
In vijf aktes wordt het leven van de Berlijners in de jaren '20 weergegeven zoals zich dat op een denkbeeldige dag afspeelt. De stad komt op gang als de machines van een fabriek: eerst zijn de straten stil en dwarrelen er wat blaadjes, dan haalt een hand een hendel over en is de stad in volle bedrijvigheid. De trein rijdt door alle aktes heen en verbindt prachtige beelden van krantendrukkerijen, kantoren en telefooncentrales. We volgen ritten gezien vanaf de voorkant van de tram, binnenvaartschepen en ook die van een houten achtbaan.
Aangezien het een stomme film betreft maakt het wel nog even uit welke soundtrack je er bij hebt, en ook bij deze zijn er meerdere: Edmund Meisel maakte de oorspronkelijke symfonische ondersteuning, maar gisteren had ik die van Timothy Brock die pas in 1993 werd geschreven. Werkte hoe dan ook uitstekend: hier het begin daarvan.
