Posts tonen met het label Rachmaninoff. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Rachmaninoff. Alle posts tonen

maandag 19 april 2010

Lange vingers

Nu, eindelijk, weer verder.

Van zowel Niccolò Paganini als Sergej Rachmaninoff (en trouwens ook van Toetanchamons vader Akhnaton) wordt/werd gedacht dat ze leden aan het syndroom van Marfan. Een genetisch veroorzaakte afwijking van bindweefsel, waardoor je last kunt krijgen van een aantal vervelende symptomen, onder andere bijziendheid en bloedvataandoeningen. Vervorming van het skelet hoort er ook bij en dat leidt in het geval van de Marfanpatienten vaak, naast een smal gezicht, tot arachnodactylie. Spinpotigheid. Je krijgt heel lange vingers.

Uitkijken natuurlijk met medische uitspraken over patiënten die we niet meer kunnen spreken of onderzoeken - ooit las ik de claim dat Mozart stierf aan niet goed doorbakken koteletten ("Ik denk dat ik maar eens stop met deze brief te schrijven, het ruikt hier heerlijk naar vlees" + incubatietijd = klopt precies) en over de casus Akhnaton zou dan ook al een en ander zijn ontkracht. Maar aan de andere kant: of ze nou Marfan hadden of niet, dat Paganini en Rachmaninoff grote tengels hadden is wel duidelijk en aan de suggestie dat het ze vaak genoeg ook een voordeel opleverde hoeven we niet te twijfelen. Rachmaninoff haalde een luxueus anderhalf octaaf op het klavier (van C naar de G, 11 witte toetsen verder) en toen hij door pianist Cyril Smith werd uitgedaagd met een verreikende én verrekkende vijfklank overtrof hij die gewoon met een (even een piano opzoeken om na te spelen) C G E C E - maar dan wel de onderste noot met de wijsvinger en de bovenste met de duim.

Nee, wat dat betreft ben je als arachnodactylische musicus misschien nog niet eens zo slecht af. En daarbij: uiteraard krijg je als geen ander de laatste beetjes uit de Italiaanse en Russische pindakaaspot. Ideaal.

maandag 21 december 2009

Na de hypnose

Nu is het wel weer eens goed om iets over Rachmaninoff te vertellen.

Een verhaal dat ik vaak aanhaal, maar te mooi om hier te laten ontbreken. In 1897 verliep de première van zijn Eerste Symfonie dermate dramatisch (onder leiding van een dronken en toch al matige dirigent Alexander Glazounov, foto rechtsonder) en werd het stuk aan de hand van zo'n duivelse metafoor gerecenseerd, dat het een mokerslag betekende voor de carrière van de 24-jarige componist. Hij raakte in een depressie en kreeg met zo'n heftige writer's block te maken dat er werkelijk niets meer van muziek schrijven terecht kwam. De redding kwam toen hij zich wendde tot dr. Nikolaj Dahl (foto linksonder), die goede resultaten had behaald met hypnosebehandelingen. Na een aantal sessies in de stoel - daar willen we trouwens graag nog wat filmpjes en foto's van, alstublieft - was hij genezen en wijdde hij het daaruit volgende en zijn reputatie volledig herstellende Tweede Pianoconcert aan zijn arts.

Tot zover wat ik wist. Wat me nog niet zo helder voor de geest stond was dat hij in dezelfde tijd zijn Suite no. 2 voor twee piano's componeerde en dat dus ook dat werk het directe resultaat van de hypnose lijkt te zijn. Het bestaat uit vier delen, waarvan het laatste deel (Tarantella) het meest wordt uitgevoerd. Jammergenoeg zie ik echter de suite in z'n geheel niet zo vaak voorbij komen op de concertprogramma's, en dat terwijl het wat mij betreft tot de beste werken behoort die hij ooit schreef. De première werd gespeeld door de componist met de nu-net-geen-beroemdheid-meer Alexander Siloti in 1901, maar de beroemdste en indrukwekkendste uitvoering die hij gaf was vlak voor zijn dood op 69-jarige leeftijd: met zijn grote vriend Vladimir Horowitz op een feest in Los Angeles.

Hier de eerste twee delen die wat mij betreft evenveel aandacht verdienen als het laatste.

donderdag 2 juli 2009

Rach 3

Gisteravond zat Freddy Kempf in het Concertgebouw met het Brabants Orkest onder leiding van Alan Buribayev heel erg goed Rachmaninoffs Derde Pianoconcert uit te voeren. Op 1 moment nagenoeg tot tranen toe geroerd: dit zijn de uitvoeringen waar het wat mij betreft om gaat. Eindelijk geen overdreven vertoon van virtuositeit, maar een grandioze combinatie van ingehouden spel en oprechte gepassioneerdheid. Eindelijk geen afgeraffel van muzikale frasen, maar juist lang uitgerekte passages die geen moment verveelden. Eindelijk niet een uitvoering waarbij het orkest vaak genoeg ondergeschikt is, maar eentje waarbij nu eens al die voortreffelijke extra lijnen boven die van de piano uitstijgen en er een gebalanceerd geheel van maken.

Het berucht moeilijkste pianoconcert ter wereld was voor Rachmaninoff zijn visitekaartje toen de goede man in 1909 naar de Verenigde Staten vertrok voor een concerttour. Hij droeg het werk op aan meesterpianist Józef Hoffman (de uitvinder van de pneumatische schokdemper), die het werk nooit speelde omdat hij er niets om gaf. De pianist werd door Rachmaninoff als superieur aan hemzelf gezien: toen hem gevraagd werd wie hij de beste pianist van dat moment vond, moet hij hebben geantwoord: 'Nou, je hebt Józef Hoffman.' Na een pauze voegde hij toe: 'En daarna heb je mij natuurlijk.'

De compositie van het concert verliep vlekkeloos: het stuk zou zichzelf hebben geschreven volgens de componist. Hoe gevreesd het concert nu ook om z'n moeilijkheid is: Rachmaninoff vond het net iets beter te doen dan z'n Tweede - het zou iets makkelijker 'onder de hand vallen'. De première in Amerika kwam met hemzelf als solist, nadat hij het stuk op de boot naar de VS nog had zitten instuderen op een stil toetsenbord. De tweede keer was ook met hem, en met het orkest onder leiding van Mahler, in New York. Een uitvoering waar Rachmaninoff nog jaren later met het grootste genoegen op terugkeek vanwege de solide aanpak van Mahler: ook hij was van de overtuiging dat het orkest niet zo maar een begeleiding moest vormen, maar een volwaardige partner van de solist. Kijk, aan dat soort mensen heb je wat.

Hier het concert, met Vladimir Horowitz.

vrijdag 17 april 2009

Variatietoetje met Crème de Menthe

In 1934 was de première van Rachmaninoffs 'Rapsodie op een thema van Paganini', waarin de componist een bekend thema van de Italiaanse vioolfaust verwerkte, samen met een aantal variaties erop (overigens hetzelfde thema dat is gebruikt door onder andere Brahms, Liszt, Lutosławski, Szymanowski, Andrew Lloyd Webber en Benny Goodman, maar daar gaat het nu niet om). Rachmaninoff zelf zou het werk ten gehore gaan brengen en bracht tijdens de voorbereidingen enige tijd door met een pianist die hij zo zeer om zijn spel bewonderde dat hij hem uiteindelijk zijn spiritueel erfgenaam zou gaan noemen: Benno Moiseiwitsch.

Rachmaninoff gaf aan de laatstgenoemde een paar dagen voor het concert te kennen dat hij er niets van snapte. Hij had het werk op zijn landgoed in Zwitserland op papier gezet en het was mooi geworden, hij had het aan de piano ingestudeerd en het had prachtig geklonken, maar nu, met die première in het vooruitzicht, ging het allemaal mis. Wat hem het meest stoorde was de laatste variatie, de vierentwintigste. Daar zat een aantal akkoordensprongen in dat hem bloednerveus maakte wanneer hij eraan dacht ze voor een publiek te moeten uitvoeren.

Maar op het moment dat hij zijn zorgen kenbaar maakte kwam er een ober binnen, met een verzameling drank. Rachmaninoff was geheelonthouder en zwaaide hem weg, maar Moiseiwitsch verzekerde hem dat een glas Crème de Menthe-likeur het wondermiddel was voor akkoordensprongen. De componist vroeg zijn vriend in alle ernst of hij het meende, werd opnieuw op het hart gedrukt dat niets hem in deze situatie beter kon helpen, en schonk zichzelf een vorstelijk glas in. Het viel vervolgens ooggetuigen op dat op de avond van het concert hij precies hetzelfde deed. Toen daarna het stuk met overweldigend succes in première ging, moet hij bij alle volgende uitvoeringen van het stuk niet eerder achter de concertvleugel zijn gaan zitten dan dat hij een glas Crème de Menthe achterover had geslagen. In de partituur die Moiseiwitsch van het stuk ontving, stond er op de laatste pagina's dan ook niet voor niets in Rachmaninoffs handschrift bijgeschreven: 'Crème de Menthe-variatie'.

donderdag 12 maart 2009

Rach 5

Ergens vorig jaar ontdekte ik dat er opnames bestaan van een Vijfde Pianoconcert van Rachmaninoff. Het bestaan daarvan heeft de componist zelf niet mogen meemaken: het is een recente transcriptie van zijn Tweede Symfonie, waar ook al een twee-pianoversie van bestond. Alexander Warenberg werkte het vierdelige stuk om naar een driedelig concert voor piano en orkest, en maakte daarbij af en toe gebruik van flarden Pianoconcert I-IV.

Kleinzoon Alexandre Rachmaninoff gaf toestemming voor opname en publicatie van de bladmuziek. Vanuit het oogpunt van het experiment en als je weet hoe het klinkt valt er ook niets tegen in te brengen - maar wat ik van z'n grootvader weet is dat hij al lang blij was dat die Tweede Symfonie eindelijk eens een succesvolle was. Hoewel hij stuk voor stuk wat mij betreft prachtige werken voor symfonieorkest schreef (met als zwanenzang-hoogtepunt de Symfonische Dansen) ging het destijds maar moeizaam met de receptie. Zijn Eerste ging in première met een dronken dirigent. Nee, de preludes, die wilden ze horen. Die pianoconcerten, die deden het veel beter. Dat nu uitgerekend zijn succesvolle symfonie alsnog wordt omgewerkt zou hij misschien maar moeilijk kunnen verkroppen.

Nou goed, het gaat om wat voor muziek er uit voortkomt. Laatst was Rach 5 te horen in het Concertgebouw, met Anna Federova als soliste. Te laat voor kaartjes: nog maar 1 plek met uitermate slecht zicht, praktisch achter de kast van het orgel. Even wachten dus nog. Voor wie in de tussentijd geïnteresseerd is: de opname is inmiddels weer verkrijgbaar bij de betere drogist. Vort!

zondag 25 januari 2009

Maak dat vliegtuig eens af

In 1923 had Igor Sikorsky, de man die de eerste echte helicopter zou gaan bouwen, het bepaald niet breed. Hij werkte met steeds minder geld met Russische immigranten in zijn vliegtuigfabriek op een pluimveeboerderij op Long Island, New York, waarin alles met de hand gebeurde en vliegtuigen gemaakt werden met onderdelen van de schroothoop.

Op een dag stopte er een auto voor de boerderij, waaruit een grote man met een lange jas en een gleufhoed stapte. Hij zag het alles aan, stapte op Sikorsky af en zei 'Ik geloof in jou en je vliegtuig, en ik wil je helpen.' Daarop schreef hij een cheque uit voor vijfduizend dollar (geld was vroeger altijd meer waard) en meldde dat als het uitkwam hij het terug kon storten. De fabriek verhuisde en kwam tot de productie van de allereerste vliegtuigen met meerdere motoren en de eerste helicopters. De man die zijn landgenoten zo vriendelijk aan geld had geholpen werd vice-voorzitter van het bedrijf en werd uiteindelijk door Sikorsky met rente terugbetaald in 1929. Zijn naam was Sergej Rachmaninoff.

(foto: v.l.n.r. Baron Solovieff (?), Rachmaninoff, Sikorsky)

woensdag 17 december 2008

Rachmaninoff in Californië

Helemaal aan het einde van zijn leven woonde meesterpianist, componist en dirigent Sergej Rachmaninoff in een mooi huis in Beverly Hills. Hij had uitzicht op de Grote Oceaan en er was een mooie tuin met bloemen en fruitbomen. Rachmaninoff had niet veel geluk met z'n huizen: tijdens zijn leven betrok hij er zes, waarvan hij er een weliswaar gewoon verkocht, maar de anderen hem afgenomen (in een door de Bolsjewieken aangepakt Rusland) of praktisch afgenomen waren (in Duitsland en Zwitserland, tijdens de Tweede Wereldoorlog). Hij verwachtte in die lijn dat als dit huis hem zou worden afgenomen, het door de Japanners zou zijn.

De 30 jaar jongere Russische pianist Vladimir Horowitz (over wie binnenkort meer) was goed bevriend met de componist, woonde in de buurt en zocht hem vaak op. Ze maakten samen muziek en gaven concerten met twee piano's voor een publiek van hooguit één persoon. Puur voor het plezier.

Bovenstaande foto vond ik van de twee legendes, terwijl ze met een andere beroemdheid uit een totaal andere hoek spreken. Van links naar rechts: Rachmaninoff, Walt Disney, Horowitz! De componist was geboeid door films (hoewel hij ze eigenlijk nooit ging zien) en liet zich in Hollywood op de hoogte brengen van het productieproces. De Musical Courier schreef over het bezoek aan de Disneystudio: 'Part of the program was the running of Disney's early film Mickey's Opry House, in which the tiny hero was seen as a concert pianist playing Rachmaninoff's most famed Prelude. Its composer told Walt, "I have heard my inescapable piece done marvellously by some of the best pianists, and murdered cruelly by amateurs, but never was I more stirred than by the performance of the great maestro Mouse." '. Wie beweert dat Rachmaninoff een depressieve man zonder humor was kent slechts een halve musicus.