectieve, verlossende 'Vierzehn!' eindelijk gehaald wordt. Daarna vindt de afdaling plaats en dan is vervolgens de combinatie van die 20 minuten drukte en het moment waarop de rotors vertragen en uitsterven degene, waar voor mij het genot van het luisteren in schuilt.

En ik las vandaag dat er een documentaire over de Arditti-uitvoering bestaat, op DVD! Die gaat waardevol voor me zijn.

Een uitvoering in 2003, alsnog in Salzburg.