

Toen vervolgens bleek dat 'De muze en maîtresse van Rodin zijn' niet 'De enige muze en maîtresse van Rodin zijn' betekende, werd ze argwanend en uiteindelijk zeer paranoïde, aangezien ze ging vermoeden dat hij haar talent voor zijn eigen goed aan het misbruiken was. Hierdoor vernielde ze veel van haar eigen werk. Haar familie nam haar niet in bescherming en wilde niets meer met haar te maken hebben: een vrouw die beeldhouwster was, was in die tijd in strijd met hoe het hoorde. Als meisje van stand de maîtresse zijn van een 24 jaar oudere kunstenaar al helemaal. Steun had ze als enige van haar vader. Toen die overleed kwam haar broer Paul aan het hoofd van de familie te staan, die haar op straat liet aanhouden en liet opnemen in een psychiatrische inrichting. Hij moet als schrijver het enige genie in de familie hebben willen zijn en kon dat van haar niet gebruiken - en in die inrichting hoefde niemand van het gezin naar haar om te zien en hield ze de familie vrij van verdere schande. In de dertig jaar dat ze in hechtenis verbleef, tijdens welke ze genas van haar paranoia en zeer lang bij haar volle verstand onnodig vastzat, zou haar broer haar maar liefst 6 keer hebben bezocht. Daarna stierf ze, als een onbekende vrouw.
Hier is veel haar werk te zien.
