woensdag 3 juni 2009

Persimfans

Toen Bernard Haitink voor het eerst de Matthäuspassion dirigeerde grapte Kamagurka in de NRC met 'Een goed orkest heeft geen dirigent nodig!' Sovjetmusici dachten er in de jaren '20 van de vorige eeuw ook zo over: de communist moest niets hebben van een muziekdictator en kon prima zonder. In het orkest Persimfans, waarvan de naam een afkorting was van 'Pervyi Simfonicheskii Ansambl' (Eerste Symfonisch Ensemble), werd daarom zonder dirigent gewerkt en zaten de leden zo opgesteld dat een ieder voldoende overzicht had over de rest.

Dat eerste ging uiteraard niet vlekkeloos: voor de werken met weinig tempowisselingen uit de barok en de klassieke periode ging een en ander prima, maar de Romantiek (waarin uitgerekend de Russische muziek nu eindelijk eens een keer van de grond was gekomen) en de moderne periode voorzagen in dermate dynamische werken dat het orkest vaak genoeg voor problemen kwam te staan. Eindeloze oefensessies waren het gevolg. Maar de beslissingen over tempo en dynamiek moesten toch uiteindelijk door iemand genomen worden; een kleine groep orkestleden vormde om die reden een comité dat deze taak op zich nam. Tijdens de uitvoeringen deed er altijd iemand van het orkest niet mee en zat in plaats daarvan op het balkon om naderhand feedback te kunnen leveren. Er kwamen ook regelmatig gasten die met Persimfans optraden, waaronder Sergej Prokofiev, die een verkapte directierol op zich konden nemen.

Het mocht uiteindelijk niet lang duren: in 1932 viel het orkest uit elkaar, wegens onenigheid en misschien toch ook teleurstellende inzichten. Ironisch genoeg was overigens door Lenin in 1918 de mogelijkheid van het samengaan van een socialistische democratie en een dictatorschap door een enkel persoon als mogelijk beschreven, uitgerekend in de bewoording dat dat alleen kon mits die dictator zich een 'mild leiderschap als dat van een dirigent over een orkest' aanwendde.