Queneau was een Frans schrijver die mede-oprichter was van de literaire beweging Oulipo, waar ook Georges Perec actief bij was. Oulipo stond voor Ouvroir de littérature potentielle: werkplaats van potentiële literatuur. Net als bij Perec ging het om schrijfsels met beperkingen; bij Queneau ging het vaak om wetenschappelijke, wiskundige regels die hij zichzelf oplegde. Hij getuigde van een zeer brede interesse: hij studeerde eerst Latijn en Grieks en vervolgens filosofie, maar hield zich daarnaast ook bezig met wiskunde en psychologie. Hij sloot zich ook aan bij een groep surrealisten, onder invloed waarvan hij psycho-analyse op zichzelf ging toepassen.
Een van zijn beroemdste werken is het in veel talen vertaalde 'Exercices de style', waarin hij een idioot simpel verhaallijntje neemt (de verteller ziet in een bus een man met een lange nek en treft hem later op de dag nog een keer aan) en er in slaagt om dat op 99 verschillende manieren te verwoorden, om de invloed aan te geven die de manier van vertellen op de leeservaring en betekenis heeft. Het werk waar hij beroemd mee werd was het verfilmde 'Zazie dans le métro', dat het verhaal vertelt van een meisje dat voor het eerst in de grote stad komt. Een boek dat uit z'n voegen barst van woordgrapjes, zinspelingen, fonetische spellingen en straattaal. Maar misschien het duidelijkste voorbeeld van de wiskundige in hem is 'Cent Mille Milliards des Poèmes': een boekje met 10 sonnetten, waarbij elk van de 14 regels van elk sonnet op een ander strookje staat. Sla een strookje om en je leest in plaats van de oude regel de regel van het sonnet eronder - en dan is er, zo luidt de claim, nog steeds een kloppend gedicht te lezen. Op deze manier zijn er 100.000.000.000.000 (honderdduizendmiljard) gedichten in het werk opgenomen.
Hier een digitale versie van het werk.
Een van zijn beroemdste werken is het in veel talen vertaalde 'Exercices de style', waarin hij een idioot simpel verhaallijntje neemt (de verteller ziet in een bus een man met een lange nek en treft hem later op de dag nog een keer aan) en er in slaagt om dat op 99 verschillende manieren te verwoorden, om de invloed aan te geven die de manier van vertellen op de leeservaring en betekenis heeft. Het werk waar hij beroemd mee werd was het verfilmde 'Zazie dans le métro', dat het verhaal vertelt van een meisje dat voor het eerst in de grote stad komt. Een boek dat uit z'n voegen barst van woordgrapjes, zinspelingen, fonetische spellingen en straattaal. Maar misschien het duidelijkste voorbeeld van de wiskundige in hem is 'Cent Mille Milliards des Poèmes': een boekje met 10 sonnetten, waarbij elk van de 14 regels van elk sonnet op een ander strookje staat. Sla een strookje om en je leest in plaats van de oude regel de regel van het sonnet eronder - en dan is er, zo luidt de claim, nog steeds een kloppend gedicht te lezen. Op deze manier zijn er 100.000.000.000.000 (honderdduizendmiljard) gedichten in het werk opgenomen.
Hier een digitale versie van het werk.