woensdag 18 februari 2009

Ravel, het kind

Ravel moet een gecompliceerde maar in de regel heel aardige man zijn geweest. In zijn latere leven ontving hij vaak vrienden in zijn huis op het platteland, dat een wonderlijke plek moet zijn geweest: het barstte werkelijk uit z'n voegen van de rare snuisterijen die hij overal en nergens vandaan had. Vaak was het nep of namaak. Met een kinderlijk enthousiasme moet hij alles zijn gasten hebben getoond: een opwindbaar houten vogeltje in een kooi, een elektrische kristallen bol die licht gaf, beschilderde vaasjes en wandkleden uit verre landen, alles voorzien van het label 'Made in France'. En hij was dol op kinderen - het bekendste voorbeeld is dat van Jean en Mimi Godebski, het kroost van vrienden die hij vaak bezocht. Hij nam hen vaak op de knie en las hen sprookjes voor die hij ter plekke bedacht. Zelf had hij geen kinderen en hij is nooit getrouwd geweest.

Een andere kant was zijn liefde voor de natuur waar hij volledig een mee leek te zijn: hij was vaak in zijn tuin bezig waar hij bloemen kweekte en dwergboompjes verzorgde, lokte met oneindig geduld hagedisjes uit hun holletjes, sprak de taal van de katten. En niemand kon vogels zo goed nadoen als hij.

Voor Jean en Mimi schreef hij een stuk voor quatre-mains piano waarin hij sprookjes van Moeder de Gans verbeeldde: 'Ma Mère l'Oye'. In de balletversie voor orkest is dat een stuk dat naar mijn mening te weinig aandacht krijgt. Dit werk verraadt het kind in Ravel: hier is muziek die haast niet sprookjesachtiger kan. Ook zijn verbondenheid met de natuur komt terug in de geschetste sprookjesbossen en denkbeeldige tuinen.

Luister daarom naar het ontroerende laatste deel, waarin Doornroosje wakker wordt en het koninkrijk weer tot bloei komt.

Le jardin féerique