donderdag 11 december 2008

Louis Andriessen

Gisteren weer een monoloog van Nederlands componist Louis Andriessen mogen aanhoren in het Scheltema-complex. Want dat is het eigenlijk wel: ze kondigen het altijd aan als een gesprek tussen Frans de Ruiter van het Koninklijk Conservatorium en Andriessen, maar De Ruiter geeft alleen maar een inleidend en afsluitend praatje. Er zijn nu de afgelopen twee jaar een stuk of vier lezingen geweest waarin je inzicht kreeg in de werken van de componist: wat zit erin, wat zijn de bijbehorende gedachten? Er komt er nog minimaal 1, maart volgend jaar.

In het verhaal van gisteren werd het vierde deel behandeld uit Andriessens opera La Commedia, gebaseerd op het werk van Dante. Dat moet de sfeer hebben van een 'wandelingetje door het park', aldus de componist. Erin verwerkt zitten onder andere een paar maten Debussy, lijntjes Siciliana van de Italiaanse componist Alfredo Casella en een baslijntje van Jurre Haanstra dat steeds terugkomt in de politieserie Baantjer.

Ik vind dat Andriessen als een componist praat. Hij begint een zin, komt gemiddeld 5 tot 6 niveaus diep door bij alles wat hij zegt uitleg of anekdotes te geven, maar komt uiteindelijk toch weer terecht bij de hoofdlijn. Iedereen doet dat - bij hem valt het op. De hoofdlijn gisteren was net als de voorgaande avonden het citaat: Andriessen vertelde dat in zijn gezin van componisten aangemoedigd werd te kijken naar hoe materiaal van andere componisten gebruikt kan worden in je eigen composities - maar de bedoeling is volgens hem dat je dat zo doet dat het niet meer opvalt en daarbij wel de muzikale waarde behoudt.

Toch een beetje een onhandige gedachte: hoe weet ik nou zeker dat ik een componist waardeer om wat hij aan muzikale ideeën bijdraagt? Is het wel echt van hem als ze zo veel citeren van hun voorgangers? Uiteraard is het niet beperkt tot de muziek: vandaag las ik ook al dat de kinderwagenscène uit The Untouchables beeld voor beeld is overgezet uit Eisensteins Pantserkruiser Potjompkin.