maandag 20 juli 2009

Isaac Asimov

Op de dag van de eerste maanlanding een sciencefictionschrijver: met Robert Heinlein en Arthur C. Clarke vormde Isaac Asimov de Grote Drie. Als biochemicus deed hij niet veel, als schrijver des te meer: meer dan 500 boeken staan op zijn naam, op zowel fictie- als non-fictiegebied. Wanneer het niet een (kort) verhaal was wat hij schreef was het vaak een geschiedenis- of natuurwetenschapsboek. Zijn fictiewerk schreef hij in twee perioden en hij unificeerde het aan het einde van zijn leven door middel van een aantal overgangsverhalen (met wat foutjes hier en daar, maar daar valt de liefhebber niet over). Wat ik eerder van hem las betrof zijn latere periode, waarin robots een prominente rol spelen. Asimov was degene die het woord 'robotics' bedacht (hoewel hij dacht dat het etymologisch hetzelfde in elkaar zat als woorden als 'mechanics'), was de vader van wat het genre nu kent als een positronisch brein en schiep de drie wetten die in zijn wereld in elke robot geprogrammeerd zijn om chaos te voorkomen: nooit een mens iets aandoen, alles doen wat een mens zegt (tenzij dat in strijd is met regel 1) en altijd zorgen dat je zelf heel blijft (tenzij dat in strijd is met regel 1 en 2).

Zijn eerdere periode werd gevormd door de Foundationverhalen, waarvan ik het eerste deel vorige week in een ruk uitlas. Centraal staat hierin het idee van 'psychohistory', dat bij Asimov een wiskundige methode behelst om bij een zeer grote groep mensen te kunnen voorspellen hoe hij zich in de toekomst gaat gedragen, wanneer je aanneemt dat door de grootte van de groep het gemiddelde gedrag van een individu willekeurig is. Een psychogeschiedkundige voorspelt dat het gevestigde keizerrijk ten onder zal gaan en laat honderdduizend man naar een planeet aan de rand van de melkweg trekken om de kennis die er op dat moment is niet verloren te laten gaan. Een interessante opvolging van machtsspellen op de reserveplaneet volgt.

Snel de volgende twee Foundationdelen zien te vinden, en met de sciencefictionsmaak weer te pakken op de Deventer-boekenmarkt binnenkort opnieuw een poging wagen voor Arthur C. Clarke - al zal dat tussen alle vertaalde Stephen Kings niet meevallen. Verslag zal volgen.