maandag 19 april 2010

Lange vingers

Nu, eindelijk, weer verder.

Van zowel Niccolò Paganini als Sergej Rachmaninoff (en trouwens ook van Toetanchamons vader Akhnaton) wordt/werd gedacht dat ze leden aan het syndroom van Marfan. Een genetisch veroorzaakte afwijking van bindweefsel, waardoor je last kunt krijgen van een aantal vervelende symptomen, onder andere bijziendheid en bloedvataandoeningen. Vervorming van het skelet hoort er ook bij en dat leidt in het geval van de Marfanpatienten vaak, naast een smal gezicht, tot arachnodactylie. Spinpotigheid. Je krijgt heel lange vingers.

Uitkijken natuurlijk met medische uitspraken over patiënten die we niet meer kunnen spreken of onderzoeken - ooit las ik de claim dat Mozart stierf aan niet goed doorbakken koteletten ("Ik denk dat ik maar eens stop met deze brief te schrijven, het ruikt hier heerlijk naar vlees" + incubatietijd = klopt precies) en over de casus Akhnaton zou dan ook al een en ander zijn ontkracht. Maar aan de andere kant: of ze nou Marfan hadden of niet, dat Paganini en Rachmaninoff grote tengels hadden is wel duidelijk en aan de suggestie dat het ze vaak genoeg ook een voordeel opleverde hoeven we niet te twijfelen. Rachmaninoff haalde een luxueus anderhalf octaaf op het klavier (van C naar de G, 11 witte toetsen verder) en toen hij door pianist Cyril Smith werd uitgedaagd met een verreikende én verrekkende vijfklank overtrof hij die gewoon met een (even een piano opzoeken om na te spelen) C G E C E - maar dan wel de onderste noot met de wijsvinger en de bovenste met de duim.

Nee, wat dat betreft ben je als arachnodactylische musicus misschien nog niet eens zo slecht af. En daarbij: uiteraard krijg je als geen ander de laatste beetjes uit de Italiaanse en Russische pindakaaspot. Ideaal.