dinsdag 9 december 2008

Labyrint

Tegenwoordig worden de termen door elkaar gebruikt, maar van oorsprong is een labyrint iets anders dan een doolhof. In een labyrint heb je namelijk geen zijwegen: het bestaat uit een lange ondoorbroken gang die van buiten naar het centrum van de figuur leidt. Je kunt er niet in verdwalen. Je minotaurus erin opbergen gaat al evenmin zonder dat hij makkelijk ontsnapt.

In kerken komen ze veel voor. De bedoeling is dat je, al dan niet geknield, het pad aflegt naar het middelpunt. Je verliest je gevoel voor richting, bouwt de hoop op om in het midden aan te komen zonder dat je een idee hebt wanneer dat gaat gebeuren en voltooit uiteindelijk je reis. Als een pelgrimstocht naar Jeruzalem te duur voor je was kon je hem op deze manier symbolisch afleggen. In de kathedraal van Chartres is een beroemd labyrint, maar je vindt er ook al een in de St. Servaasbasiliek van Maastricht. In die laatste zijn ook nog enkele tussenstations afgebeeld: Jeruzalem staat getekend in het midden en je komt onderweg langs Maastricht, Aken, Keulen, Rome en Constantinopel. Ook in het landschap van Engeland, Duitsland en de Scandinavische landen vind je labyrinten terug, opgebouwd als steenformaties of uitgegraven in turf of gras. Daar heten ze Trojaburgen - waarom ze zijn gemaakt is niet geheel duidelijk; wellicht dienden ze om kwade geesten of trollen buiten de deur te houden.