

Peer Gynt, opschepper en egoïst, rooft na een ruzie met zijn moeder het rijke meisje Ingrid die op het punt staat om te trouwen, waarop de bruid haar klaagzang doet. Peer wordt verbannen, vlucht de bergen in en ontmoet in een droom, in de hal van de bergkoning, de trollen, die hem aanrekenen dat hij hun prinses zwanger zou hebben gemaakt. Als hij, weer wakker, vervolgens het boerenmeisje Solveig, dat eerder met hem kennismaakte, samen met de trollenprinses aantreft, en Solveig te kennen geeft dat ze altijd bij hem wil zijn, vlucht hij wederom weg. Na de dood van moeder Aase kiest Peer ervoor om ver van zijn vaderland vandaan te gaan. Na een verderfelijk bestaan als handelaar te hebben geleid belandt hij in Egypte. In de woestijn (dus niet, zoals altijd wordt gezegd, boven de fjorden) komt de zon op en ontmoet hij in een bedoeïenenkamp buikdanseres Anitra, die hem verleidt en vervolgens van hem vlucht. Na terug te zijn gekomen in Noorwegen door hier na een schipbreuk aan te spoelen weet hij nog steeds niet of hij nu in de hel of in de hemel hoort en wat hij zou moeten doen om in een van beiden terecht te komen. Maar dan leert hij dat Solveig al die tijd daadwerkelijk op hem heeft gewacht en begraaft hij zijn gezicht in haar schoot, waarna het onduidelijk is of hij sterft of niet.
De première kwam er in 1876 - in een Oslo, dat toen nog Christiania heette. Het werd een grote Noorse productie, met een aankondigingsposter ontworpen door die andere bekende landgenoot - Edvard Munch.