vrijdag 22 januari 2010

Het Lied van de Nacht

Gisteravond speelde het NJO-symfonieorkest onder leiding van Ludovic Morlot in De Doelen in Rotterdam de Zevende Symfonie van Mahler en we waren erbij. Het eerste deel van dit werk heb ik lang het mooiste gevonden dat Mahler ooit schreef - dat gevoel was wat weggezakt, maar sinds gisteren ken ik het weer: bijna puntgave uitvoering waarbij ik aan het einde van de eerste twintig minuten zowat zat te trillen op m'n stoel. En ik overdrijf nu eens niet.

Vaak wordt aan het werk de naam Het Lied van de Nacht gegeven, vanwege het toch duistere karakter en de twee bewegingen Nachtmusik I en II die een wandeling door de nacht en een serenade moeten beduiden. Mahler hield echter niet van die titel en gebruikte hem zelf nooit. Een ander verhaal is dat het tweede deel (Nachtmusik I) op Rembrandts Nachtwacht geïnspireerd zou zijn. Mahler was in zijn tijd in Nederland (1904) inderdaad vaak in het Rijksmuseum en was gefascineerd door het schilderij, maar heeft het nooit aan het tweede deel gekoppeld. De symfonie in z'n geheel is in meerdere opzichten symmetrisch: het eerste en vijfde deel zijn even lang, net als het tweede en vierde deel (Nachtmusik I en II), en in het midden van het derde deel zou een klap zitten die tegelijkertijd het midden van de symfonie aangeeft. Qua stemming lijken het eerste en vijfde deel elkaars tegengestelde en kun je wel degelijk van donker en licht spreken (Mahler zou zelf ook het laatste deel als "breed daglicht" hebben beschreven) - en hoewel het vijfde deel vaak veel kritiek te verduren krijgt (het zou niet rijmen met het voorgaande en compositorisch überhaupt wat rammelend zijn) maakt het de symfonie wat mij betreft toch op de juiste manier af. Hier te luisteren met Leonard Bernstein - hoewel ik natuurlijk liever dat eerste deel laat horen, maar daar moet je toch wel even echt rustig voor gaan zitten. Nu in huis halen op CD dus. Vort. Toe dan.