maandag 9 februari 2009

Solresol

De Franse schrijver en musicus François Sudre ontwikkelde een kunsttaal die gebaseerd was op de namen voor muzieknoten: Do-Re-Mi-Fa-Sol-La-Si. De grammatica is het meest uitgebreid vastgelegd in 'Grammaire du Solresol' van de heer Boleslas Gajewski, een van zijn studenten. Alle woorden bestaan uit een opeenvolging van noten en de betekenis wordt vastgelegd door de volgorde: alle woorden die met 'Sol' beginnen betekenen bijvoorbeeld iets met kunst en wetenschap en als je de stukjes van een woord omdraait krijg je de ontkenning van het woord (inderdaad, dat gaat dus nooit helemaal goed). Zo wordt bijvoorbeeld het Onze Vader iets als dit.

Het leuke, aardige hiervan is dat je woorden in deze taal niet hoeft uit te spreken: je kunt immers gewoon de noten zingen (en als je het bij opschrijven laat, kan het ook met kleuren). Sudre had twee violisten om zich heen die de taal net als hij meester waren en met hem door Frankrijk toerden om demonstraties te geven. Teksten werden gespeeld op de viool en ter plekke vertaald, waarna het publiek vragen kon stellen. Het was een tijdje vrij populair (adepten begonnen zich met terugwerkende kracht af te vragen waarom Beethovens Vijfde begon met een verhandeling over 'woensdag') en het kreeg ook een militaire toepassing: berichten zouden door trompetspelers in het leger overgestuurd kunnen worden - sneller en ook een soort codetaal. Het weer verstoorde het signaal echter vaak en het werd geen succes. Sudre bood daarop het leger ook nog een set muzikale kanonnen aan, maar ze wilden inmiddels niet veel meer met dat taaltje van hem te maken hebben. Tegenwoordig kent het Solresol uiteraard nog wel wat aanhangers, maar geen hond die er nog daadwerkelijk iets serieus mee doet. Overigens is het idee van een muzikale taal niet gek: het Silbo dat gebezigd wordt in ravijnen op La Gomera (Canarische Eilanden) is een goed in kaart gebracht voorbeeld van een manier waarop mensen met elkaar communiceren door met elkaar te fluiten.