donderdag 9 juli 2009

Ivanhoe

Aan het einde van zijn leven stapte Sir Arthur Sullivan, die met librettoschrijver W.S. Gilbert zo veel komisch muzikaal werk had afgeleverd in de vorm van talloze operettes, nog een keer over naar een groot en serieus werk, dat voor een totale opleving in de Victoriaanse opera zorgde. Want, tsja, Victoriaanse opera's, die waren er niet echt. Sullivan zette zich af tegen, onder andere, Wagneriaanse opera's om talloze redenen, maar leverde tegelijkertijd een werk af dat toch een ruime vier uur in beslag nam om uit te voeren, een doorgecomponeerde structuur had en hier en daar toch echt Leitmotiv-achtige elementen had. Het verhaal was dat van dat zo vreselijk populaire boek van Sir Walter Scott: Ivanhoe.

Eerst vroeg Sullivan aan Gilbert of die ook voor dit werk het libretto wilde schrijven. Maar daar zag deze van af: in werken van dit kaliber was de rol van librettist ondergeschikt vergeleken met die in de komische opera. In een collega van hem, Julian Sturgis, vond Sullivan een alternatief met wie hij een stuk componeerde dat eigenlijk alleen goed te volgen was voor mensen van die tijd, die goed vertrouwd waren met de roman van Scott. Richard D'Oyly Carte, Sullivans impresario, die ervoor had gezorgd dat de eerdere operettes in het Savoy Theatre konden worden uitgevoerd, was zo enthousiast over het hele plan dat hij ervoor zorgde dat een geheel nieuw operahuis werd gebouwd: het Royal English Opera House in Westminster.

De première vond plaats in 1891. Het werd een groot succes, gevolgd door onmiddelijke sluiting van het operahuis. Na een ongeëvenaarde 161 keer Ivanhoe had men geen volgend nummer meer op het programma staan - en sindsdien hoor je er niets meer over. In 2010 komt er, wellicht, een fatsoenlijke uitvoering op CD.