Ik blijf het fascinerend vinden.
Een stuk muziek waarbij elk lid van een strijkkwartet in een eigen helikopter in de lucht zweeft. Karlheinz Stockhausen, wiens dood voor mij vorig jaar genadeloos verhuld werd door de komst van Sinterklaas, schreef het in opdracht van de Salzburger Festspiele en maakte het tot een onderdeel van zijn 1 week durende opera Licht. De oorspronkelijk geplande première in Salzburg, waarbij helikopters van het Oostenrijkse leger zouden worden gebruikt, gaf te veel problemen en ging niet door. Tijdens het Holland Festival van 1995 voerde het Arditti-kwartet het voor de eerste keer ter wereld uit, in Amsterdam.
In een auditorium, waar het publiek op schermen kon zien wat er in de helikopters plaatsvond, fungeerde Stockhausen als geluidstechnicus. Aan het begin legde hij uit wat de bedoeling was, waarna de musici zich naar de helikopters begaven, opstegen en door middel van koptelefoons het stuk synchroon konden krijgen. Na de door Stockhausen voorgeschreven tijd begon de afdaling en keerden de strijkers terug naar de publieksruimte.
Ik luister er vaker naar dan naar andere moderne muziek. Door het geraas van de helikopters en de zenuwachtige vioollijnen heen wordt, om de waanzin compleet te maken, door de musici krankzinnig gillend geteld: 'Eins!', 'Zwei!', 'Drrrrrrrrei!' Iedere keer dat zo'n telling begint weet je niet tot hoe ver ze deze keer zullen gaan en of de collectieve, verlossende 'Vierzehn!' eindelijk gehaald wordt. Daarna vindt de afdaling plaats en dan is vervolgens de combinatie van die 20 minuten drukte en het moment waarop de rotors vertragen en uitsterven degene, waar voor mij het genot van het luisteren in schuilt.
En ik las vandaag dat er een documentaire over de Arditti-uitvoering bestaat, op DVD! Die gaat waardevol voor me zijn.
Een uitvoering in 2003, alsnog in Salzburg.