zaterdag 28 november 2009

Der Zauberberg

Wat is er zo goed aan deze beroemde vertelling van Thomas Mann? Ik las een tijdje terug gedurende een paar weken de prachtige vertaling van Pé Hawinkels, maar ik kon op zeker punt oprecht niet meer bedenken hoe lang ik er al mee bezig was - misschien is het dus wel het briljante spel met de tijd: niemand (ook Mann niet) lijkt uiteindelijk meer enig besef te hebben van hoe lang de gang van zaken in het verhaal nou al voortduurt.

De middelmatige hoofdpersoon Hans Castorp bezoekt zijn neef Joachim Ziemszen in een sanatorium in Zwitserland en op de eerste pagina wordt aangegeven dat hij van plan is om daar 3 weken te blijven. Door alles schemert dan echter al door dat die termijn ruimschoots overschreden gaat worden - kijk alleen al eens naar de kleine 1000 pagina's die de roman telt. Er wordt een kleine longstoornis bij Castorp gevonden en het draait er op uit dat hij maanden en maanden van huis wegblijft. Maar wat is een maand, waarom de tijd bijhouden?

Mann baseerde zijn hoofdpersoon op zichzelf: hij bezocht ooit zijn vrouw in een vergelijkbaar kuuroord en ook hij kreeg na 3 weken het advies om nog langer te blijven. Hij weigerde. In de roman die uit zijn opgedane indrukken ontstond tekende hij prachtige karakters die zich in en om het sanatorium ophouden en drijft hij de spot met de Bildungsroman: Hans Castorp leert, ontdekt, denkt, maar groeit uit tot, tsja, wat? In een commentaar had Mann het erover dat je het boek eigenlijk twee keer moet lezen. Die aanbeveling moet, wanneer je eens een onduidelijke hoeveelheid tijd hebt, wat mij betreft inderdaad maar ter harte worden genomen.