maandag 21 december 2009

Na de hypnose

Nu is het wel weer eens goed om iets over Rachmaninoff te vertellen.

Een verhaal dat ik vaak aanhaal, maar te mooi om hier te laten ontbreken. In 1897 verliep de première van zijn Eerste Symfonie dermate dramatisch (onder leiding van een dronken en toch al matige dirigent Alexander Glazounov, foto rechtsonder) en werd het stuk aan de hand van zo'n duivelse metafoor gerecenseerd, dat het een mokerslag betekende voor de carrière van de 24-jarige componist. Hij raakte in een depressie en kreeg met zo'n heftige writer's block te maken dat er werkelijk niets meer van muziek schrijven terecht kwam. De redding kwam toen hij zich wendde tot dr. Nikolaj Dahl (foto linksonder), die goede resultaten had behaald met hypnosebehandelingen. Na een aantal sessies in de stoel - daar willen we trouwens graag nog wat filmpjes en foto's van, alstublieft - was hij genezen en wijdde hij het daaruit volgende en zijn reputatie volledig herstellende Tweede Pianoconcert aan zijn arts.

Tot zover wat ik wist. Wat me nog niet zo helder voor de geest stond was dat hij in dezelfde tijd zijn Suite no. 2 voor twee piano's componeerde en dat dus ook dat werk het directe resultaat van de hypnose lijkt te zijn. Het bestaat uit vier delen, waarvan het laatste deel (Tarantella) het meest wordt uitgevoerd. Jammergenoeg zie ik echter de suite in z'n geheel niet zo vaak voorbij komen op de concertprogramma's, en dat terwijl het wat mij betreft tot de beste werken behoort die hij ooit schreef. De première werd gespeeld door de componist met de nu-net-geen-beroemdheid-meer Alexander Siloti in 1901, maar de beroemdste en indrukwekkendste uitvoering die hij gaf was vlak voor zijn dood op 69-jarige leeftijd: met zijn grote vriend Vladimir Horowitz op een feest in Los Angeles.

Hier de eerste twee delen die wat mij betreft evenveel aandacht verdienen als het laatste.