woensdag 23 december 2009

Vijf weken bij Dickens

In 1847 vond op een soiree in Londen de ontmoeting plaats tussen Charles Dickens en Hans Christian Andersen, die net zijn eerste sprookjes had geschreven na met serieuze verhalen zijn literaire start te hebben gemaakt. De vriendschap was vrijwel instantaan: Dickens was onder de indruk van De Kleine Zeemeermin en De Nieuwe Kleren van de Keizer, Andersen was dolblij dat hij kennis had kunnen maken met de schrijver van Oliver Twist en ze deelden nog heel wat levenservaringen ook. Het liep zo dat Dickens aan de Ander voorstelde dat hij de laatste nacht dat hij in Engeland was bij hem logeerde, waar de sprookjesschrijver met het grootste genoegen op inging. Toen in de periode daarna een langdurige briefwisseling plaatsvond en Dickens in de zomer van 1857 net een nieuw huis gekocht had in Rochester, werd de ontmoeting herhaald.

En dát samenzijn liep verkeerd af. Andersen was namelijk gewend een huisgast te zijn en bezat nooit een huis van zichzelf. Zijn bezoek aan de Engelse schrijver was gepland om veertien dagen te duren, maar hij ging maar niet weg en het liep uit op vijf onverdraaglijke weken voor huize Dickens. Hij sprak slecht Engels, stelde de hele tijd eisen, waaronder de twijfelachtige dat hij elke ochtend geschoren werd door een van de jongens uit de 10 (!) kinderen die het gezin telde (hij zou op zowel vrouwen als jongens zijn gevallen) en hij pikte subtiele hints van zijn gastheer door zijn sociale ongevoeligheid simpelweg niet op. Wat hem betrof bevond hij zich in het paradijs, zo dicht bij zijn geliefde schrijver. Dickens zelf had het echter heel druk en was nauwelijks thuis, waardoor Mrs. Dickens de Deen te verduren kreeg. Zij zou hem gaan omschrijven als 'the bony bore'.

En dan, de druppel. Nadat Andersen eindelijk was opgehoepeld publiceerde hij tegen de wens van de Engelse familie in ook nog een verslag van zijn verblijf, waarin hij zeer te spreken was over de vrouw des huizes. Pijnlijk en een bron van roddels, aangezien Dickens net gescheiden was. Dickens en Andersen zagen elkaar nooit meer. Brieven uit Denemarken werden vanuit Engeland beantwoord - als dat al überhaupt gebeurde - in ijskoude en zeer terughoudende bewoordingen.