zondag 1 maart 2009

Pianolamuseum

En ik hou ook veel van kleine museumpjes met 1 kamer, waar je praktisch de enige bent en het personeel je met alle tijd van de wereld van alles wil vertellen over wat er te zien is. Het enige is dat het onderwerp interessant moet zijn - maar wat mij betreft wordt alles leuk naarmate je er meer van af gaat weten.

Vanmiddag vonden we weer zo'n plek in Amsterdam. Het pianolamuseum bestaat uit een ouderwets ingerichte kamer, met een Jugendstiltrap en een podiumpje waarop een aantal modellen zelfspeelpiano's staat. Je krijgt voor 5 euro (als ze er aan denken) een verhaal dat de hele middag lijkt te kunnen voortduren, en elk merk pianola wordt gedemonstreerd met meerdere dansliedjes en klassieke werken.

Ze waren populair in het begin van de 20e eeuw, tot ongeveer 1930. Je had rond de eeuwwisseling nog geen radio; de fonograaf en grammofoonspeler moesten nog worden geperfectioneerd en dus waren deze dingen een goede bron van muziek in huis. Ze werkten meestal op luchtdruk: je moest met pedalen en schuifjes de speelsnelheid en luchttoevoer regelen en had zo een manier om de dynamiek te controleren. Pianolarollen waren er met tienduizenden. In Amsterdam hebben ze een forse collectie: overal leken ze te zijn verstopt, tot in het podium aan toe. Het interessantste was dat grote meesters en componisten uit de tijd van de pianola die rollen konden inspelen - zodat je ook nu nog kunt beluisteren hoe Debussy en Prokofiev moeten hebben geklonken. Denk er een flamboyante persoon achter de piano bij en je hebt ze terug in de 21 eeuw.