
Het leuke, aardige hiervan is dat je woorden in deze taal niet hoeft uit te spreken: je kunt immers gewoon de noten zingen (en als je het bij opschrijven laat, kan het ook met kleuren). Sudre had twee violisten om zich heen die de taal net als hij meester waren en met hem door Frankrijk toerden om demonstraties te geven. Teksten werden gespeeld op de viool en ter plekke vertaald, waarna het publiek vragen kon stellen. Het was een tijdje vrij populair (adepten begonnen zich met terugwerkende kracht af te vragen waarom Beethovens Vijfde begon met een verhandeling over 'woensdag') en het kreeg ook een militaire toepassing: berichten zouden door trompetspelers in het leger overgestuurd kunnen worden - sneller en ook een soort codetaal. Het weer verstoorde het signaal echter vaak en het werd geen succes. Sudre bood daarop het leger ook nog een set muzikale kanonnen aan, maar ze wilden inmiddels niet veel meer met dat taaltje van hem te maken hebben. Tegenwoordig kent het Solresol uiteraard nog wel wat aanhangers, maar geen hond die er nog daadwerkelijk iets serieus mee doet. Overigens is het idee van een muzikale taal niet gek: het Silbo dat gebezigd wordt in ravijnen op La Gomera (Canarische Eilanden) is een goed in kaart gebracht voorbeeld van een manier waarop mensen met elkaar communiceren door met elkaar te fluiten.